België-Brazilië: moment van de waarheid

De Gouden Generatie staat voor haar Grote Examen. De ‘eigen keuze’ voor de moeilijke tabelhelft waarbij een kwartfinale tegen Brazilië onvermijdelijk was, werd gemaakt. Dé ontmoeting dus met misschien wel de grote WK-favoriet (samen met Frankrijk). België cruisete door het tornooi maar treft nu voor het eerst in het tornooi minstens z’n evenknie. Het moment om geschiedenis te schrijven?! Een voorbeschouwing.

Lange Bal zag tot dusver 44 van de 56 gespeelde WK-matchen. Zoals altijd zijn er verschillende trends weer te geven: de impact van de VAR, het belang van de spelhervattingen (bijna de helft van de WK-goals), het grote aantal goals vanuit een omschakeling, het feit dat slechts weinig teams nog kiezen voor een achterhoede met 3 verdedigers, etc.

Een ‘kwalijke’ trend was ongetwijfeld de behouden aanpak van een aantal (top)landen. Het gebrek aan trainingstijd bij een nationaal elftal weegt vaak niet op tegen het samenbrengen van ’s lands grootste talenten. Het zorgt ervoor dat de bondscoach logischerwijs zijn team vooral verdedigend op orde probeert te krijgen om dan veelal te focussen op de omschakeling en het individuele talent dat het verschil voorin moet maken.

Dé grote uitzondering hierop vormen ongetwijfeld onze Rode Duivels. Wél met z’n drieën achterin, wél vanuit een duidelijk aanvalsplan met structuur, met veel lef en branie. Eén van de weinige landen die vol op de aanval durft te spelen, niet toevallig het team dat mogelijks het meeste steun krijgt van de neutrale voetballiefhebber. Met een aanvallende xG van 10,49 creëerden onze Rode Duivels tijdens dit WK aanvallend ook het meeste kwalitatief hoogstaande kansen van alle teams. (Lees hier meer over Expected Goals Data)

Met een aanvallende xG van 7,71 staat Brazilië dan weer op de tweede plaats in die ranking, doch Brazilië lijkt duidelijk afhankelijker van de individuele kwaliteit dan van ruimtecreatie, het benutten van die ruimte en duidelijke patronen.

Hoe dan precies? België gaat al twee jaar uit van een aanvallend 3-4-3 systeem met duidelijke patronen en veel drang naar voor. Opvallend daarbij is dat het via de positie van de spelers uiteraard constant tegenstanders aan het twijfelen wil brengen. Veel spelers tussen de linies of die voor diepte zorgen (rood omcirkeld = gevaarlijkste spelers), spelers hoog naast het blok van de tegenstanders (oranje), ploegmaats in het blok van de tegenstander (geel) maar relatief laag en dus niet zo gevaarlijk en tot slot spelers laag buiten het blok van de tegenstander (groen: lees in eerste instantie ongevaarlijk).

positionele structuur

 

Opvallend bij de Belgen dat het steeds probeert 5 gevaarlijke spelers te hebben (rood of oranje). Enkel tegen Japan liet het zich in de eerste fase van de opbouw misschien te veel verleiden tot ‘veilig/ongevaarlijk balbezit’ door het (onnodig?) uitzakken van Witsel in de opbouwfase waardoor het één speler te weinig had in de ‘gele zone’. Toch houdt het steeds 2 oranje en 3 rode spelers in gevaarlijke posities.positionele structuur

 

 

Los van (het blok van) de tegenstander is Brazilië hier gedurende het tornooi over het algemeen een stuk voorzichtiger in. Het gaat altijd uit van een 4-3-3 formatie maar onderstaande situatie is bijvoorbeeld geen uitzondering: 5 spelers in de laatste veilige lijn buiten het blok van de tegenstander komt geregeld voor. Het zorgt ervoor dat de twee flankaanvallers het veld breed houden (oranje) en er dus maar 1 echte gevaarlijke (rode speler) is die uiteraard makkelijk te verdedigen valt.

opbouw Brazilië

 

Een ander euvel binnen het aanvalsplan van Brazilië hangt daar nauw bij samen: de backs (vooral Fagner & Filipe Luis) zijn relatief beperkt in hun aanvalsdrift waardoor de wingers het veld breed houden en er dus weinig aanspeelopties komen in de ‘red zone’. Daardoor worden Neymar en Willian vaak aangespeeld in slechte omstandigheden: namelijk recht op recht langs de lijn terwijl ze kort gedekt worden. Zonder twijfel een belangrijke reden waarom Neymar steeds in het duel terecht komt en dus ook zo veel schoppen krijgt dit WK. Een matige positionele invulling van het elftal die je bij België maar nauwelijks zal zien, qua aanvallende structuur en visie doet dit WK niemand beter dan onze Belgen. Desondanks zijn de versnellingen van de Brazilianen vaak verschroeiend en zijn Willian, Neymar en Coutinho allen in staat de match met één verrassende flits in een beslissende plooi te leggen.

recht op recht inspelen

 

Verdedigend houden België en Brazilië elkaar ook relatief in balans, in defensief opzicht heeft België een xG van 3, Brazilië doet iets beter met slechts 2,33 (en trof waarschijnlijk ook al betere tegenstanders). Primus van de klas hier zijn Frankrijk en Uruguay die elkaar ook vrijdag treffen, kneusjes zijn Rusland en Kroatië die elkaar zaterdag ontmoeten. Los van de xG leeft toch het gevoel dat Brazilië defensief een stuk stabieler is dan onze Belgen met voorlopig slechts 1 geslikt doelpunt tegen Zwitserland en clean sheets tegen Mexico, Servië en Costa Rica. België kon enkel de 0 houden tegen Panama en een geplaatst Engeland, het slikte er 4 tegen Japan en Tunesië. Het feit dat Brazilië in principe meer mensen achter de bal houdt in balbezit, speelt hier uiteraard een rol in. Drie maand geleden schreven we hier overigens al over de toegenomen defensieve stabiliteit bij Brazilië!

Ondanks de 5-mansdefensie, want daarnaar evolueert de 3-4-3 uiteraard in langere periodes zonder balbezit, heeft België twee grote euvels in balverlies. Een echte structuur om bepaalde periodes van de match gericht hoog te pressen ontbreekt ook nog maar dat kunnen we de bondscoach gezien de beperkte trainingstijd uiteraard niet verwijten, op een WK voetbal zijn er amper teams die dat facet beheersen.

1-  1v2 op de flanken

In balverlies wordt de 3-4-3 in principe regelmatig omgetoverd tot een 5-4-1. Echter Hazard en Mertens, die veelvuldig de rol vertolken als inside winger, vullen de defensieve taken niet altijd even goed in. Hieronder zie je een voorbeeld binnen de 5-4-1 waar het relatief blok goed gevormd is. Eens de bal naar buiten gaat naar de backs van de tegenstander is er echter geen of weinig druk op de bal.

Regelmatig zie je dan ook dat de Belgen gedurfd gaan gokken op de omschakeling waarbij het team in twee blokken lijkt uiteen te vallen, in een 5-2 achter de bal en 3 jongens voor de bal (Mertens, Hazard en Lukaku). Uiteraard dé reden waarom we zo gevaarlijk zijn in de omschakeling: vaak kwalitatieve spelers al in een hoge positie op het moment dat we de bal veroveren. Geen enkel ander land doet dit echter en zo zwaar gokken tegen de Brazilianen is waarschijnlijk geen goed idee. Marcelo, indien fit, laten oprukken op de linkerflank en met Neymar op Meunier laten afstormen is mogelijks zelfs suïcidaal te noemen. Japan probeerde dit tegen de Belgen al constant uit te spelen met de oprukkende Nagatomo en Inui tegen Meunier, wat meermaals tot gevaar leidde.

2” voor het 2e tegendoelpunt tegen de Jappaners zie je deze 5-2-3 formatie duidelijk terug: Mertens, Hazard en Lukaku blijven voorin hangen: het team in 2 blokken verdeeld

 

 

 

2-  Gebrek aan dekking/agressiviteit centraal voor de defensie

Een tweede grote probleem is het gevolg van die ondertalsituaties op de flank. Maar al te vaak moet De Bruyne maar vooral Witsel dit ondertal gaan oplossen op de buitenkant waardoor er centraal erg veel ruimte komt voor de tegenstander om in te voetballen. Wanneer er dan toch eens twee mensen voor de defensie spelen, missen deze regelmatig de nodige agressiviteit en onverzettelijkheid. Het tweede doelpunt (zie foto hierboven) van Japan waarbij De Bruyne slentert om Witsel te helpen is de perfecte illustratie daarvan.

