Met Clement terug naar 4-3-3

Ivan Leko moest na een titel en een tweede plaats de fakkel bij Club Brugge doorgeven aan Philippe Clement. Tweede Bal analyseerde de wedstrijden van Blauw-Zwart tegen Sporting Lissabon, Waasland-Beveren, Sint-Truiden, KV Oostende en de dubbele confrontatie in de Champions League-voorronde tegen Dinamo Kiev. Ziehier de krijtlijnen van Club Brugge 2.0.
Leestijd: ongeveer 16 minuten

tactiek

Typeploeg Club Brugge

“We moeten zowel 4-3-3 als 3-5-2 kunnen spelen”, liet Clement optekenen eind juni toen Club de eerste oefenwedstrijden afhaspelde. Naar het einde van de voorbereiding toe lijkt 4-3-3 echter de meest geschikte formatie te worden voor Club Brugge.

Waar Leko vorig jaar zonder echte flankaanvallers speelde – Dennis, Diatta en co. speelden als wingbacks in een 3-5-2, lijkt Clement het belangrijk te vinden dat zijn flankaanvallers opnieuw hun kwaliteiten ten volle kunnen benutten: aanvallen!

Met Percy Tau kwam een kwieke flankaanvaller de kern versterken, terwijl Arnaut Danjuma de club verliet voor de Premier League. Ook Wesley trok naar Engeland, zijn vervanger heet David Okereke. Stefano Denswil verhuisde naar de Serie A, Simon Deli is het nieuwe gezicht in het hart van de Brugse defensie. Met Eduard Sobol, Federico Ricca en Odolion Kossounou vond de Brugse scouting nog 3 nieuwe verdedigers. Doelman Simon Mignolet tot slot groeit straks mogelijk uit tot dé zomertransfer.

Spelprincipes

Waar Ivan Leko toch grotendeels vasthield aan bepaalde patronen en principes, valt het bij Clement op dat er per wedstrijd strategische verschillen waar te nemen zijn.

Los van het gameplan, dat iedere week wisselt afhankelijk van de tegenstander, kunnen we uiteraard ook vaste principes benoemen.

 

1. Hoge pressing met flankaanvallers

Een eerste vaststelling is dat Club Brugge de tegenstander altijd hoog probeert vast te zetten. Iets wat het Brugse publiek ongetwijfeld apprecieert. Clement probeert dit steevast op dezelfde manier bij een doeltrap van de tegenstander, met daarbij een hoofdrol voor de explosieve flankaanvallers.

Wanneer de doelman van de tegenstander de bal heeft, kiest diepe spits Okereke (rugnummer 14) meestal één centrale verdediger waar hij dichterbij gaat staan. Daardoor is de keeper geneigd de bal op zijn andere verdediger te spelen die schijnbaar vrij staat. Van zodra deze pass gegeven wordt, schiet de flankaanvaller van Club uit de startblokken om druk te geven op die centrale verdediger. Hierbij snijdt hij de passlijn naar de vrije flankverdediger af om zo de bal in de as te dwingen.

Een tweede aspect binnen deze pressing is de gewaagde rol van Clinton Mata (77). Wanneer de flankaanvaller dreigt uitgespeeld te worden en een moeilijkere bal is onderweg naar de vrije back gaat Mata vaak agressief doorstappen en laat hij dus in die situatie zijn eigen tegenstander (de flankaanvaller) vrij staan om druk te zetten op de back van de tegenpartij.

Okereke (14) kiest positie bij de rechtercentrale verdediger van Kiev. Tau (35) staat tussen de linkercentrale verdediger en de linksback. De doelman trapt lang naar de back, Mata (77) stapt uit

Club voerde deze pressing al succesvol uit met zowel Tau (35) als Dennis (42). Met Diatta (11) werd dit nog niet vaak geprobeerd gezien zijn afwezigheid door de Afrika Cup deze zomer. Afwachten nog in welke mate dit op beide flanken zal worden gebruikt dus.

Wat wel zeker is dat de agressieve variant met de doordekkende back enkel op de zijde van Mata wordt geprobeerd. Op links met Sobol blijft men iets conservatiever. Meestal wordt de hoge pressing dan ook op de Brugse rechterzijde uitgevoerd.

Ook als in het veldspeler de bal wordt teruggespeeld op de doelman, durft Club deze variant gebruiken.

Terugspeelbal naar de keeper: positie van Vanaken & Okereke zijn wat anders, maar Tau (35) en Mata (77) staan in dezelfde positie

 

Puur statistisch gezien haalt Club Brugge een hoog rendement uit de pressing. Met een gemiddelde PPDA (Passes Allowed per Defensive Action) van 7,17 scoort het na KRC Genk het beste in de Belgische Pro League. De PPDA rangschikt de teams volgens het aantal defensieve acties (tackles, duels, intercepties, overtredingen, etc) van een ploeg en zet dit tegenover het aantal passes dat de tegenstander toch nog kan laten aankomen. Er wordt enkel gekeken naar het ‘hoogste 2/3e van het veld’ waardoor balrecuperatie in een laag blok niet in rekening wordt genomen. Met andere woorden, PPDA beantwoordt de vraag hoe goed een team hoog drukzet.

 

2. Medium pressing met Vanaken

Wanneer de tegenstander de bal al hoger op het veld heeft, maakt Club ook soms gebruik van bovenstaande pressingvariant met een flankaanvaller al gebeurt dit minder frequent.

Rond de middenlijn is het meestal Okereke die als eenzame spits jaagt op de twee centrale verdedigers van de tegenstander. Wanneer hij de bal niet kan onderscheppen maar de bal van centrale verdediger 1 naar centrale verdediger 2 kan afdwingen, krijgt hij steevast de steun van Vanaken (20) uit het middenveld.

In de eerste competitiematchen kwam Club in die situaties dan meestal in een soort 4-4-2 ruit met de andere aanvallende middenvelder, Vormer (26), zijwaarts sprintend naar de nummer 10 positie. Of met Rits (25) die ook doordekt in de as en daardoor wel ruimte prijsgeeft tussen de linies bij een eventuele tweede bal.

Vanaken (20) stapt uit op de centrale verdediger. Niet Vormer (25) neemt een hogere centrale positie, wel Rits (26) dekt door in een volgende fase. Daardoor verliest Club het duel om de 2e bal, na de lange bal van de rechtsback van Waasland-Beveren

Tegen Kiev gebeurde het al iets conservatiever met Vormer vaker in een lagere positie. De nummer 10 positie moest dan ingenomen worden door Okereke of Vanaken, waardoor Club dan tijdelijk in een 4-4-1-1 formatie komt te spelen.

Vanaken (20) heeft net druk gezet op de rechtercentrale verdediger en sprint terug om de defensieve middenvelder op te pikken, terwijl Okereke (14) de andere centrale verdediger onder druk zet. Vormer en Rits blijven lager in positie

De cohesie binnen deze manier van drukzetten is echter nog een groot werkpunt. De onderlinge afstanden worden niet altijd goed bewaakt, het kantelen en de timing van de pressing zijn regelmatig nog onvoldoende op elkaar afgestemd wat tot gevaar leidt. Zo ook in de terugmatch tegen Dinamo Kiev een aantal keer, bijvoorbeeld in minuut 75.

