Een hapklare brok, dat moesten de Hongaren worden op weg naar de finale. En zo geschiedde, een kinderlijk naïef en zwak Hongarije kreeg een pak rammel van onze counterende Belgen met Eden Hazard in een glansrol.
Hongarije was verrassend groepswinnaar geworden na een overwinning tegen Oostenrijk (2-0) en draws tegen Portugal (3-3) & IJsland (1-1). Terwijl het team dit EK al in bijna alle mogelijke formaties aantrad, koos bondscoach Storck voor een ambitieuze, offensieve 4-3-3 met Kiraly, Kadar, Guzmics, Juhasz, Lang, Nagy, Gera, Pinter, Dszudzsak, Lovrencsics en Szalai.
Bij België moesten er geen echte knopen worden doorgehakt, opnieuw een 4-2-3-1 dus met Courtois, Vertonghen, Vermaelen, Alderweireld, Meunier, Nainggolan, Witsel, De Bruyne, Hazard, Mertens en Lukaku.
De Rode Duivels startten snedig aan de wedstrijd met veel en hoge druk op de bal aangevoerd door Lukaku en De Bruyne.
Zeeën van ruimte op middenveld
Ook aan de bal deden onze Belgen het goed, al lag dat deels aan het zwakke Hongaarse blok. Wanneer België opbouwde, positioneerde Hongarije zich om hoge druk uit te oefenen met middenvelders Gera & Pinter hoog in het veld om Nainggolan & Witsel onder druk te zetten. Omdat de aanvallers echter onvoldoende pressing uitoefenden op Alderweireld & Vermaelen, konden die voortdurend De Bruyne, de afhakende Lukaku of Hazard tussen de linies aanspelen. Daar zwom meestal Nagy als enige verdedigende middenvelder in enorme ruimtes (zie onderstaand beeld) waar De Bruyne, Hazard en Lukaku dankbaar gebruik van maakten. Aan de rust bracht de Hongaarse bondscoach dan ook een tweede verdedigende middenvelder in het veld waardoor het evenwicht ietwat hersteld werd.

Twee Hongaarse centrale middenvelders staan hoog, maar er is geen druk op Alderweireld. Die kan makkelijk inspelen op Lukaku, De Bruyne of Hazard die zeeën van ruimte & tijd hebben tegen 1 middenvelder.
Na de vroege 0-1 op vrije trap trok België zich geleidelijk aan iets meer terug. De hoge druk werd wat afgebouwd en de Hongaren kregen de bal (54% balbezit over hele match bekeken). Vanuit de vorige matchen was al duidelijk dat Hongarije graag de bal heeft en durft voetballen van achteruit ondanks de heel beperkte kwaliteiten daar. In de voorbereiding werd dit tegen Duitsland, dat toen met de handrem op speelde, al afgestraft (2-0).
Dszudszak als spelmaker
Om de opbouw te doen slagen, maakte Hongarije het veld namelijk heel groot, zeker centraal, voor een stuk naar analogie met het positiespel van bijvoorbeeld de Duiters. De centrale verdedigers uit elkaar, de backs hoog. Ook de middenvelders stonden vaak erg hoog maar de flankaanvallers vaak nog breed. Dat veroorzaakte twee problemen:
In de eerste plaats kon er bijna enkel ingespeeld worden van de centrale verdediger naar de flankverdediger, naar de flankaanvaller en terug achteruit in een U-vorm. De zeldzame momenten dat de Hongaren uit de druk konden voetballen, was dit bijna uitsluitend te danken aan Dszudzsak die z’n flank verliet en als verdedigende middenvelder een rol als spelmaker opeiste. De drie Belgische middenvelders die de mandekking op de Hongaarse middenvelders voor hun rekening moesten nemen, pikten hem daar onvoldoende op.
Dodelijke Belgische counters
Het tweede Hongaarse probleem was de vele ruimte tussen alle spelers waardoor het erg kwetsbaar werd in de omschakeling. De backs en middenvelders konden vanaf het uur bijna nooit op tijd terug in hun defensieve stelling komen waardoor België voortdurend in meerderheidssituaties werd gebracht. In de opbouw stond Hongarije dan wel gepositioneerd als Duitsland maar technisch werd alles uitgevoerd als San Marino. De beperkte techniek (passing, aannames, wegdraaien) van vele andere spelers was echter even schrijnend als lachwekkend, waardoor Hongarije weinig kon creëren en de Belgen de counters maar uit te pakken hadden.
De Rode Duivels profiteerden uiteraard optimaal en dikten het totaal aantal gemaakte goals uit counters op dit EK al aan tot 5, voorlopig een record. De belangrijkste factoren daarin zijn ongetwijfeld:
– versnellingen met bal aan de voet door De Bruyne en Hazard (11 geslaagde dribbels in deze match)
– tegelijk voldoende infiltrerende spelers van achteruit om een meerderheid te creëren
– perfectie in de passing: timing van inspelen, in de loop, weg van de tegenstander
– genadeloos afwerken
Vooral Hazard en De Bruyne kunnen zich in een ‘counteromgeving’ dan ook volledig uitleven, Lukaku had het duidelijk moeilijker als hij snelle, technische keuzes moet maken en niet zelf wordt diep gestuurd. Bekijk hieronder een aantal Duivelse omschakelmomenten.
Opgelegd balbezit
Euforie. Dat lijkt het codewoord waarmee we het gevoel bij de Belgische fans kunnen beschrijven. En terecht, want meer dan ooit leeft het gevoel dat de Rode Duivels geschiedenis kunnen schrijven. Meer nog, de finale halen lijkt een must. En deze prestatie was hoopgevend dankzij ons beste counterspel en de topvorm die Hazard, Courtois en De Bruyne gevonden hebben. Maar beste Marc Wilmots & fans, nu begint het pas. De bel is gegaan, de speeltijd is definitief voorbij.
Nu komen de georganiseerde tegenstanders genre Italië die ons het initiatief gunnen en daar zelf een verdedigend blok tegenover zetten. Iets waar we de laatste jaren amper oplossingen tegen vonden. Nu komen ploegen mét een tactisch plan gekoppeld aan individuele kwaliteit. Nu komt Wales (en hopelijk daarna nog Portugal of Polen). Hopelijk kunnen onze spelers hun topvorm aanhouden, kijken we niet tegen een 1-0 achterstand aan en misschien hopen we stiekem ook op een tactisch plannetje om dominant aan te vallen vanuit (opgelegd) balbezit. Want behalve de tweede goal tegen de Ieren konden we dit EK enkel nog maar prikken op de counter en op spelhervattingen… Go Belgium!
Meer internationaal voetbal!