Ook de bezetting van de eigen 16m bij flankvoorzetten wordt regelmatig verwaarloosd. Vaak probeert Meunier of Carrasco de voorzet af te blokken, soms met de steun van Witsel of een centrale verdediger. Ook dan durft De Bruyne zijn defensieve taken wel eens te verwaarlozen waardoor een bal van 45° achteruit richting 16m levensgevaarlijk kan zijn. Neymar, Coutinho en Willian lijken ons nu ook niet echt de spelers om daar vrij te laten trappen…

Witsel moet de 1v2 aan de buitenkant corrigeren om flankvoorzet eruit te halen, De Bruyne nergens te bespeuren. Centrale zone (rood) volledig vrij voor een bal achteruit naar inlopende tegenstanders 

 

Als Roberto Martinez er in slaagt om bovenstaande twee defensieve problemen nog te verhelpen in de laatste dagen maakt België zeker een goede kans om vrijdag een stunt te realiseren. Echter, het moet gezegd dat deze problemen al langere tijd zichtbaar zijn binnen het elftal van de Rode Duivels en dat zal zeker niet aan het oog van Brazilië ontsnapt zijn. De offensieve slagkracht en het gevaar in de omschakeling behouden en tegelijk de defensieve problemen verhelpen, is ook niet evident. Het één heeft uiteraard altijd effect op het ander.

Om zoals vele analisten niet enkel met een beschuldigend vingertje te wijzen of in algemeenheden te praten, koppelen we er meteen twee mogelijkheden aan voor onze Duivels. Het ene al dichter bij het huidige plan dan het andere.

 

Plan A

In ons eerste plan kiezen we in balbezit voor de huidige aanvalspatronen van onze Rode Duivels vanuit 3-4-3. Met het motto: wat goed is, moet behouden worden! Echter in balverlies, kiezen we voor een asymmetrische 4-3-3 zoals KAA Gent het destijds deed onder Hein Vanhaezebrouck: namelijk in balverlies meteen omschakelen naar een 4-mansdefensie mét een dubbele flankbezetting. Daarbij wordt Meunier de rechtsachter en geeft hij in de defensie steun aan Vermaelen, Alderweireld en Kompany. Chadli of Carrasco blijft dan iets hoger speler als linkermiddenvelder, terwijl De Bruyne rechtermiddenvelder wordt. Centraal voor de defensie kiezen we sowieso voor Witsel én Fellaini. Lukaku en Hazard kunnen dan hoger op het veld van meer vrijheid genieten en de Belgische counters inleiden.

omschakeling opbouw

Balbezit België 3-4-3

Balverlies België: 4-3-3 -> 4-4-1-1

Voordelen:
+ offensieve patronen blijven behouden

+ Hazard en Lukaku kunnen dreigend blijven in omschakeling

+ meer defensieve slagkracht centraal voor de defensie

+ dubbele flankbezetting in balverlies

 

Nadelen:

– omschakeling naar balverlies: Meunier tijdig terug? Wat met Neymar?

– Vermaelen fit/beweeglijk genoeg voor eventuele 1v1 situatie met Willian?

 

Plan B

In ons tweede plan proberen we de nadelen van plan A te neutraliseren. Hierbij kiezen we in balbezit en balverlies voor een soort 4-3-2-1 formatie. Dit keer met Meunier als ‘vaste’ rechtsachter maar met een rijkelijk gestoffeerd middenveld voor de defensie: Witsel, Fellaini en Dembele. Witsel als slot op de deur centraal. Dembele als nuttige factor in de opbouw én als bewaker van Neymar wanneer Meunier is opgerukt. Fellaini kan in aanvallend opzicht ook meer infiltreren en gevaar stichten in de box. Ook in plan B krijgen Hazard en Lukaku voldoende vrijheid, De Bruyne ook meer dan in plan A.

4-3-2-1

4-3-2-1 opstelling

Voordelen:

+ restverdediging staat goed: Neymar kan worden opgevangen

+ meer vrijheid voor Hazard en De Bruyne in balbezit en omschakelmomenten

+ verrassende infiltraties van Fellaini mogelijk

+ geen dubbele flank maar Dembele en Fellaini kunnen daar voldoende bijspringen

 

Nadelen:

– offensieve automatismen worden deels weggenomen

 

Conclusie

België speelde van alle teams op dit WK voorlopig misschien wel het meest vrank en vrij, steeds vanuit een aanvallende filosofie en duidelijke patronen. Bondscoach Martinez verdient daarvoor uiteraard alle lof. Verdedigend zijn er echter nog serieuze hiaten die de komende dagen moeten weggewerkt worden, we doen hierboven zelf een aantal suggesties. Rest ons enkel nog alle steun te bieden aan de Red Devils, Go Belgium. Tijd om geschiedenis te schrijven!

 

Meer WK-artikels

Advertentie

Brazilië: meer verdedigend evenwicht

Bijna vier jaar is het geleden dat Brazilië in eigen land een pijnlijke 1-7 nederlaag leed in de halve finale tegen later wereldkampioen Duitsland. Het land heelde z’n wonden en maakt zich nu op voor de grote revanche: straks met de oppergaai gaan lopen in Rusland. We analyseerden de laatste twee oefeninterlands van de Seleção tegen datzelfde Rusland en Duitsland. Coach Tite besteedde duidelijk aandacht aan het nemen van minder risico’s om Het Doemscenario van weleer voorgoed te vergeten.

Opstelling Brazilië tegen Rusland (3-0 zege)

Opstelling Brazilië tegen Duitsland (1-0 zege)

 

In de selectie van de Brazilianen was geen plaats voor Alex Sandro (Juventus) en Danilo (Manchester City). Neymar was de enige basisspeler die niet mee afreisde voor de matchen tegen Rusland & Duitsland. De sterspeler revalideert nog van zijn gebroken voet en hoopt begin juni speelklaar te geraken. De voorlopige selectie:

 

Keepers: Alisson (Roma), Neto (Valencia), Ederson (Manchester City)

 

Verdedigers: Miranda (Inter Milan), Marquinhos, Thiago Silva, Daniel Alves (allen Paris Saint-Germain), Marcelo (Real Madrid), Rodrigo Caio (Sao Paulo), Filipe Luis (Atletico Madrid), Fagner (Corinthians), Pedro Geromel (Gremio)

 

Middenvelders: Casemiro (Real Madrid), Fernandinho (Manchester City), Paulinho (FC Barcelona), Renato Augusto (Beijing Guoan), Philippe Coutinho (FC Barcelona), Willian (Chelsea), Fred (Shakhtar Donetsk), Anderson Talisca (Besiktas)

 

Aanvallers: Gabriel Jesus (Manchester City), Roberto Firmino (Liverpool), Douglas Costa (Juventus), Taison (Shakhtar Donetsk), Willian Jose (Real Sociedad)

 

 1. Balbezit

A) Opbouw

In de wedstrijd tegen Duitsland was een eerste stempel van coach Tite snel zichtbaar. Geen onnodige risico’s nemen om tot een verzorgde opbouw te komen. Duitsland koos voor een agressieve voorwaartse pressing in 4-4-2. Miranda en Silva, de twee centrale verdedigers van de Brazilianen, kozen dan wel voor een lage en brede positie. Ze werden amper ingespeeld. Casemiro kwam een aantal keer explosief tussen de twee spitsen, of in hun rug, aanspeelbaar maar werd enkel aangespeeld bij absolute zekerheid op balbehoud.

Wanneer gedurfd uitvoetballen te moeilijk bleek, koos doelman Alisson snel voor de lange bal richting de drie aanvallers en speculeerde men met de drie agressieve middenvelders Fernandinho, Paulinho en Casemiro op de tweede bal om van daaruit de aanval op te starten.

Rusland zet alles man op man vast bij Braziliaanse doeltrap. Toch poging om kort op te bouwen met balverlies tot gevolg

 

Tegen Rusland werd wel iets meer risico genomen in de opbouw. Al leidde dat bij het hoog storen van de Russen uiteindelijk toch vaak tot een lange bal. Ook opvallend is dat Miranda, als rechtsvoetige linkercentrale verdediger, vaak vrijheid krijgt om nadien vanuit het middenveld druk te krijgen. Iets wat we straks op het WK ongetwijfeld ook terugzien, tenzij Tite alsnog kiest voor het duo Silva-Marquinhos.