Daar jaagt Vanaken door op de linkercentrale verdediger maar staan Vormer en Rits achter hem niet juist opgesteld tov elkaar. De bal gaat daardoor makkelijk tussen de linies en Kiev creëert zo een reuzekans die de 3-1 en virtuele uitschakeling had kunnen betekenen.

Vanaken geeft deze voorwaartse pressing meestal op de linkerkant, hier was het op rechts wat de verwarring veroorzaakt kan hebben.

Vanaken (20) stapt uit, maar de ruimte tussen Rits (26) en Vormer (25) is te groot. Kiev kan bijna scoren uit deze aanval door de as

Ook tegen Sint-Truiden kende Club Brugge een moeilijke start door de vele positiewissels tussen de verdedigers en middenvelders van de bezoekers. Net als Sporting CP ook een aantal goede momenten kende in het uitspelen van de Brugse press.

De bal altijd veroveren, is uiteraard een utopie maar toch kent de Brugse pressing nog een aantal manco’s die verholpen dienen te worden.

 

3. Opbouw van achteruit wanneer mogelijk

KRC Genk stond vorig jaar gekend om zijn voetballende kwaliteiten en combinatiespel, ook in de talrijke Europese wedstrijden. Het is duidelijk dat Clement dat ook bij Club Brugge wil installeren, echter zonder te veel naïviteit tentoon te spreiden. Toen Alejandro Pozuelo verkocht werd kort voor de start van Play-off 1 koos Clement voor een directere aanpak wat uiteindelijk ook goed uitpakte.

Een eenvoudig principe dat Club toepast, is het creëren van een overtal in de laatste linie wanneer het opbouwt. Als de tegenstander drukzet met 1 spits, moeten de 2 centrale verdedigers van Club Brugge de opbouw verzorgen. Wanneer de tegenstander doordrukt met 2 spitsen, wordt de Brugse defensie ondersteund door Rits die als derde speler in de laatste linie komt te spelen.

Uiteraard verschillen de posities en uitvoering hierbij van het gameplan en van de tegenstander.

Sint-Truiden kwam bijvoorbeeld naar Jan Breydel met hetzelfde plan als vorig seizoen, namelijk mandekking op het middenveld. Bij de Kanaries kreeg diepe spits Balongo de taak om de Brugse opbouw te oriënteren naar Deli (17).

Op het middenveld maakte STVV drie koppeltjes met Rits, Vormer en Vanaken. De Brugse middenvelders liepen echter keer op keer ver uit elkaar zorgden zo voor ruimte in de as voor diepe spits Okereke. STVV trapte er steeds opnieuw in en gaf Deli zeeën aan tijd en ruimte om de inzakkende Okereke in te spelen. Wanneer er dan toch werd doorgedekt op de Nigeriaanse spits liep deze slim diep, waarvan de 2-0 uiteindelijk het perfecte voorbeeld was. Eén simpele diepe pass door de as die de topschutter alleen voor doel zette oog in oog met de Truiense doelman.

De 3 Brugse middenvelders bewegen weg uit de as en nemen hun rechtstreekse tegenstander mee. Deli (17) kan makkelijk indribbelen en met links een splijtende pass spelen in de vrije ruimte om zo Okereke (14) alleen voor de bezoekende doelman te zetten. 2-0.

Tegen Dinamo Kiev kreeg Club echter meer druk te verwerken en verliep de opbouw een pak moeizamer. De hogere belangen zorgden ongetwijfeld ook voor minder zin voor risico waardoor Clement en zijn troepen een directere speelstijl moesten hanteren.

In de heenmatch kozen de Oekraïeners bijvoorbeeld voor een 4-4-2 organisatie. Aangezien het met twee spitsen druk zet, laat Club Brugge Rits terugzakken in de laatste linie tussen de centrale verdedigers.

Omdat beide spitsen niet echt agressief een slachtoffer uitkozen, kon Club in de beginfase vaak via Mitrovic (die op zijn goede rechtervoet staat) opbouwen en tussen de linies spelen. Naar het einde van de eerste helft toe, presste Kiev echter agressiever op Mitrovic en in de tweede helft koos het er bewust voor om Deli de opbouw te laten verzorgen. Wegens de beperkte aanspeelbaarheid in de as, en weinig zin voor risico, trapte Deli vaak de lange bal en vocht Club vooral het gevecht voor de tweede bal uit rond spits Okereke.

In de eerste helft kreeg Mitrovic (15) voldoende tijd om met zijn goede rechter ballen in te spelen op Tau (35) tussen de linies. Nadien richtte Kiev zich meer op Deli

In de terugmatch koos Kiev voor een andere aanpak. Het richtte zich niet meer op Mitrovic maar ging wel uit van een zwakke opbouwende linkerkant bij Club met een focus op Deli en de technisch minderbegaafde Sobol.

Kiev koos voor een pressing met 1 spits en 5 middenvelders daarachter. De spits kreeg steun van de rechterflankaanvaller die op gepaste momenten druk gaf naar binnen toe op centrale verdediger Deli. Het zorgde ervoor dat de Nigeriaan opnieuw op zijn mindere linker kwam en de aanspeelopties beperkt werden. Als Club er toch in sloeg om de vrije Sobol te bereiken, kreeg deze snel druk van de dichtste middenvelder. Ook de rechtsback dekte soms hoog door op Sobol, net zoals Club regelmatig doet met Mata in de hoge pressing. Uit één van deze fases leed blauw-zwart balverlies wat de inleiding was voor de vroege 1-0 van de thuisploeg.

Kiev hanteert een gelijkaardige strategie als Club Brugge en duwt door met de flankaanvaller op Deli (17). Hij moet een lange bal trappen die verloren gaat en de 1-0 inleidt. Als de bal toch bij Sobol komt, zet Kiev agressief druk op de technisch mindere back van blauw-zwart

In eigen competitie krijgen de Bruggelingen deze hoge pressing amper te verduren. Met een PPDA against van 24,19 scoort Club Brugge in de Pro League momenteel het beste. In deze ranking kijken we in welke mate een ploeg hoog wordt opgejaagd op eigen helft wanneer het opbouwt en hoe succesvol dat gebeurt. Met andere woorden: Club krijgt weinig hoge pressing te verduren in de Belgische competitie en verliest de bal daarbij logischerwijs dan ook niet vaak op eigen helft.

 

4. Diepe loopacties in de as

Een vierde principe dat opvalt zijn de vele diepe loopacties in de as van het veld. Spits Okereke toonde zich al erg veelzijdig met zijn snelheid in de diepte, balvastheid en kracht bij het afhaken naar de bal, voetballend vermogen tussen de linies. De Nigeriaanse aanvaller groeit met andere woorden uit tot een groot wapen.

Nog opvallender is echter de diepgang bij Vormer en vooral Vanaken. Wanner de backs lager op het veld in balbezit komen is er bijvoorbeeld een duidelijk patroon zichtbaar.

De flankaanvaller komt langs de flank afhaken om de korte pass te krijgen. Als hij niet gevolgd wordt door de back van de tegenpartij, komt hij vrij te staan en kan hij opendraaien en de aanval verder opzetten. Wanneer er wel wordt doorgeduwd, maakt de aanvallende middenvelder Vormer of Vanaken steevast een loopactie in de rug van de back om daar de bal te ontvangen. Dit zagen we vooral terug in de wedstrijden tegen Sporting CP en Waasland-Beveren.

Back Sobol (2) komt onder druk, Danjuma (47) biedt zich kort aan en neemt z’n tegenstander mee. Vanaken (20) maakt een diepe loopactie en krijgt de bal in de rug van de defensie

Vormer en Vanaken maken vaak ook een diepe loopactie om de bal niet zelf te ontvangen. Wanneer de bal op de andere kant is en ze lopen diep, focust de tegenstander zich automatisch op hen waardoor er ruimte komt op de andere flank. Zo krijgt Club regelmatig de dribbelvaardige Dennis, Diatta of Tau in een 1v1 situatie na een snelle flankwissel.

Bovenstaande zorgt ervoor dat de typische 1-2tjes tussen Vanaken en de wing back (vorig seizoen in de Brugse 3-5-2) minder aanwezig zijn. Toch zien we deze combinatie in bepaalde wedstrijden nog terugkomen al is het dan minder frequent wanneer Vanaken de bal lager op het veld komt opvragen in de linkerhalfspace.

 

5. Deli is target 1 op spelhervattingen

Op spelhervattingen stuurt Clement steevast dezelfde troepen richting het front:

  • Deli (nr 17 – 1.92m)
  • Mechele (nr 44 – 1.88m) of Mitrovic (nr 15 – 1.87m)
  • Okereke (nr 14 – 1.82m)
  • Vanaken (nr 20 – 1.94m)

Zij worden meestal ondersteund door Dennis (42 – 1.74m) in een minder prominente rol, steeds in de tweede zone.

Vanaken, Deli en Mechele/Mitrovic zijn de meest gezochte targets op spelhervattingen bij Club Brugge. Toch valt het op dat Deli het gevaarlijkste heerschap is en hij wordt dan ook iedere wedstrijd gezocht, uiteraard varieert Club hierin.

Net die focus op Deli, geeft extra ruimte aan Vanaken, Mechele/Mitrovic die allen ook voldoende groot zijn om dreiging te brengen met het hoofd.  In principe trapt Vormer iedere corner, zowel indraaiend als uitdraaiend om zo Vanaken voor doel te houden.

In de cruciale terugwedstrijd tegen Kiev trapte Vormer zijn eerste vier corners allemaal in de richting van Deli tussen het penaltypunt en de tweede zone. De eerste was meteen raak, een ferme knik van de Nigeriaan die voor 1-1 zorgde. Tegen KV Oostende kwamen 3 van de 6 corners net niet/wel aan bij Deli.

Opvallend is dat Deli vaak laat arriveert (zoals de eerste corner tegen KV Oostende), van richting verandert net voor Vormer zijn aanloopt neemt of er een ploegmaat net voor Deli positie kiest om de mandekking moeilijker te maken.

Deli (17) arriveert laat in de box. Voor hem zet een ploegmaat een blok om ruimte te maken

 

Los van deze duidelijke principes heeft Clement uiteraard nog een aantal problemen te verhelpen. We kwamen tot de drie belangrijkste: 

1. Omschakeling naar balbezit

Naast een goed defensief blok met de juiste pressing is een efficiënte omschakeling naar balbezit dé ideale manier om teams pijn te doen in de Champions League (voorronde). De snelle counter loopt echter nog te vaak stroef bij Club Brugge. Dit heeft voornamelijk te maken met de individuele kwaliteiten van de spelers. Als de omschakeling niet gelanceerd wordt door Vanaken is er momenteel nog een te kleine kans op succes.

Dit heeft voornamelijk te maken met het gebrek aan overzicht van de flankaanvallers, met Dennis in een hoofdrol. Waar snelheid en de individuele actie zijn sterktes zijn, is het behouden van overzicht binnen deze situaties net zijn grote zwakte. Vooral in de omschakeling werd dit al een aantal keer pijnlijk duidelijk waardoor Club wenkende kansen onbenut liet.

Tau lijkt meer oog te hebben voor zijn ploegmaats wat de Brugse counterkwaliteit verhoogt. Diatta zou dit ook moeten kunnen maar verkwanselde met een slechte pass een 2v1 situatie in de slotfase in Kiev. Met een portie geluk kon Club in diezelfde fase toch nog de 3-3 scoren. Eerder in de match zorgde Diatta met een versnelling bal aan de voet wel voor een tweede gele kaart van een Oekraïense verdediger.

 

2. Ruimte op middenveld verdedigen

Het grootste werkpunt op korte termijn lijkt het verder ontwikkelen van het defensieve blok. We gaven eerder al aan dat de Brugse pressing nog niet altijd even goed werkt, vooral op het middenveld is dat zichtbaar. Zeker de ruimtes die Rits moet belopen zijn vaak te groot. Vormer sprak al uit dat hij meer vrijheid krijgt van Clement maar dit lijkt consequenties te hebben in balverlies. Vooral in de rug van de aanvallende middenvelders Vormer en Vanaken ligt vaak veel ruimte voor de tegenstander.

Vooral wanneer de tegenstander erin slaagt één van beiden uit positie te halen om dan snel de ruimte tussen de linies te benutten, leidt dit geregeld tot gevaar. Ook de teruggetrokken voorzet rond de 16m zorgt voor gevaar aangezien Vormer en Vanaken dan vaak niet tijdig terug zijn om te verdedigen.

Teruggetrokken voorzet van Kiev. Vormer is niet op tijd terug om deze te verdedigen, Verbic mag aannemen rond de box

 

3. Verdedigen korte hoekschop

Een laatste opvallende keuze van Clement is die van de defensieve organisatie van een hoekschop. Wanneer de tegenstander een corner krijgt op rechts en er 1 speler de bal kort vraagt, loopt Club meteen mee met 2 spelers om dit te verhinderen. Meestal zijn dit Dennis (42) en Rits (26). Vormer (25) neemt dan meestal de taak van Rits over aan de eerste paal.

Rits (26) en Dennis (42) verhinderen de korte hoekschop en staan al met 2 spelers klaar om druk te zetten. Hier neemt Vormer (25) de eerste paal niet over van Rits

Wanneer de tegenstander een hoekschop krijgt op links, pakt Club het anders aan. Dan staat Dennis alleen tegen 2 tegenstanders en komt Vormer pas helpen wanneer de bal effectief kort wordt ingespeeld. De Nederlander sprint dan snel om Dennis te hulp te schieten maar de tegenstanders kunnen dan vaak vrij eenvoudig tot een voorzet komen. Ook opvallend is dat Rits, in die situatie aan de 2e paal, dan sprint om een nieuwe positie in te nemen aan de 1e paal.