 

B) Rol van de backs

Ook opvallend is de rolverdeling van de backs, nu al duidelijk is dat Marcelo een avontuurlijkere rol toebedeeld zal krijgen dan collega D. Alves. De eerste krijgt in balbezit meer de kans om te infiltreren met én zonder bal waar Alves vooral ingeschakeld wordt in de restverdediging en achterin blijft om een snelle balcirculatie te proberen garanderen. Tegen Duitsland was zijn defensieve ingesteldheid ongetwijfeld ook een reactie op de snelheid van linkeraanvaller Sané.

D. Alves als extra spelmaker centraal. Speelt knappe diepe bal op Jesus die alleen voor de keeper mist

Tegen Rusland hadden beiden ook een speciale invulling gezien de 5-4-1 (ruit) formatie van de thuisploeg. Wanneer Alves & Marcelo een hoge startpositie zouden innemen bij balbezit, werden ze meteen onder druk gezet door de wing backs van de Russen als ze de bal toegespeeld kregen. Daardoor veranderde hun rol enigszins. Alves probeerde de druk van de wingback te ontwijken door centraler te spelen bij een flankwissel en daar eigenlijk als extra spelmaker op het middenveld te fungeren terwijl Willian voor breedte zorgde. Dit leverde al snel gevaar op met een gevaarlijk dieptepassje van Alves uit een centrale positie op de lopende Jesus.

 

Marcelo daarentegen krijg een meer aanvallende rol als lopende speler. Enerzijds om overtalsituaties te creëren op de flank in samenwerking met de flankaanvaller. Anderzijds om voor diepgang te zorgen vanuit het centrum en de halfspace tegen de Russische 5-4-1. Onderstaande infiltratie zorgt voor gevaar centraal waarna hij de dieplopende Paulinho inspeelt die wordt onderuit gelopen, penalty en 0-2.

Centrale infiltratie zonder bal van Marcelo die de bal krijgt en doorspeelt op Paulinho. Hij wordt neergehaald, penalty!

 

 

 

C) Beweging op het middenveld

De aanspeelbaarheid bij de centrale middenvelders is op z’n zachtst gezegd nog voor verbetering vatbaar. Vooral tegen Duitsland was dit zichtbaar met het trio Casemiro, Fernandinho en Paulinho. Enkel die laatste zorgt eigenlijk regelmatig voor aanspeelbaarheid tussen de linies, wanneer die dan eens lager de bal komt opvragen loopt de positionele structuur volledig in de soep aangezien zowel Fernandinho als Casemiro een lagere rol gewoon zijn.

De drie middenvelders (gele cirkels) allen te laag en niemand aanspeelbaar tussen de linies (rode rechthoek) waardoor progressieve balcirculatie wordt bemoeilijkt

 

Naarmate de wedstrijd vorderde, en Brazilië meer de bal krijg, probeerde Fernandinho wel af en toe hoger te spelen als tweede offensieve middenvelder. Regelmatig liepen hij en Paulinho echter de halfspaces volledig dicht waardoor de flankaanvallers amper bewegingsvrijheid hadden tussen de linies. Daardoor volgde er te vaak een lange bal op de flankaanvallers die breed in het duel stonden om dan met de middenvelder het gevecht om de tweede bal aan te gaan. Een hechte wisselwerking tussen de flankaanvaller en de middenvelder viel tot op heden dus nog niet te bespeuren.

Drie middenvelders kort bij elkaar, Paulinho loopt halfspace dicht waardoor Willian niet tussen linies aanspeelbaar kan komen. Gevolg: lange bal

 

Samenwerking tussen Paulinho & Jesus. Paulinho laat bal door de benen lopen op Jesus die tussen linies komt en doorspeelt in rug van defensie op lopende Paulinho

Het moet wel gezegd dat Paulinho waarschijnlijk wel dé belangrijke schakel is in het voorlopig beperkte aanvalsplan van de Brazilianen. Als infiltreur zorgt hij met slimme loopacties in de rug van de verdediging van de tegenstander wel voor gevaar. Zie eerder vermeld al zijn loopactie die leidde tot de 0-2 tegen Rusland. Ook eerder in de match had hij een goede samenwerking met diepe spits Jesus die vaak aanspeelbaar trachtte te komen tussen de linies met een dieplopende beweging van Paulinho als gevolg. Net als bij FC Barcelona lijkt hij dus de wat vreemde eend in de bijt te zijn, maar dat is hij zeker niet!


2. Balverlies

A) Pressing

In balverlies probeert Brazilië een hoog blok te zetten zonder daarbij echt agressief druk te zetten. Tegen Duitsland bijvoorbeeld zette het een compacte 4-3-3 neer hoog op het terrein maar liet het de centrale verdedigers van de Duitsers relatief ongemoeid. Daarbij stond compactheid en het verdedigen van het centrum centraal en werd vooral geprobeerd om ballen tussendoor te intercepteren om van daaruit zelf snel gevaar te creëren in de omschakeling.

Je ziet de centrale positie van de flankaanvallers en de spits, met kort daarachter de twee aanvallende middenvelders (Fernandinho & Paulinho) en daarachter Casemiro. Doel is om de gevaarlijkste centrale passlijnen af te schermen en te anticiperen op de centrale passes van der Mannschaft. Wanneer de bal dan toch tussen de linies zou gespeeld worden, zorgden alle drie de aanvallers voor een intense negatieve pressing waardoor er erg weinig tijd en ruimte was voor de middenvelders in de as van het veld.

Vanuit 4-1-2-3 zetten Brazilianen centrum volledig dicht met als doel centrale passes te onderscheppen

 

 

Opvallend daarbij was het hoge aantal balrecuperaties door linkeraanvaller Coutinho (9 stuks!) vanuit de interceptie of de negatieve pressing, een speelstijl die dicht aanleunde bij zijn tijd in Liverpool onder Klopp in de 4-3-2-1 daar.

Als bal toch tussen linies kan gespeeld worden, agressieve negatieve pressing hier met balrecuperatie van Coutinho tot gevolg. Amper tijd tussen linies voor de Duitsers

Willian gaat lager en Paulinho presst op Kroos in linkerhalfspace


Die defensieve structuur probeerden de Duitsers uit verband te spelen door met Kroos vaak uit te zakken in de linkerhalfspace om zoals gewoonlijk van daaruit zijn geliefkoosde voorwaartse passes te spelen. Dit verhinderden de Brazilianen echter goed: Willian ging dan lager spelen om de passlijn op de naar binnenkomende Sané af te zetten, terwijl de energieke Paulinho hoger druk ging zetten op Kroos. De Duitse spelmaker kon daardoor slechts 29 voorwaartse passes geven die aankwamen, meestal een relatief ongevaarlijke pass op de back. Ter info: in zijn laatste competitiematch met Real Madrid tegen Girona kon hij nog 49 voorwaartse passes geven die effectief aankwamen op hun bestemming.

B) Ruimte in de rug

Naarmate de wedstrijd vorderde, trachtten de Duitsers vaker de vrije ruimte te vinden bij de backs via een halfhoge bal. Deze moeilijke pass en de positiekeuze van de Brazilianen zorgde echter vaak voor balverlies. Op rechts anticipeerde Paulinho meestal erg goed op de halflange pass waardoor Plattenhardt amper tijd kreeg aan de bal. Op de andere kant verdedigde Marcelo echter hoog door op Kimmich die in balbezit kwam. De Brazilianen kwamen in die situaties wel man op man achterin maar de Duitsers gebruikten deze ruimte onvoldoende vaak. Had de keuze als Duitse diepe spits op Werner gevallen in plaats van op Gomez, had de thuisploeg ongetwijfeld veel meer gevaar kunnen stichten met diens fameuze snelheid.

Ook in gewone spelsituaties bleek de ruimte in de rug van Marcelo echter de geliefkoosde plek te zijn om gevaar te creëren tegen de minder snelle Miranda. Iets waar de Brazilianen tegen de andere toplanden wel eens problemen mee kunnen krijgen.

 

3. Omschakeling naar balbezit

Het moge duidelijk zijn dat de defensieve structuur bij de Brazilianen al verder lijkt te staan dan in het verleden. Zelfs diepe spits Jesus moest tegen Rusland en vooral Duitsland zorgen voor voldoende negatieve pressing op de verdedigende middenvelder van de tegenstander waardoor hij op bepaalde momenten dus erg laag stond. Dat zorgt tegelijk voor het ‘omschakelingsmsyterie’ van de Brazilianen.