Op de andere kant wordt de korte hoekschop nooit verhinderd. Hier staat enkel Tau (35) klaar in een 1v2 situatie met de tegenstander. Normaal is dit de rol van de toen al gewisselde (42) Dennis. Vormer (25) komt uitgesprint vanaf de eerste paal maar komt te laat. Rits (26) moet halsoverkop naar de eerste paal lopen

Het feit dat we dit opmerkten in alle wedstrijden van Club toont aan dat dit hier om een bewuste keuze gaat en dus niet op toeval berust. We kennen alvast een aantal coaches die van deze organisatie gretig gebruik zullen proberen maken de komende weken.

 

Conclusie

Het mag duidelijk zijn dat Club Brugge nu al de stempel van haar nieuwe coach Clement draagt. Het nieuwe spelsysteem wordt in balbezit vaak goed uitgevoerd met voldoende doelkansen tot gevolg. Er zijn echter nog kinderziektes zoals hierboven beschreven. Puur kwalitatief lijkt Club met dit team én de individuele kwaliteit van de (nieuwe) spelers topfavoriet voor het kampioenschap. Als het wil meespelen in de Champions League zijn er echter nog werkpunten die snel verholpen zullen moeten worden.

 

Meer Belgisch voetbal…

Buitenlands voetbal

Advertentie

PANAMA: DE 0 PROBEREN HOUDEN

Panama, het nummer 55 op de FIFA-ranking, kwalificeerde zich voor het eerst in haar geschiedenis voor een WK voetbal. Lange Bal analyseerde voor u de laatste wedstrijden van de debutant tegen Denemarken (0-1 verlies), Costa Rica (2-1 winst), Noord-Ierland (0-0) en Noorwegen (0-1 verlies).

Bondscoach Dario Gomez kwalificeerde zich in een verder verleden al met Colombia en Ecuador voor een wereldkampioenschap maar werd steeds uitgeschakeld in de poulefase. Met onderstaande 23 spelers onderneemt hij een poging tot een tweede mirakel na de onverhoopte kwalificatie.

tactiek WK

Verwachte basiself als Panama in 4-1-4-1 aantreedt

Doelmannen
Jose Calderon (Chorrillo), Jaime Penedo (Dinamo Boekarest), Alex Rodriguez (San Francisco)

Verdedigers
Felipe Baloy (Municipal CSD), Harold Cummings (San Jose Earthquakes), Eric Davis (Dunajska Streda), Fidel Escobar (New York Red Bulls), Adolfo Machado (Houston Dynamo), Michael Murillo (New York Red Bulls), Luis Ovalle (Olimpia), Roman Torres (Seattle Sounders)

Middenvelders
Edgar Barcenas (Cafetaleros de Tapachula), Armando Cooper (Universidad de Chile), Anibal Godoy (San Jose Earthquakes), Gabriel Gomez (Bucaramanga, Valentin Pimentel (Plaza Amador), Jose Luis Rodriguez en Ricardo Avila (KAA Gent)

Aanvallers
Abdiel Arroyo (Alajuelense), Ismael Diaz (Deportivo La Coruna), Blas Perez (Municipal), Luis Tejada (Sports Boys), Gabriel Torres (CD Huachipato)

Middenvelder Amilcar Henriquez was met 88 caps één van de ouderdomsdekens van het team, hij werd vorig jaar echter neergeschoten bij een overval. Lichtgewicht op de flank, Alberto Quintero, moest in laatste instantie afhaken met een voetbreuk.

In de WK-voorronde hanteerde Panama voornamelijk een 4-4-2 formatie, de laatste maanden werd er echter grondig geëxperimenteerd met onder meer 5-4-1 en een 4-1-4-1. Die laatste formatie lijkt het voorlopig te halen bij bondscoach Gomez. Mogelijke startopstelling, met een gemiddelde leeftijd van 29,36 jaar erg ervaren te noemen:

Penedo (36 jaar): onzeker op uitkomen, diepteballen inschatten in rug defensie
Davis (27): heel explosief, goed 1v1, blijft vooral achterin, niet veel aanvallende intenties
Torres (32): leider achterin, positioneel degelijk, ervaring zat, kopbalsterk. Indien te vermoeid wordt hij vervangen door Baloy (37)
Machado (33): krachtig, technisch heel beperkt, verre inworp
Escobar (23): sterk in duel, maakt regelmatig positionele fouten, als rechtsvoetige op LCV weinig betrokken in balbezit
Gomez (34): moet vooral balans in team houden, houdt steeds positie voor defensie
Godoy (28): aanvallend ingesteld, veel flair, durft risico nemen en leidt daardoor regelmatig balverlies op gevaarlijke plaats
Cooper (30): atypische middenvelder met enorme explosiviteit en drang naar voor, heel zwak in passing eens onder druk, in pressing vaak steun gevend aan spits
Rodriguez (19): snel met goede 1v1 actie maar mist regelmatig overzicht en handelingssnelheid tussen linies
Barcenas (24): explosief maar weinig dreiging naar doel in 1v1
Perez (37): ouderdomsdeken voorin, komt altijd in bal, kopbalsterk, goede kaats waaruit gevaar kan volgen

BALBEZIT

In de opbouwfase heeft Panama twee manieren om het doel van de tegenstander te proberen bereiken. Een eerste manier is die waarbij de Panamezen kort proberen opbouwen en vanuit een snelle balcirculatie de zwakke zone van de tegenstander trachten te bespelen. Afhankelijk van de formatie van de tegenstander probeert het team steeds een overtal te creëren achter de bal om vanuit een snelle passing voorwaarts te spelen. In de laatste twee oefenpartijen tegen Noorwegen en Noord-Ierland probeerde Panama op deze manier zijn wil op te dringen aan z’n opponent.

opbouw

(Te?) Groot overtal in de opbouwfase: 4 Panamese verdedigers (geel) en 1 middenvelder (rood) tegen 3 Noord-Ierse spelers (blauw). Door te trage balcirculatie verloopt het spel echter erg voorspelbaar en gaat de bal verloren tussen de linies

Tegen de 5-3-2 opstelling van de Noord-Ieren koos het er bewust voor om met beide backs laag te blijven en met Pimentel als 6 kort voor de defensie te blijven. Daardoor had het vaak een groot overtal achterin met 5 spelers tegen slechts 2 of 3 Noord-Ieren. Door deze grote superioriteit kon het in de defensie de bal makkelijk rondspelen van links naar rechts, het ontbrak hen achter aan spelers die gevaar creëerden tussen de linies en in de rug van de defensie bij de tegenstander.

Tegen de Noren een gelijkaardig verhaal. Noorwegen speelde in een 4-4-2 systeem waardoor Panama de 6 (nu Gomez) achteruit trok om tussen de centrale verdedigers een 3v2 situatie te creëren. De positie van de backs was echter vaak onvoldoende hoog om ruimte te maken voor andere ploegmaats. Bovendien zorgde, eigenlijk in alle wedstrijden, de te lage balsnelheid voor heel voorspelbaar getik achterin zonder dat er directe diepgang mogelijk was. De tegenstander kon Panama vaak dwingen in een risicovolle pass tussen de linies die makkelijk werd onderschept. Wanneer de Panamese centrale verdedigers toch een aanvallende middenvelder of flankaanvaller tussen de linies konden bereiken, verloor deze meestal de bal door een te beperkte technische bagage met een gevaarlijke tegenaanval tot gevolg.

lange bal

Noorwegen in 4-4-2. Gomez (6) zakt in tussen de centrale verdedigers om overtal te creëren. Opnieuw te trage balcirculatie om overtal uit te spelen. Ook geen aanspeelbaarheid tussen de linies (blauwe vak). Gerichte diagonale lange bal naar diepe spits volgt

 

Lange bal met lopende mensen
De tweede manier van opbouwen is snel de ‘kortste weg naar doel zoeken’, lees een snelle lange bal richting de aanvallers. In de beslissende WK-kwalificatiematch tegen Costa Rica en de oefenwedstrijd tegen Denemarken koos Panama duidelijk voor die tweede strategie. Gezien de beperkte kwaliteiten aan de bal bij de Panamezen lijkt dit, minder risicovol scenario, mogelijks het meest logische voor coach Gomez.

In sommige gevallen is het doelman Penedo die de bal meteen naar voren jaagt, maar vaker wordt in de opbouw kapitein en rechtercentrale verdediger R. Torres gezocht. Hij trapt bijna steevast de bal diagonaal lang richting diepe spits en targetman Perez (1.87m) of Tejeda (1.85m). Beiden zijn relatief kopbalsterk en Panama creëert het grootste gevaar wanneer de flankaanvallers of een aanvallende middenvelder (zoals de dynamische Cooper) dicht bij deze diepe spits komen om te anticiperen op het doorkoppen in de rug van de defensie of het winnen van de tweede bal centraal. Zo kon de 37-jarige spits Perez zijn snelle spitsbroeder G. Torres alleen voor de keeper zetten tegen Costa Rica, na een lange doeltrap van de keeper. In de 87’ scoorde Panama zo zelfs de belangrijke winnende treffer voor de kwalificatie met opnieuw een lange bal richting Perez die verlengde tot bij zijn mee opgerukte kapitein en centrale verdediger R. Torres.

lange bal

Lange bal van achteruit op diepe spits Perez. Twee ploegmaats anticiperen op het kopduel en lopen door in de diepte, G. Torres komt alleen voor de Costa Ricaanse keeper maar mist

 

Voor het overige is het aanvalsplan redelijk beperkt. Waar Panama in de opbouwfase vaak een overtal probeert te creëren als het kort wil opbouwen, doet het dit ironisch genoeg niet in de aanvalsfase. Daar staat het vaak in ondertal of in gelijkheid wat bitter weinig tot dreiging leidt gezien de beperkte individuele kwaliteit van zijn spelers. Een zekere angst om de bal te verliezen is een meer dan logische verklaring. Enkel rechtsback Machado durft af en toe aanvallend inschuiven.

overtal creëren

Beide flankspelers staan breed, halfspaces niet bezet. Er wordt geen overtal gecreëerd rond de bal, onvoldoende kwaliteit om 2v2 situatie uit te spelen = geen diepgang

 

 

Crosspass om 1v1 te creëren op linkerflank
Hierdoor is het echter te vaak wachten op de lange bal richting de spitsen. Eén van de weinige patronen waardoor Panama af en toe gevaar creëert, is wanneer het in een centrale positie tot een 1-2 kan komen met spits Perez, die bijna altijd naar de bal komt. Een laatste vaststelling is de snelle flankwissel van R. Torres. Als de centrale verdediger de bal niet naar de targetman trapt, probeert die vaak de cross naar de linkerflankaanvaller te trappen die dan een snelle 1v1 actie kan opzetten. Met Rodriguez heeft het daar iemand met snelheid en een voorzet, Barcenas is beperkter in deze situaties. Tot heel veel gevaar komen de Panamezen dus voor alle duidelijkheid niet vanuit het veldspel. Als de Belgen met hoge druk ook nog R. Torres kunnen vastzetten zodat die zijn crosses niet kan trappen, hebben onze Duivels bitter weinig te vrezen. Geen enkele gemaakte goal in hun vier oefenmatchen in 2018 tegen Noorwegen, Noord-Ierland, Zwitserland en Denemarken is het harde verdict voor Panama.

 

BALVERLIES

In verdedigend opzicht heeft bondscoach Gomez z’n huiswerk iets meer op orde. Binnen de 5-4-1 formatie tegen Denemarken en Zwitserland stapelden de defensieve fouten zich eerst nog op. Om te beginnen hielden de Panamezen de ruimtes tussen de linies onvoldoende dicht wat erg vaak werd uitgespeeld door de tegenstander.

Dat zorgt uiteraard voor een kettingreactie wanneer andere spelers hun positie gaan verlaten om toch druk te geven op de balbezitter tussen de linies. Tegen de Denen verlieten de centrale verdedigers dan regelmatig hun ruimte om door te dekken wat vaak goed werd uitgespeeld door de Denen in de halfspaces in de rug van de verdediging. Het feit dat de centrale verdedigers bijna nooit goed op één lijn stonden, werkte dit uiteraard in de hand.

halfspace

Ruimte tussen linies wordt niet goed verdedigd. Eriksen wordt aanspeelbaar en door slecht uitstappen van twee Panamese spelers, krijgt hij vrije baan in de rug van de defensie. Hij trapt een gevaarlijke voorzet vanuit halfspace die in handen van keeper wordt gekopt

 

Problemen met ruimte in de rug
Ook het verdedigen op de flanken verliep moeizaam. Ondanks de 5-4-1 opstelling probeerden Panama bij momenten wel hoog druk te zetten: het zorgde voor enthousiasme bij de wing backs die probeerden door te dekken op de backs van de tegenpartij wanneer hun flankaanvallers hoger aan het storen waren. Wanneer die even te laat kwamen, zorgde dat uiteraard voor zeeën aan ruimtes in de rug van de defensie. Het gebrek aan snelheid bij de oudere spelers achterin kon bijgevolg makkelijk worden benut.

Gomez besloot na de wedstrijden tegen Denemarken (1-0 verlies) en Zwitserland (6-0 verlies) verlies voor een omschakeling naar een 4-1-4-1. Vanuit die formatie gaf het eerst de Noord-Ieren partij en dat verliep een stuk beter. Een leuke test ook omdat de Noord-Ieren net als onze Rode Duivels met een 3-mansdefensie spelen. Panama koos voor een medium blok vanuit 4-1-4-1 waarbij het de 3 verdedigers relatief eenvoudig laat rondspelen zonder druk te geven. De 4 spelers achter de diepe spits proberen de passlijnen af te zetten en snel te kantelen zodat de tegenstander niet tussen de linies kan spelen zonder dat de bal onderschept wordt.