Lage positie van alle Braziliaanse spelers

Alle Brazilianen laag terug, ze kunnen echter snel Costa aanspelen na balrecuperatie. De 4 Russen achter de bal zetten geen druk

D. Costa kan ontsnappen op snelheid door gebrek aan druk en kan Willian aanspelen die Paulinho bedient

Vanwege hun positionele structuur is het namelijk moeilijk tot goede counters te komen, aangezien iedereen erg laag staat. Doch door de indrukwekkende snelheid van de aanvallers Jesus, Willian, Costa zijn de Seleçao soms erg gevaarlijk. Tegenstanders die hun restverdediging goed op orde hebben en vooruit durven verdedigen na balverlies (zogenaamde gegenpressing), zouden echter het gevaar moeten kunnen in de hand houden. Het komt er op aan de eerste twee kortere passes van de Brazilianen te onderscheppen alvorens ze in de diepte kunnen duiken met snel lopende mensen.

 

4. De korte corner

In een omgeving waar de ruimtes steeds kleiner worden en details wedstrijdbepalend zijn, winnen spelhervattingen uiteraard aan meer belang. Opvallend daarbij is het feit dat Brazilië tweemaal scoorde na een korte hoekschop via een combinatie Coutinho/Willian/Costa, met Miranda en Paulinho als uiteindelijke doelpuntenmakers.

In balverlies lijkt het echter minder bezorgd om die korte hoekschop. Ondanks de keuze om alle elf de spelers terug te trekken rond de eigen zestienmeter, laat het tegenstanders voortdurend de korte corner nemen. Afwachten welk team daar als eerste gebruik van maakt…

corner

Alle Brazilianen terug in de eigen zestienmeter. Slechts 1 speler die korte corner probeert te voorkomen

 

Het moge duidelijk zijn dat de Brazilianen aan individuele kwaliteit geen gebrek hebben om straks mee te vechten voor de eindzege. Ederson, Marquinhos, Firmino, Fred, Alex Sandro, Fernandinho,… het zijn maar enkelen van de namen die geen zekerheid zijn in de basiself. Doch die individuele kwaliteit hadden de Brazilianen vier jaar terug in eigen land ook. Het zal zaak zijn voor bondscoach Tite om de komende maanden te werken aan een evenwicht tussen de defensieve structuur (die duidelijke progressie vertoont) en het aanvallend vermogen om toch dominant te zijn!

 

Meer buitenlands voetbal

Belgisch voetbal

Chelsea FC: de 5 werken van architect Conté

Met het ontslag van José Mourinho, een desastreuze tiende plaats in de Premier League en vroegtijdige uitschakelingen in de Champions League, FA Cup en League Cup werd het seizoen 2015-2016 één om snel te vergeten voor Chelsea FC. Eigenaar Abramovitsj stelde met de Italiaanse succescoach Antonio Conté een nieuwe bouwheer aan om het succes terug naar Stamford Brigde te loodsen. Maar om succes te boeken heeft Conté toch nog wat werk op de plank liggen.

 

1. Hou de dragende spelers samen

Een eerste belangrijke taak voor Conté en zijn sportieve staff was simpelweg het samenhouden van de belangrijke elementen die het Chelsea team bevat. Want ondanks een minder seizoen hebben de Blues wel voldoende topspelers in huis.

Eden Hazard wordt al lange tijd het hof gemaakt door PSG maar lijkt niet aan vertrekken te denken. Ook voor Nemanja Matic was er heel wat interesse, vooral uit de Serie A, maar z’n Italiaanse coach zou hem na verschillende gesprekken overtuigd hebben om toch nog even in Londen te blijven. Conté werkte daarnaast zelfs keeperstrainer Christophe Lollichon buiten om zijn nummer één Thibaut Courtois niet kwijt te spelen. De samenwerking tussen Courtois en de Franse keeperstrainer vlotte niet echt, waardoor Lollichon een andere functie binnen de club krijgt.

2. Haal de nodige versterkingen
Met N’Golo Kanté kocht Chelsea de beste defensieve middenvelder van vorig seizoen weg bij kampioen Leicester City. Kanté had een groot aandeel in het sprookje en stond garant voor het meeste geïntercepteerde ballen en tackles per match. Maar ook in balbezit had hij een meerwaarde met meer geslaagde dribbels per match dan bijvoorbeeld Aaron Ramsey, Erik Lamela, Memphis Depay en Jamie Vardy.

Michy Batshuayi was de tweede grote naam die op Stamford Bridge werd voorgesteld. Met 17 goals en 9 assists kon de Belgische spits mooie cijfers voorleggen in de 36 wedstrijden die hij vorig seizoen betwistte voor Olympique Marseille. Met gemiddeld 3.4 schoten per gespeelde match liet Batshuayi enkel Zlatan Ibrahimovic (PSG) en Andy Delort (Caen) voorgaan. Voor Kanté betaalde Abramovic €35.800.000, voor de Rode Duivel een slordige €39.000.000.

Verschillende bronnen beweren tegelijk dat de nieuwe coach niet is uitgekocht en nog zeker drie extra spelers voor de basisploeg wil halen. Op basis van de oefenpartijen in de voorbereiding lijkt het team er momenteel zo uit te zien:

Chelsea 4-3-3

Waarschijnlijke basisploeg Chelsea FC

In doel is Thibaut Courtois incontournable met Asmir Begovic en Jamal Blackman als doublures.

In het hart van de defensie werkten John Terry (links) en Gary Cahill (rechts) de hele voorbereiding samen af. Terry zou te horen gekregen hebben dat hij bij de club mag blijven, maar z’n speeltijd wel eens beperkt zou kunnen zijn. Als hij in de ploeg staat, trekt hij wel steevast de kapiteinsband aan als boegbeeld van Chelsea FC. Kurt Zouma is de grote, Franse concurrent centraal achterin. Michael Hector, Matt Miazga en Kenneth Omeruo zijn de jongere alternatieven.

De van nature rechtsvoetig César Azpilicueta blijft de eerste keuze als linksback, met de 20-jarige Kenedy heeft hij nog geen echt waardevolle vervanger. Op rechts miste Branislav Ivanovic een groot deel van de voorbereiding door een schouderblessure, al nam hij in de laatste oefenpot tegen Werder Bremen wel opnieuw z’n vertrouwde plaats in. Het 19-jarige jeugdproduct Ola Aina liet in de voorgaande matchen echter een meer dan behoorlijke indruk na als doublure op de rechtsback.

Centraal op het middenveld kregen al heel wat spelers hun kans. Obi Mikel overtuigde niet echt en vertoeft momenteel in Brazilië voor de Olympische Spelen met zijn land Nigeria. Nemanja Matic liet wel een goede indruk na, net als Kanté die later aansloot na de EK-finale. Cesc Fabregas kreeg dan weer veel speelgelegenheid maar lijkt zowel voor de defensie als, als meer aanvallend ingestelde middenvelder tweede keus te worden. Oscar speelde ook voor de verdediging maar dat liep slecht af tegen Real Madrid.

De Braziliaan imponeerde echter wel als aanvallende middenvelder in de jongste partijen, het lijdt weinig twijfel dat hij de eerste keus wordt van Conté. Met de jonge Bertrand Traoré heeft Chelsea echter nog een goudhaantje achter de hand. De 20-jarige aanvaller maakte indruk als aanvallende middenvelder met zijn techniek, loopvermogen, snelheid én balrecuperatie.

Op de rechterflank is Willian redelijk zeker van z’n plaats na een sterke voorbereiding, Cuadrado lijkt er tweede keus met ook Victor Moses en Pedro die op beide vleugels terechtkunnen. Op links is Eden Hazard echter dé man van de flits waar Conté op rekent.

Voorin liet Diego Costa voorlopig de beste indruk na waardoor Batshuayi in het begin waarschijnlijk op de bank terechtkomt. Voor Loïc Rémy lijkt het Chelsea-avontuur er op te zitten aangezien z’n Italiaanse coach er graag nog een extra spits bij wil.


3. Creëer een onwrikbaar defensief blok
Waar Chelsea in het verleden successen boekte met een ijzersterke verdediging, liet het defensieve compartiment het vorig seizoen toch iets te vaak afweten. Bij de laatste twee titels, telkens onder Mourinho, incasseerden the Blues steeds slechts 32 goals in 38 officiële competitiematchen. Vorig jaar pakte het maar liefst 53 goals.

Met Conté haalde de club alvast een coach binnen die weet hoe hij fundamenten moet gieten. Italië incasseerde op het afgelopen EK slechts 1 goal in de 4 wedstrijden waarin het met z’n sterkste elftal aantrad en verloor geen enkele match in de reguliere tijd (2-0 vs België, 1-0 vs Zweden, 1-0 vs Spanje, 1-1 vs Duitsland).