Hogere pressing
Soms kozen de Panamezen echter wel voor agressieve pressing op de 3-mansdefensie. Meestal was het dan één van beide flankaanvallers die z’n moment koos om hoog door te duwen op de linker- of rechter centrale verdediger van de tegenpartij wanneer die een moeilijkere bal kreeg toegespeeld. Door hem naar binnen te duwen, vanuit de passlijn op de wing back, vond die weinig voorwaartse opties. Intussen drukte de spits door op de meest centrale verdediger en schoof ook de andere flankaanvaller door richting de derde centrale man. Vaak werd een centrale middenvelder wel vrijgelaten in die situaties maar de Noord-Ieren blonken op een slecht terrein niet meteen uit in hoog technisch vernuft waardoor het gedwongen werd snel lang te spelen. België moet wél in staat zijn om onder die mogelijke druk uit te voetballen.

hoge pressing

Hogere pressing Panama. Rechterflankaanvaller duwt LCV van Noord-Ierland naar binnen. CV ontvangt moeilijke bal en wordt meteen onder druk gezet door diepe spits Perez waardoor een lange bal volgt

 

Met de 4-1-4-1 stond de organisatie en het beperken van de ruimte tussen de linies bij de Panamezen duidelijk beter de laatste partijen. Een grote zwakte blijft echter de ruimte in de rug van de defensie wanneer de tegenstander toch eens tussen in balbezit geraakt tussen defensie en middenveld van Panama. In die situaties is er soms geen druk op de bal waardoor er gevaarlijk kan getrapt worden maar vaker komt er geïsoleerd druk door 1 speler waardoor er snel een gevaarlijke eindpass in de diepte kan gespeeld worden. Gezien de kwaliteiten van Hazard en Mertens op die positie is groot gevaar daar zeker mogelijk. Zwitserland gaf er met verschillende gelijkaardige doelpunten alvast het goede voorbeeld.

Ook in de omschakeling naar balverlies is het team op die manier kwetsbaar. Vandaar waarschijnlijk ook de keuze om in de opbouw een groot overtal achterin te houden gezien de beperkte voetballende kwaliteiten en het feit dat de kans op balverlies sowieso groot blijft als men probeert geduldig uit te voetballen.

 

SPELHERVATTINGEN

Aangezien de individuele kwaliteit en het aanvalsplan redelijk beperkt is, moet Panama proberen gebruikmaken van elke standaardsituatie om tot gevaar te komen. Het eerste wat daarbij opvalt, is het frequente gebruik van de (heel) verre inworp. Deze komt van rechtsback Machado en wordt zowel op rechts als op links gebruikt. Er zijn zelfs situaties waarbij de verre inworp van zo’n 30m wordt gebruikt aan de middenlijn richting de targetspits die rond de baklijn beweegt. Rond hem zijn tegelijk voldoende lopende spelers die voor chaos proberen zorgen.

verre inworp

Heel verre inworp van back Machado richting diepe spits(en) en lopende mensen rond hem

Ook op hoekschoppen zijn R. Torres (1.87m) en spits Perez de gevaarlijkste heerschappen. R. Torres loopt bijna altijd naar de eerste zone waar hij richting doel kopt of de bal doorkopt naar de tweede zone. In de tweede zone loopt steevast zijn collega-centrale verdediger Escobar (1.82m). Op die manier ‘scoorde’ Panama ook het spookdoelpunt dat hen terug in de match bracht tegen Costa Rica. De hoekschoppen worden bijna steeds door andere spelers getrapt maar zo goed als altijd indraaiend.

corner voor

Indraaiende corner. Torres loopt in de eerste zone in en kopt de bal door. Geharrewar voor doel en spookdoelpunt wordt toegekend

Bij hoekschoppen tegen kiest men duidelijk voor mandekking. Bovendien worden de eerste zone bezet en kiest R. Torres (de beste kopper) voor een centrale positie net binnen/buiten de kleine baklijn, ook Perez (targetman) neemt 1e zone voor zijn rekening. Opvallend is dat het elftal van Gomez tegen Noorwegen er van bij de start steeds voor koos drie aanvallers voorin te houden, iets wat uiteraard ook aan onze Duivels zal worden meegegeven. Er ligt in dit geval bijzonder veel ruimte voor een ingestudeerd nummertje rond de baklijn.

corner voor

Mandekking in de 16m. R. Torres (5) en Perez (7) staan in zone om bal weg te koppen. Enorm veel ruimte voor een variant in en rond de baklijn

Het is overigens al 28 goals geleden dat Panama nog eens een tegendoelpunt slikte op corner (toen een korte corner tegen Costa Rica) dus op dat vlak zullen de Belgen zich van hun creatiefste kant moeten tonen.

 

CONCLUSIE

Echte vedetten heeft Panama niet. Als het team een succesje wil vieren, zal het dat waarschijnlijk moeten doen op een manier die heel ‘rechttoe rechtaan’ is met snelle lange ballen van achteruit op de diepe spits met lopende mensen rond zich. Aanvallend is er voor het overige weinig strategie. Enkel op hoekschoppen en op verre inworpen, toonde het team zich de voorbije matchen nog sporadisch eens gevaarlijk. De nul proberen houden zal van primordiaal belang zijn maar dat lukte slechts 2x in de laatste 10 wedstrijden. In balverlies staat het ook effectief al iets beter op orde in een 4-1-4-1 opstelling maar echt sterke tegenstanders troffen de Panamezen natuurlijk nog niet. Het blijft enorm kwetsbaar in de rug van de defensie ook van zodra de tegenstander erin slaagt tussen de linies te spelen. Dit Panama zal bloed, zweet en tranen laten maar mag eigenlijk niet meer dan een ideaal opwarmertje zijn voor België.

 

Meer internationaal voetbal

KAA Gent – Anderlecht (0-0): veel strijd, weinig finesse

Na de Europese uitschakeling en een dramatische competitiestart (1 op 12) werd voor het eerst echt aan de goddelijke status van Gent-coach Hein Vanhaezebrouck getornd. Anderlecht-coach Weiler kreeg na de countertitel van vorig seizoen een klein beetje respijt maar ook het gebrek aan punten bij de Brusselse topclub (4 op 12) zorgt voor druk rondom het Astridpark. Twee elftallen op zoek naar rehabilitatie.

tactiek Gent Anderlecht

Basisteams van KAA Gent & RSC Anderlecht

KAA Gent moest het doen zonder doelman Kalinic en middenvelder Neto die al een tijd buiten strijd is. Vanhaezebrouck greep terug naar z’n bekende 3-4-3, al loopt deze een pak minder sinds de driemansdefensie uitgroeide tot een hype. Zijn elf namen: Thoelen, Gigot, Mitrovic, Asare, Dejaegere, Esiti, Marcq, Machado, Milicevic, Simon, Sylla.

Anderlecht zag Tielemans deze zomer vertrekken en Weiler hield verrassend genoeg ook Dendoncker, midden in transferbeslommeringen, op de bank. Desondanks geen plaats in de basiself voor Trebel en Stanciu, Gerkens kreeg zijn kans. Het basisteam van de bezoekers: Sels, Appiah, Kara, Spajic, Obradovic, Kums, Gerkens, Hanni, Chipciu, Onyekuru en Teodorczyk.

Middenveldpressing Anderlecht

Anderlecht koos exact voor dezelfde aanpak om de Gentse 3-4-3 te bestrijden als een paar maanden terug in PO I, ook deze match analyseerden we eerder. Het koos voor een reactieve aanpak en pressing vanaf de middenlijn. Daarbij zette Teodorczyk druk op de meest centrale verdediger Mitrovic en werd hij geruggesteund door heel wat loopwerk van driehoek op het middenveld van paars-wit.

ruimte tussen linies

Gerkens had drukzetten op Asare maar Gent kan via Mitrovic wisselen van kant. Hanni moet hoog druk gaan zetten en ook Kums verlaat positie centraal. Heel veel ruimte tussen de linies waarvan Sylla profiteert, Spajic pakt een geel in het 1v1 duel

Concreet duwde Anderlecht de opbouw via de Poolse spits richting Asare of Gigot. Op dat moment kwam één van de twee aanvallende middenvelders, Hanni of Gerkens, in beweging om druk vooruit te zetten. De twee centrale middenvelders van Gent werden in die situatie meteen opgepikt door de andere aanvallende middenvelder en Kums die z’n positie voor de verdediging moest verlaten. In de beginfase maakte Gent echter het veld goed groot, zakten de drie centrale verdedigers ver in, waardoor de afstanden voor de bezoekers eigenlijk niet te belopen waren.

Te weinig snelle flankwissels bij Gent

Vanwege die grote afstanden had Gent de eerste helft constant de bal en konden ze via Mitrovic of de middenvelders voortdurend de bal van flank wisselden. De snelheid in de balcirculatie lag bij de thuisploeg echter vaak te laag waardoor het weinig openingen kon creëeren. Ook de crosspasses van Neto worden al een tijd gemist, zowel Esiti als Marcq trapten de flankwissels veel te weinig op de lopende Machado en Dejaegere op de flanken wat uiteraard de sterkte moet vormen binnen de Gentse 3-4-3.

Het moet ook gezegd worden dat deze twee Gentse flanken werden geschaduwd door de flankaanvallers van Anderlecht. Weiler koos dus opnieuw om druk vooruit te proberen zetten maar maakte daarbij geen gebruik van Onyekuru en Chipciu. Beiden werden belast met -wel heel- defensieve taken om constant laag terug te zakken. Mede daardoor waren Dejaegere en Machado weinig gevaarlijk. Die laatste vervulde overigens een stuk de rol die Foket in het verleden op rechts invulde, in balbezit nam hij de hele linkerflank voor z’n rekening in een 3-4-3. In balverlies zakte hij terug tot in de 4-3-3 van waaruit Gent drukzet.

Anderlecht compleet ongevaarlijk

Deze positionele structuur zette Anderlecht wel voor twee grote problemen:
Verdedigend zorgde het er eerst en vooral voor dat er centraal opnieuw een zee aan ruimte was voor onder andere de afhakende Sylla. Deze werd meermaals vrijgespeeld in de voet door Gigot en Asare met een hijgende Spajic in de nek. Een centrale verdediger die in grote ruimtes moet verdedigen, is vaak een gevaar en dat bleek ook snel. Binnen het halfuur kon Spajic er al uitgaan met twee gele kaarten in diverse situaties met Sylla en Milicevic die tussen de linies speelde.

Het tweede probleem van Anderlecht was het gebrek aan gevaar in de omschakeling naar balbezit en laat die counters nu net de grote sterkte zijn van paars-wit, zoals het vorig seizoen ook al bewees. Omdat Onyekuru en Chipciu heel diep moesten verdedigen, waren ze zeker in het begin amper gevaarlijk vanwege de te grote afstand om te overbruggen. Als Kums, Hanni, Gerkensen de bal al eens veroverden maakten ze vaak de foute keuze bij het inspelen, meestal bij gebrek aan snelle aanspeelopties op de buitenkanten. Wanneer er al eens gevaar kon komen, maakten de Gentse spelers op het juiste moment ook de professionele overtreding.

lange bal tactiek

Geen poging tot korte opbouw bij Anderlecht. De vrijstaande Appiah werd amper benut, lange bal richting Teodorczyk en Chipciu.

De korte opbouw is bij Anderlecht al een aantal jaar gebannen en ook vandaag waren er weinig woorden aan vuil te maken. Gent zette met Sylla en Moses druk op het Anderlecht centrale duo Kara-Spajic wat voor veel vrijheid bij Appiah zorgde. Deze werd echter nooit benut, Sels speelde keer op keer de lange bal richting Teodorczyk.

Inbreng Trebel

Het zorgde voor een dominant Gent in de eerste helft dat wel moeilijk tot kansen kwam, enkel op spelhervattingen was het een aantal keer erg dreigend via Milicevic. Een ‘topper’ die op slot zit opengooien, kan ook met een rode kaart moet Vanhaezebrouck gedacht hebben. In de tweede helft wisselden Dejaegere en Milicevic regelmatig van positie: Dejaegere bewoog meer tussen de linies, ongetwijfeld met de bedoeling om in de zone van Spajic tot een tweede gele kaart te komen. Milicevic vulde op zijn beurt de rechterflank in met iets meer voorzetten al leverde dat weinig gevaar op. Ook Dejaegere, die erg goed en snel kan wegdraaien op de korte ruimte, werd eigenlijk nooit gevonden in een 1v1 situatie met Spajic.

Enkel de inbreng van Trebel veranderde uiteindelijk iets aan het wedstrijdbeeld. Anderlecht ging iets agressiever drukzetten en veroverde vaker de bal waardoor het kon counteren. Dat deed het ook driemaal erg gevaarlijk met Onyekuru, Hanni en Bruno in de hoofdrol.

De bizarre tactische keuzes bij Anderlecht zorgden opnieuw voor een gesloten match waarin de duels primeerden. Zelf neutraliseerde Weiler voor een groot stuk het gevaar van zijn eigen team door de positionele structuur. Gent op zijn beurt wilde wel voetballen maar kon onvoldoende tempo maken en mist vooral centraal op het middenveld voetballend vermogen en snelheid van uitvoering. Het maakte ook onvoldoende gebruik van de vele ruimte tussen de linies bij de bezoekers.

Ondanks de puntendeling lijkt Gent de morele winnaar vandaag. Het boette aan individuele kwaliteit in de afgelopen jaren maar het tactische concept blijft overeind en moet de Buffalo’s richting PO I helpen. Anderlecht daarentegen heeft kwaliteit in overvloed maar de spelers lijken gevangen te zitten in het weinig dominante concept waarvoor wordt gekozen. Benieuwd hoe lang dit nog wordt gepikt door spelers, fans en bestuur.