Bij Juventus was de defensieve zekerheid de basis voor drie opeenvolgende titels onder Conté. Z’n team had toen ook steeds de beste defensie en incasseerde achtereenvolgens slechts 20, 24 en 23 tegengoals op 38 wedstrijden.


Laag blok

In de eerste oefenmatchen legde Conté duidelijk de nadruk op het compact verdedigen in een laag blok, dicht bij het eigen doel dus. De ruimte tussen de linies (verdediging-middenveld-aanval) beperken en het centrum potdicht houden, leek het eerste aspect van het verdedigen waar de nieuwbakken coach veel aandacht aan besteedde op training. Het resultaat was al meteen zichtbaar in de matchen tegen Rapid Wenen en Liverpool. Chelsea plooide diep terug en gaf amper of geen ruimte weg tussen de verdediging en het middenveld.

Chelsea in een laag blok met 4 verdedigers, 5 middenvelders en 1 diepe spits. Centrum zit dicht.

Chelsea in een laag blok met 4 verdedigers, 5 middenvelders en 1 diepe spits. Centrum zit potdicht.

In de eerste oefenpot tegen R. Wenen vertoonde het beton wel nog wat barstjes (2-0 verlies). Diepe spits Costa ging daar in al z’n enthousiasme vaak de Oostenrijkse verdedigers hoog gaan opjagen maar kreeg daarbij geen steun van zijn middenvelders die de consignes van Conté duidelijk wel volgden. Het zorgde ervoor dat Chelsea de hele match eigenlijk onderging, reactief was en dus steeds in balverlies speelde.

Opvallend daarbij was dat Chelsea in beide matchen opteerde voor een platte 4-5-1 in balverlies waarbij de aanvallende middenvelder altijd rechts naast de 2 verdedigende middenvelders kwam te spelen.

De flankaanvaller, vooral Willian op rechts, was op zijn beurt dan weer vaak verplicht om helemaal terug te zakken indien zijn rechtstreekse tegenstander, de back, oprukte. Die werd dus niet in zone opgevangen, wel man op man. Daardoor positioneerde Chelsea, eens het lange tijd de bal niet had, zich regelmatig in een lage 5-4-1. De back van Chelsea dekte steeds door op eventueel afhakende aanvallers, terwijl de eigen flankaanvaller dus een grote inspanning moest doen om die ruimte achterin op te vullen. Wanneer deze z’n tegenstander toch liet lopen, werd hij opgevangen door de verdedigende middenvelder of centrale verdediger.

Chelsea 5-4-1

Flankaanvaller Willian zakt laag terug om back op te vangen waardoor formatie meer weer heeft van 5-4-1.

5-4-1 Chelsea

Opkomende back wordt niet in zone opgevangen. Willian zakt laag terug, back van Chelsea dekt door op afhakende aanvaller van Liverpool

Na de rode kaart van Fabregas tegen Liverpool, schakelden de Blues overigens om naar een 4-4-1.


Medium blok

Naarmate de voorbereidingsfase vorderde, probeerde Conté zijn troepen in balverlies al iets hoger op het veld neer te zetten. Daardoor voetbalde Chelsea vanaf de match tegen Real Madrid vooral vanuit een medium blok (met de diepe spits rond de middencirkel op de helft van de tegenstander).
Tegelijk konden ook al de eerste ‘mechanismen om de bal effectief te veroveren’ ontwaard worden:

De eerste manier was relatief eenvoudig. Vanuit een laag blok hield Chelsea het centrum gesloten en wanneer de bal van achteruit toch centraal ingespeeld werd, probeerden 1 of meerdere spelers de pass te intercepteren of toch meteen het duel aan te gaan met de speler die de bal kreeg midden in de dubbele blauwe muur.

Bij de tweede methode duwde Chelsea de tegenstander als het ware naar buiten, door de centrale positie van haar blok, om daar meteen druk te zetten op de flankverdediger als die de bal kreeg. Deze manier werd bijna voortdurend langs de rechterflank van Chelsea gebruikt. Wanneer de linksback van de tegenstander de bal kreeg, zet de rechterflankaanvaller van Chelsea (Willian) druk op de balbezitter. Ondertussen verlaat Traoré (of Oscar) zijn positie als centrale middenvelder om terug hoger te gaan spelen waar hij druk zet op de verdedigende middenvelder.

Daardoor wordt de tegenstander vaak gedwongen tot:
– een foutieve pass op de verdedigende middenvelder die onder druk staat van Oscar / Traoré
– het aangaan van een dribbel aan de zijlijn die tot balverlies leidt
– een lange bal naar de torens achterin (Terry/Cahill)

Deze methodes in het drukzetten vanuit een medium blok werkten over het algemeen goed. Zeker wanneer Oscar of Traoré de meest aanvallende middenvelder was in hun rug gesteund door Matic, Kanté, Fabregas. Enkel in de match tegen Real Madrid, waar Oscar als verdedigende middenvelder werd uitgespeeld, liep dit een aantal keer faliekant af. Bij alle drie de tegengoals voor de rust speelde de infiltrerende linksback Marcelo toen een hoofdrol en te vaak werd de ruimte in de rug van Oscar of Cahill uitgebuit.
Hoog blok

De enige momenten waarbij Chelsea voorlopig hoog kon pressen waren die waarbij de tegenstander voor een doeltrap stond. Zeker naar het einde van de voorbereidingsperiode toe, slaagde Chelsea er al beter in om georganiseerd druk te zetten naar voor toe wanneer de doelman wilde intrappen.

In andere momenten, waarbij de bal al in het spel was, zochten de spelers echter nog naar cohesie. Dit was duidelijk merkbaar in de wedstrijden tegen AC Milan & Werder Bremen waarbij de hoge pressing van Chelsea nog al te vaak en erg makkelijk omzeild kon worden wanneer de tegenstander maar voldoende lef toonde om uit te voetballen.


4. Zorg voor attractief spel met veel doelpogingen

In balbezit lijkt Conté op het eerste gezicht nog wat meer werk te hebben dan in balverlies. De opbouw van achteruit leunt in de verste verte nog niet aan bij het vloeiende opbouwwerk dat zijn teams bij Juventus en Italië konden tentoonspreiden, al ligt dat misschien evenzeer aan de voetballend beperkte Cahill en Terry. In dat opzicht werd in de voorbereiding ook nooit erg doelbewust voor een korte opbouw gekozen, de meeste doeltrappen gingen lang richting Costa.

Maar ook eens de bal in het spel is, vlot het aanvalswerk nog niet echt vooral dankzij een matig positiespel. Het vrijlopen bij Chelsea is nog veel te statisch waardoor er bitter weinig vlotte combinaties doorkomen. Vaak staan de flankaanvallers hoog tegen de zijlijn, de backs laag tegen de zijlijn en zijn er weinig spelers tussen hen die zorgen voor driehoeken. Met andere woorden: de verdedigers staan laag en hebben de bal maar hebben simpelweg geen aanspeelpunten centraal of voorin.

Chelsea aanval

Flankaanvallers & flankverdedigers allebei breed, centraal weinig aanspeelmogelijkheden

Daardoor komt het voorspelbare U-patroon vaak terug: centrale verdediger speelt in op de andere centrale verdediger die risicoloos passt op zijn back die op zijn beurt naar de flankaanvaller passt en zo gaat het achteruit terug. Bovendien zijn de spelers aan de zijlijn op die manier makkelijk onder druk te zetten waardoor ze veel de bal verliezen. Enkel met de inbreng van Hazard en Willian, was er in de laatste wedstrijden al iets meer flexibiliteit en beweging centraal zichtbaar.

Opvallend was ook de rol van diepe spits Costa die iets meer van op links opereerde dan puur centraal. Van daaruit probeerde hij flankspeler Hazard te ondersteunen in zijn versnellingen. Enerzijds door zich ofwel centraal aanspeelbaar te maken voor de kaats of door diep weg te lopen op de linkerkant om zo ruimte te maken voor de oprukkende Hazard die zo centraal richting doel kan gaan.


5. Haal rendement uit spelhervattingen

In de glorietijden onder Mourinho haalde Chelsea een hoog rendement uit spelhervattingen, vooral te danken aan de kopkracht van oa Terry. Conté hecht veel waarde aan die wedstrijdmomenten en dat leek al meteen zijn vruchten af te werpen. Van de 13 goals die Chelsea maakte in de voorbereiding maakte het er 4 op spelhervatting: 3 op hoekschop & 1 van op de stip.

Aan de andere kant incasseerde het 2 doelpunten vanuit dode spelmomenten: 1 strafschop tegen Werder Bremen en 1 rechtstreekse vrije trap tegen AC Milan. 4-2, een positieve balans dus.
Top-3

Met slechts 6 wedstrijden en evenveel weken training in de benen, kunnen we nog geen mirakels verwachten van Conté. Tijdens de eerste trainingsweken miste de Italiaan bovendien nog tal van zijn aanvallende spelers die even op adem kwamen na een zwaar seizoen. De nadruk kwam tijdens de voorbereiding logischerwijs dan ook te liggen op het verdedigende werk. Op dat vlak was ook al een duidelijke progressie merkbaar in het verdedigen van een laag blok (4-5-1 of 5-4-1, allemaal voor eigen doel) naar een iets pro-actievere manier van drukzetten rond de middenlijn. Ook op spelhervattingen oogt de balans alvast positief na de voorbereiding.

In balbezit heeft Chelsea nog een pak werk, logisch gezien de geringe tijd die er waarschijnlijk slechts werd in geïnvesteerd. Bovendien hoopt Conté nog een aantal opbouwend-aanvallend versterkingen aan zijn team toe te voegen. Het moge echter al duidelijk zijn dat die Chelsea in volle opbouw is en de top-3 opnieuw moet ambiëren. Want zonder Europees voetbal zal Conté zeker voldoende tijd hebben om op training zijn speelwijze in te slijpen.

Oefenwedstrijden Chelsea

Chelsea – Rapid Wenen 0-2
Chelsea – Wolfsberger AC 3-0
Chelsea – Liverpool FC 1-0
Chelsea – Real Madrid 2-3
Chelsea – AC Milan 3-1
Chelsea – Werder Bremen 4-2

 

Eerste officiële wedstrijden Chelsea

ma. 15/8 om 21.00   Chelsea – West Ham
zat. 20/8 om 16.00   Watford – Chelsea
zat. 27/8 om 16.00   Chelsea – Burnley
zon. 11/9 om 17.00   Swansea City – Chelsea

La Squadra Azzurra: sterke defensie & tactisch flexibel

Maandag 13 juni om 21.00 start het EK voor onze Rode Duivels. En de verwachtingen liggen hoog, erg hoog. Italië wordt echter geen hapklare brok, het bewijs vind je hieronder met een uitgebreide analyse van La Squadra Azzurra. Zo zijn ook jullie uitstekend voorbereid om straks het gewauwel van de zogenaamde ‘tv-analisten’ te counteren.

De selectie

In doel selecteerde bondscoach Antonio Conté ouderdomsdeken Gianluigi Buffon (Juventus) met Federico Marchetti (Lazio) en Salvatore Sirigu (PSG) als diens vervangers. Achterin teert Conté in de eerste plaats op het trio Leonardo Bonucci, Andrea Barzagli en Giorgio Chiellini dat ook bij Juventus de afweergordel vormt. Verder zijn ook Angelo Ogbonna (West Ham), Matteo Darmian (Manchester United) en Mattia De Sciglio (AC Milan) opgeroepen.

Op het middenveld kreeg Andrea Pirlo geen uitnodiging in de bus terwijl Marco Verratti, Riccardo Montolivo en Claudio Marchisio geblesseerd moesten afhaken. Daniele De Rossi (AS Roma), Alessandro Florenzi (AS Roma), Emanuele Giaccherini (Bologna), Jorginho (Napoli), Thiago Motta (PSG), Marco Parolo (Lazio), Stefano Sturaro (Juventus), Antonio Candreva (Lazio) zijn in die linie de mannen die het moeten doen.

In aanvallend opzicht koos Conté voor Eder (Inter), Ciro Immobile (Torino), Lorenzo Insigne (Napoli), Graziano Pelle (Southampton), Simone Zaza (Juventus), Federico Bernardeschi (Fiorentina) en Stephan El Shaarawy (AS Roma). Dat Mario Balotelli al even uit de selectie wordt geweerd, toont aan hoeveel belang Conté hecht aan een goede groepssfeer met een duidelijke hiërarchie. En voldoende ervaring natuurlijk: de gemiddelde leeftijd van de Italiaanse kern is 28.48 jaar oud, de Belgische 25.96 jaar. De Italiaanse speler heeft gemiddeld 32.4 caps achter zijn naam staan, de Rode Duivels traden gemiddeld 31.4 keer aan voor ons land.

3-4-3 & 3-5-2
We volgden de Italianen van dichtbij in hun laatste 4 oefenwedstrijden om zo een goed beeld te krijgen van hun sterktes en zwaktes. In die oefengalop behaalden ze achtereenvolgens volgende resultaten: 1-1 tegen Spanje, 4-1 verlies tegen Duitsland, 1-0 winst tegen Schotland en 2-0 winst tegen Finland. Dat die oefenpotjes niet altijd representatief zijn voor het latere hoofdtornooi van La Squadra mag duidelijk zijn. Italië werd bijvoorbeeld tweede op het EK 2012 maar verloor in de aanloop naar dat tornooi zijn laatste drie oefenmatchen. Ook toen het 6 jaar eerder wereldkampioen werd, konden de Italianen slechts 2 van hun laatste 5 oefenmatchen voor het tornooi winnend afsluiten.

Italië kroonde zich tot groepswinnaar in de kwalificaties met 7 overwinningen en 3 draws in een poule met Kroatië, Noorwegen, Bulgarije, Azerbeidzjan en Malta. In die periode koos Conté hoofdzakelijk voor een 4-4-2 formatie. In de laatste matchen experimenteerde de Italiaanse selectieheer dan weer met 2 verschillende formaties, 3-4-3 & 3-5-2. Afgaande op deze wedstrijden en de trainingsverslagen lijkt de keuze dan ook op één van die laatste twee te vallen. We bespreken de belangrijkste kantlijnen binnen beide Italiaanse spelsystemen die toch relatief gelijklopend zijn.

Italië in 3-4-3

tactiek Italie

Mogelijke namen wanneer Italië in 3-4-3 aantreedt

In de oefenwedstrijden tegen Spanje & Duitsland eind maart, traden La Squadra Azzurra aan in een 3-4-3 systeem. De gehanteerde speelwijze leunde dicht aan bij het spel waarmee Fiorentina zich mengde in de titeldebatten in de Serie A (en uiteindelijk nog wegzakte naar de 5e plaats) en deels overeenkomstig met de manier waarop KAA Gent zich presenteerde onder Hein Vanhaezebrouck. Dit waren de belangrijkste facetten van de speelwijze:

Balbezit

Korte opbouw van achteruit
In de opbouw kiezen de Italianen steevast voor korte, verzorgde passes indien mogelijk. Buffon wordt bij balbezit ondersteund door de drie verdedigers voor hem die rustig rondspelen naar elkaar en op het gepaste moment proberen in te dribbelen naar het middenveld om voorwaarts te passen. Teams die pressen maar dit met onvoldoende spelers doen of niet compact genoeg speelden, werden steeds uitgespeeld door de uitvoetballende Italianen. Zelfs Duitsland en Spanje werden zo bij momenten met veel lef uit verband gevoetbald door de Italiaanse verdedigers.

Vooral Bonucci, de meest centrale verdediger van de drie, beschikt over een uitstekende harde, lage pass waarmee hij meteen één van de spitsen kan aanspelen. Na een rustige opbouw zijn de voorwaartse passes ook voornamelijk gericht op de diepe spits, of de twee bewegende spelers rond hem of de spelmaker (De Rossi). De flankmiddenvelders worden in deze fase minder gebruikt omdat deze snel onder druk kunnen komen te staan aan de zijlijn. De verticaliteit van de passing bij Bonucci en De Rossi is erg opvallend en kan indien precies snel gevaar opleveren.


Loopacties in de diepte

Een belangrijke factor in het aanvalsspel is de diepe spits waar Pelle meer speelgelegenheid kreeg dan Zaza. De spits krijgt de voornaamste taak om in de bal te komen vanwaar hij probeert ballen te kaatsen of door te spelen op de infiltrerende spelers rond hem. Het creëren van die loopacties in de diepte gebeurt in eerste instantie door de twee ‘valse wingers’ (vooral Eder, Insigne, Candreva,…) en door de flankmiddenvelders. Net zoals KAA Gent probeert Italië het zijn tegenstanders lastig te maken met gelijktijdige (en tegengestelde) loopacties van de flankmiddenvelders & ‘valse flankaanvallers’. Eentje haakt steeds af, terwijl de andere diep loopt. Vooral voor de backs van de tegenpartij is dit een lastige klus om te verdedigen.