KAA Gent – Zenit St-Petersburg (2-1) : Kums aan de ketting, Simon geniet van vrijheid

Gent legde een knap parcours af in de Champions League en kon zich mits een zege voor het eerst kwalificeren voor de 1/8e finale. Zenit verkeerde al in hogere kerstsferen: met 15/15 was het al geplaatst voor de volgende ronde in de CL & in eigen land moest het niet meer aan de bak tot eind februari 2016.

Champions League

Basisploegen Gent & Zenit

Vanhaezebrouck kon, op Matton & Pedersen na, rekenen op al zijn basispionnen. Hij koos dan ook opnieuw voor de aanvallende 3-4-3 met volgende namen: Sels; Rafinha, Mitrovic, Nielsen; Asare, Kums, Neto, Foket; Simon, Milicevic, Depoitre. Rafinha was de surprise du chef als linkerverdediger, waardoor Asare opschoof naar het middenveld in de plaats van Saïef.

Villas-Boas miste de geschorste Witsel & zette Hulk al op het vliegtuig naar de zon. Hij stuurde zijn team in een 5-3-2 de wei in met Lodigin; Garay, Lombaerts, Neto, Criscito, Anyukov; Javi Garcia, Ryazantsev, Yusupov; Dzyuba en Danny.

Russische mandekking op middenveld
De intenties van Zenit waren vanaf de eerste minuut duidelijk: laag inzakken, de ruimte tussen de linies kort beperken en er proberen uitkomen op de counter. De drie centrale verdedigers van de Buffalo’s kregen de bal. Eens ze de middenlijn overkwamen, kwam er wel druk op de bal met snelle balrecuperatie en een counter als doel. Dat probeerden de Russen op volgende manier:

De 2 spitsen Danny & Dzyuba namen positie in naast elkaar en zetten druk van zodra de bal bij één van de buitenste centrale verdedigers kwam (vooral op Rafinha & Nielsen dus). Daar werd druk gezet door de spits het dichtst bij de bal.

Op het middenveld speelden Ryazantsev & Yusupov mandekking op Kums & Neto eens de bal naar hen zou kunnen gespeeld worden. Javi Garcia was de vrije (verdedigende) middenvelder die de gaten voor de verdediging dichtliep waar nodig. Wanneer één van zijn Russische centrale middenvelders te ver uit positie was om te drukken op Kums of Neto, kwam zelfs hij vaak uit zijn positie voor de verdedigers om de Gentse middenvelders het spel zeker niet te laten verdelen.

Dat deel van het plannetje werkte: zowel Kums als Neto werden geschaduwd en konden de hele wedstrijd lang hun stempel niet drukken. Met slechts 4 geslaagde passes op de helft van de tegenpartij was duidelijk dat Kums serieus aan de ketting lag. In Lyon probeerden de Fransen hem op een gelijkaardige manier vast te zetten, maar daar kwam het kleine genie wel nog aan 14 belangrijke passes. Van achteruit was het moeilijk voetballen waardoor vooral Rafinha te veel ballen verkeerd inspeelde, 5 alleen al in de eerste helft.

Ontketende Moses Simon
De flankverdedigers van Zenit pikten respectievelijk Asare of Foket op waardoor ook hun inbreng werd geminimaliseerd. Als de bal op links zat, ging Anyukov ver doordekken op Asare. Op links hetzelfde verhaal met Criscito waardoor die twee toch wat ruimte lieten in hun rug.

goal Gent

1e goal KAA Gent: Asare lokt Anyukov uit positie en stuurt Simon de diepte in. Die dribbelt Neto makkelijk & zet voor richting Depoitre die niet gedekt wordt door Lombaerts

En daardoor was Gent gevaarlijk. Aangezien het middenveld potdicht zat, draaide alles om goed positiespel zodat de aanvallers wél de nodige ruimte kregen. Het duurde even maar de Buffalo’s vonden na een tijd zoeken toch de openingen. De mogelijkheden lagen vooral in de rug van Anyukov (die goed uit positie werd gehaald door Asare) waar een ontketende Moses Simon verschillende keren de 1v1 kon aangaan tegen een zwakke Neto. De Nigeriaan kreeg de ruimte om voor diepgang te zorgen om van daaruit tot een dribbel of voorzet te komen. Niet toevallig kwamen de voorzetten bij beide doelpunten dan ook van Simon. (De 1-0 & de 2-0)

Zeker wanneer Gent het spel snel van kant probeerde te wisselen, kon het heel gevaarlijk zijn als het snel voor diepte koos. De twee flankverdedigers van Zenit stonden dan vaak nog hoog en breed, waardoor het voorin 3v3 was.

Danny als motor
In balbezit probeerden de Russen daar vooral counters tegenover zetten. Zij bleken echter vergeten dat de snelheid in hun ploeg, belichaamd door Hulk, al met de krent op een Braziliaans strand lag. De flankverdedigers moesten dan weer van te diep komen gelopen, de centrale middenvelders zorgden evenmin voor infiltraties. Laat het zwakke punt van diepe spits Dzyuba net snelheid zijn en Zenit kwam er zeker de eerste helft amper gevaarlijk uit.

De tweede helft namen ze in balbezit meer initiatief met kapitein Danny in de hoofdrol. De Portugese aanvallende middenvelder (oorspronkelijk opgesteld als spits) zakte vaak diep in op het middenveld, vooral in de ruimte tussen Foket & Nielsen, om van daaruit het spel te verdelen. Met 20 geslaagde passes op de helft van de tegenstander lukte dat uitstekend waardoor Gent het toch even benauwd kreeg.  De Russen ontbeerde echter aanvallende kwaliteit zonder hun sterspeler om de thuisploeg veel pijn te doen. Een verdiende kwalificatie voor Gent was het knappe eindoordeel.

Aanvallend monddood
Het aanvalsspel van Gent toonde zich ook in de Champions League heel dynamisch met lopende flankmiddenvelders, Kums als spelverdeler, twee valse wingers met een individuele actie en een topspits voorin. Bij momenten was het leuk om naar te kijken: het lef waarmee Vanhaezebrouck zijn mannen op het veld stuurde.

Maar.. Zowel Lyon als Zenit toonden de afgelopen weken dat belangrijke onderdelen van de Gentse machine aan banden kunnen gelegd worden. Het zal ongetwijfeld een inspiratie vormen voor de komende Belgische tegenstanders van Gent. Belangrijk is echter wel dat tot op heden nog geen enkel team erin slaagde de Buffalo’s volledig te neutraliseren zonder ook zichzelf aanvallend monddood te maken. Maandag volgt de loting voor de 1/8e finales: dan kennen we mogelijks een nieuwe tegenstander die wél voor die primeur zorgt.

 

Meer buitenlands voetbal

KAA Gent besproken bij aanvang van het seizoen