En laat dat nu net een wapen zijn waar Marc Wilmots van wakker ligt. “Flankaanvaller Shaqiri maakte het ons moeilijk door steeds naar binnen te komen. We hebben het steeds lastig met teams die dat doen en ook met hoge flankverdedigers spelen,” vertelde hij nog na de 2-1 zege in Zwitserland.

Analyse Italie - goal deel 1

Opbouwende verdediging (rood) komt onder druk bij uitvoetballen maar vindt vrijstaande flankmiddenvelder (geel) via de centrale middenvelder (zwart). De flankmiddenvelder versnelt naar binnen met bal aan de voet in de vrije ruimte.

Een andere belangrijke katalysator voor succes in het 3-4-3 systeem zijn de snelle flankwissels. Deze kwamen er, behalve in de match tegen Spanje, eigenlijk nog erg weinig uit. Vooral omdat de twee centrale middenvelders (vaak in minderheid tegen een 3-mansmiddenveld) meestal snel onder druk gezet werden en deze crosspasses niet konden trappen. Tegen Spanje slaagden de Italianen er echter wel in een schitterend doelpunt te scoren na een verzorgde opbouw van achteruit en een flankwissel tegen de hoge pressing van Spanje (zie opbouw goal op foto’s hierboven & hieronder).

Analyse Italie - goal deel 2

Hij vindt de ‘rechtse valse winger’ tussen de linies (groen) die op zijn beurt versnelt met de bal aan de voet. De diepe spits (blauw) maakt ruimte voor de infiltrerende linker valse winger (groen) en de linker flankmiddenvelder (geel) waardoor de back van Spanje 2v1 komt. De flankmiddenvelder komt volledig vrij en zet goed voor richting de linker valse winger (Insigne) die scoort

Balverlies

In balverlies zijn er grofweg twee fases te onderscheiden bij La Squadra. In eerste instantie probeert het met een hoge pressing de bal terug te winnen. Daarvoor zet het druk met de drie aanvallers, terwijl ook minstens één van de centrale middenvelders & de flankmiddenvelders doordekken op de dichtstbijzijnde tegenstander aan de kant van de bal.

Ruimte tussen de linies
Tegen de Spanjaarden vulden de Italianen het op volgende manier in: diepe spits Pelle deed niet actief mee in de pressing maar zakte in en was zo de bewaker van Spanjes beste opbouwer Sergio Busquets. De twee valse wingers kregen op hun beurt de taak om te pressen op de centrale verdedigers en deze naar binnen te duwen. Wanneer deze verdedigers er toch in slaagden de vrije flankverdediger aan te spelen, kregen ze meteen druk te verduren van een Italiaanse centrale middenvelder of flankmiddenvelder. Met deze manier van pressen hadden de Spanjaarden het een hele match moeilijk waardoor ze er niet toe kwamen om echt tempo te maken in balbezit.

Een grote mogelijkheid voor de tegenstander hier ligt echter tussen de linies. Omdat de centrale middenvelders nogal vaak enthousiast doordekken, gaapt er vaak ruimte tussen de defensieve lijn & het Italiaanse middenveld wat interessant kan zijn voor technisch begaafde spelers die snel kunnen wegdraaien en meteen vooruit dreigend richting doel kunnen trekken. Het Juventus-drietal achterin probeert hier ook vaak agressief door te dekken maar voor topspelers als Hazard liggen hier zeker opportuniteiten.

Laag defensief blok
Wanneer Italië de bal niet voldoende snel heroverd heeft, kiest het ervoor om terug te vallen in een laag blok, in een 5-4-1 formatie. Daarbij worden de flankmiddenvelders omgetoverd tot flankverdedigers en worden de valse wingers even echte flankmiddenvelders. De bedoeling van het elftal is dan om de tegenstander te dwingen hun flankverdediger aan te spelen waarna er druk komt van de Italiaanse flankmiddenvelder. De ruimte tussen de linies waarvan hierboven sprake is dan een stuk minder aanwezig en kansen creëren tegen dat laag blok van Italië is een pak moeilijker. La Squadra zelf heeft echter weinig wapens om snel om te schakelen indien het in deze situaties de bal veroverd, waardoor het dus aanvallend een stuk onmondiger wordt indien het kiest voor een laag blok.

Duidelijk laag blok in 5-4-1 met weinig ruimte tussen de linies

Duidelijk laag blok in 5-4-1 met weinig ruimte tussen de linies


Bij een voorsprong kan deze 5-4-1 tactiek echter zeer nuttig blijken. Het drietal achterin gesteund door Buffon, kan teren op jarenlange automatismen en uitstekende verdedigende kwaliteiten. Italië toonde zich, indien met een compleet elftal, defensief dan ook heel solide de laatste wedstrijden.

 

Italië in 3-5-2

Zoals de eerste voorbereidingsperiode van de Italianen (in maart) in het teken stond van 3-4-3, zo lag de nadruk de laatste weken op training en in oefenwedstrijden bijna uitsluitend op de 3-5-2. Waar eerst de succesformatie van Fiorentina deels werd overgenomen, teerde Conté in de laatste fase van de voorbereiding dus vooral op de automatismen van Juventus. Het uitgangspunt van de 3-5-2 is redelijk identiek als die van de 3-4-3 alleen ziet de uitvoering op het veld er uiteraard wat anders uit.

Balbezit
De korte opbouw van achteruit verloopt in eerste instantie zo goed als gelijk met die in de 3-4-3, met Buffon, Barzagli, Bonucci en Chiellini en hun korte, geduldige passes in de hoofdrol. Van zodra de Italianen echter de middenlijn bereiken, zijn er echter verschillende varianten in de opbouw.

3-5-2 italie

Waarschijnlijke 3-5-2 opstelling van Italië

Snelle verticale passes vooruit
Wanneer Darmian en Candreva flankmiddenvelders spelen, wordt vooral via de rechterkant opgebouwd. Daar kiest de aanvallend ingestelde Candreva erg hoog en breed positie waardoor hij ruimte creëert op de buitenkant, die wordt vaak opgevuld door een centrale middenvelder die breed komt gelopen (meestal Florenzi, of Parolo als die speelt) waardoor de back van de tegenpartij in de problemen komt of de flankaanvaller heel erg diep moet terugvallen.

Aanvallende middenvelder Giaccherini speelt op dat moment erg hoog tussen de linies, vanwaar hij mee steun geeft aan de spitsen. Aanvallend is deze variant gelijklopend met de 3-4-3 want de diepe spits komt in deze situaties vaak in de bal terwijl zijn collega-spits (Eder of Immobile) voor diepte zorgt, samen met Giaccherini.

opbouw 3-5-2

Opbouwfase met 3 centrale verdedigers (rood) die rondspelen. Centrale middenvelders (zwart) lopen in positie: De Rossi is spelmaker voor de verdediging, Florenzi zakt uit naar rechts, Giaccherini gaat hoger & is klaar om te infiltreren. Candreva (geel) hoger dan zijn ploegmaat Darmian.

Op de linkerkant staat Darmian iets lager, hij is duidelijk minder in beeld. Centraal wordt de opbouw geleid door Bonucci en middenvelder De Rossi. Eens Italië over de middenlijn is en op deze manier in positie staat, is er minder geduld en proberen De Rossi & Bonucci in eerste instantie met snelle, verticale passes voor diepgang te zorgen.

Wanneer dat niet lukt, proberen ze op de buitenkant de brede centrale middenvelder aan te spelen. Of indien mogelijk Candreva in een 1v1 situatie te brengen die dan na een individuele actie voor een gevaarlijk voorzet te zorgen. Gezien de posities op het veld zijn er bij een mogelijke cross ook meteen zeker 4 mensen voor doel, waardoor deze bijna voortdurend paniek kunnen zaaien in defensie van de tegenstander.

Twee aanvallende flankmiddenvelders
Een minder gebruikte optie is die waarin Italië met 2 meer aanvallende flankmiddenvelders op de buitenkant speelt, bijvoorbeeld met El Sharaawy én Candreva. In die situatie verloopt de opbouw over beide zijden en loopt die gelijk aan het hierboven beschreven patroon. Zowel Candreva als El Sharaawy kiezen dan hoog en breed positie, met steeds een centrale middenvelder uitzakkend naar de flank aan de kant van de bal. De andere centrale middenvelder kiest hoger positie om mee te zijn voor doel bij eventuele voorzetten. De derde middenvelder, De Rossi of T. Motta, blijft voor de verdediging. Het is echter de vraag of Italië dit ook tegen de Belgen aandurft.

Bij deze variant krijgen de twee spitsen alleszins minder steun van infiltrerende centrale middenvelders waardoor hun onderling samenspel belangrijk is. Het duo dat vooropligt om te starten, Pelle & Eder, lijkt op dat vlak ook nog niet heel goed op elkaar ingespeeld. Hun back-ups Zaza en Immobile brachten op dat vlak meer in de oefenmatchen, al lijkt de keuze toch op het eerste duo te vallen met Pelle als targetman en Eder als lopende speler rond hem.

Ook in het 3-5-2 systeem zijn de grootste sterktes van Italië dus de lopende mensen rond de spitsen (in combinatie met verticaal inspelen van achteruit), de beweging van de twee aanvallers zelf, en de flankvoorzetten met veel mensen in de box.

Balverlies

De basisprincipes bij balverlies in de 3-5-2 lopen ook gelijk met die in 3-4-3. Snelle, hoge pressing na balverlies is het devies, wanneer dat niet meteen lukt zakken de Italianen in een laag blok.

balverlies 4-4-2

Asymmetrie in balverlies. Darmian (geel) wordt linksback, Candreva (geel) wordt rechtsmidden, Giaccherini verhuist wat meer naar links in een 4-4-2

Dat laag blok hangt opnieuw wat af van de opgestelde spelers. Wanneer El Sharaawy & Candreva op de flank stonden, moesten beiden terug en werd bijvoorbeeld geopteerd voor een echte 5-3-2. Als Darmian en Candreva de flanken bezetten, wat het meest waarschijnlijk lijkt, koos Conté voor een asymmetrische 4-4-2.

Ruimte tussen de linies
De twee spitsen (blauwe rechthoeken) blijven voorin naast elkaar en dwingen de opbouw van de tegenstander daar naar buiten. Achter hen bewegen twee rijen van vier kort op elkaar: Candreva wordt rechtermiddenvelder, terwijl Giaccherini links uitzakt als linkermiddenvelder. Darmian keert lager terug (wat lukt dankzij zijn minder hoge positie in balbezit) en wordt zo goed als linksback in een viermansdefensie. Van zodra de bal bij de back van de tegenpartij komt, zijn het Candreva en Giaccherini die pressen om de bal snel te veroveren.

Eén van de weinige mogelijkheden die La Squadra weggeeft in balverlies is hier opnieuw de ruimte tussen de verdedigende linie en het middenveld. Zeker in de pressing wordt overal erg enthousiast doorgedekt waardoor de Italianen kwetsbaar kunnen zijn tegen technische vleugelaanvallers die naar binnen komen en snel kunnen wegdraaien onder druk, zeker in wisselwerking met aanvallende backs.

Conclusie
Alles bij elkaar is Italië opnieuw een solide geheel dat kan terugvallen op minstens twee spelsystemen. Nadat het een aanvallende 3-4-3 probeerde met veel dominantie in balbezit schakelde het de laatste weken om naar een 3-5-2. In die formatie creëert het dan wel minder kansen, het geeft er tegelijk een stuk minder weg. Tegen Finland en Schotland stonden de Italianen bijvoorbeeld geen enkel (!) schot op doel toe. De 3-5-2 lijkt het pleit te hebben gewonnen maar Conté en zijn troepen zijn tactisch flexibel genoeg om met oplossingen te komen als de tegenstander zich aanpast of de wedstrijdomstandigheden ander voetbal vragen.

De grote sterkte ligt bij de defensieve zekerheid gecombineerd met een in eerste instantie rustige opbouw om dan snel verticaliteit in het spel te brengen op de diepe spits en lopende spelers om hem heen. Ook op voorzetten, vooral vanop rechts, creëert Italië gevaar met veel mensen in de zestienmeter. Het ontbeert misschien een echte topspits maar La Squadra is opnieuw een outsider voor de Europese titel, net zoals vier jaar geleden.

En wat met de dappersten aller Galliërs?

Terwijl de wedstrijd van onze Rode Duivels tegen Finland aanvankelijk was voorzien als voorbereiding voor de match tegen Zweden, een andere Scandinavische ploeg, groeide de oefenpot vooral uit tot een leerrijke ervaring voor de confrontatie met Italië. Ook de Finnen traden namelijk aan met een 3-mans, of beter gezegd 5-mansdefensie, en verdedigden grote delen van de match erg laag en compact in een 5-3-2.

tactiek Belgie

Mogelijke positiekeuzes bij de Belgen in balbezit

Het mag dan ook lichte zorgen baren dat België weinig op de mat legde tegen de Finnen. Kansen werden er dan wel voldoende gecreëerd, het is echter maar de vraag of die wilde voorzetten ook tegen La Squadra gevaar zullen opleveren. Daar staan nu eenmaal niet Toivio, Arajuuri en Halsti in de defensie, wel Chiellini, Barzagli en Bonucci. Indien de Italianen ook effectief in 3-5-2 aantreden, kunnen op onderstaande fronten de match worden gewonnen.

  1. Man-meer creëren in opbouw van achteruit
    Terwijl de opbouw tegen de Finnen traag en voorspelbaar verliep (steeds 2 Belgische centrale verdedigers tegen 2 Finse aanvallers), moet die tegen Italië een pak sneller. Een oplossing kan zijn om Nainggolan te laten terugzakken tussen de twee Belgische centrale mannen. En ja, laat aub Alderweireld daar één van zijn. Zowel Vermaelen, Alderweireld en Nainggolan hebben een goede passing en kunnen indribbelen om dan verzorgd voorwaarts in te spelen. Die laatste twee hebben bovendien een uitstekende crosspass in de voeten om snel van kant te veranderen en zo voor tempoversnellingen te zorgen.
  2. Inschuivende backs
    Zij zijn cruciaal in het breed houden van het veld en moeten durven inschuiven op het gepaste moment. De beste keuze hier zou wel eens Vertonghen en Meunier/Denayer kunnen zijn. Belangrijk dat beiden voldoende variatie brengen en niet altijd te hoog staan, om zo de flankspelers van Italië in verwarring te brengen en de ruimte in hun rug ook door andere spelers te laten benutten.
  3. Voldoende technische spelers tussen de linies
    Met brede/hoge backs en een man-meersituatie achterin moet er voldoende ruimte zijn in de opbouwfase om voorwaarts tussen de linies te spelen. Dit wordt misschien het belangrijkste van de gehele tactiek om de Italianen uit verband te spelen en de ruimte tussen hun middenveld & verdediging optimaal te benutten. Een uitstekende samenwerking tussen spelers die in de bal komen & spelers die voor diepte kiezen wordt cruciaal. De sleutel ligt dan ook zonder twijfel bij De Bruyne, Hazard en co. Onze spits zal bovendien deze situaties goed moeten lezen en de juiste keuzes maken in het vrijlopen en op de korte ruimte, een moeilijke opdracht om daarvoor 1 naam vooruit te schuiven. Origi, Batshuayi en Lukaku kunnen allemaal valabele opties zijn, Benteke lijkt uitgesloten.
  4. Snel omschakelen naar balverlies, hoge pressing & verdedigend foutloos
    Ook in balverlies moet België snel initiatief nemen. In de beginfase was het duidelijk dat spelers niet goed wisten hoe de Finnen op te jagen in balbezit waardoor de Rode Duivels het eerste kwartier niet in de match kwamen. Tegen de Italianen wordt de hoge pressing en juist positie kiezen nog belangrijker gezien de voetballende kwaliteiten en de automatismen achterin bij het Juve-drietal. Ook bij het verliezen van de bal wordt snelle druk op de bal heel belangrijk om eventuele Italiaanse counters in de kiem te smoren. O ja, verdedigende blunders: dat wordt afgestraft tegen Italië.

Individueel gezien hebben de Rode Duivels meer kwaliteit dan La Squadra. Bij de Italianen staat er echter een hecht collectief met een tactische sterke basis. Om hen te kloppen, zal een uitgekiende strategie en veel lef nodig zijn. Als Wilmots tactisch de juiste keuzes maakt en de Belgische verdediging standhoudt, hebben Hazard, De Bruyne en Nainggolan de sleutel in handen tot de winst. Gelukkig is een draw, objectief gezien, eigenlijk ook al een mooi resultaat.

Info voor bondscoaches die wel schadelijk kan zijn voor de gezonde kijklust van de neutrale fan:
– 3x 0-0 in de poulefase betekent 87% kans op kwalificatie voor volgende ronde
– 4 punten of meer na 3 matchen = minimaal 92% kans op kwalificatie volgende ronde

Wedstrijden Rode Duivels

Maandag 13/6 om 21.00:             België – Italië
Zaterdag 18/6 om 15.00:             België – Ierland
Woensdag 22/6 om 21.00:          België – Zweden

Meer internationaal voetbal