La Squadra Azzurra: sterke defensie & tactisch flexibel

Maandag 13 juni om 21.00 start het EK voor onze Rode Duivels. En de verwachtingen liggen hoog, erg hoog. Italië wordt echter geen hapklare brok, het bewijs vind je hieronder met een uitgebreide analyse van La Squadra Azzurra. Zo zijn ook jullie uitstekend voorbereid om straks het gewauwel van de zogenaamde ‘tv-analisten’ te counteren.

De selectie

In doel selecteerde bondscoach Antonio Conté ouderdomsdeken Gianluigi Buffon (Juventus) met Federico Marchetti (Lazio) en Salvatore Sirigu (PSG) als diens vervangers. Achterin teert Conté in de eerste plaats op het trio Leonardo Bonucci, Andrea Barzagli en Giorgio Chiellini dat ook bij Juventus de afweergordel vormt. Verder zijn ook Angelo Ogbonna (West Ham), Matteo Darmian (Manchester United) en Mattia De Sciglio (AC Milan) opgeroepen.

Op het middenveld kreeg Andrea Pirlo geen uitnodiging in de bus terwijl Marco Verratti, Riccardo Montolivo en Claudio Marchisio geblesseerd moesten afhaken. Daniele De Rossi (AS Roma), Alessandro Florenzi (AS Roma), Emanuele Giaccherini (Bologna), Jorginho (Napoli), Thiago Motta (PSG), Marco Parolo (Lazio), Stefano Sturaro (Juventus), Antonio Candreva (Lazio) zijn in die linie de mannen die het moeten doen.

In aanvallend opzicht koos Conté voor Eder (Inter), Ciro Immobile (Torino), Lorenzo Insigne (Napoli), Graziano Pelle (Southampton), Simone Zaza (Juventus), Federico Bernardeschi (Fiorentina) en Stephan El Shaarawy (AS Roma). Dat Mario Balotelli al even uit de selectie wordt geweerd, toont aan hoeveel belang Conté hecht aan een goede groepssfeer met een duidelijke hiërarchie. En voldoende ervaring natuurlijk: de gemiddelde leeftijd van de Italiaanse kern is 28.48 jaar oud, de Belgische 25.96 jaar. De Italiaanse speler heeft gemiddeld 32.4 caps achter zijn naam staan, de Rode Duivels traden gemiddeld 31.4 keer aan voor ons land.

3-4-3 & 3-5-2
We volgden de Italianen van dichtbij in hun laatste 4 oefenwedstrijden om zo een goed beeld te krijgen van hun sterktes en zwaktes. In die oefengalop behaalden ze achtereenvolgens volgende resultaten: 1-1 tegen Spanje, 4-1 verlies tegen Duitsland, 1-0 winst tegen Schotland en 2-0 winst tegen Finland. Dat die oefenpotjes niet altijd representatief zijn voor het latere hoofdtornooi van La Squadra mag duidelijk zijn. Italië werd bijvoorbeeld tweede op het EK 2012 maar verloor in de aanloop naar dat tornooi zijn laatste drie oefenmatchen. Ook toen het 6 jaar eerder wereldkampioen werd, konden de Italianen slechts 2 van hun laatste 5 oefenmatchen voor het tornooi winnend afsluiten.

Italië kroonde zich tot groepswinnaar in de kwalificaties met 7 overwinningen en 3 draws in een poule met Kroatië, Noorwegen, Bulgarije, Azerbeidzjan en Malta. In die periode koos Conté hoofdzakelijk voor een 4-4-2 formatie. In de laatste matchen experimenteerde de Italiaanse selectieheer dan weer met 2 verschillende formaties, 3-4-3 & 3-5-2. Afgaande op deze wedstrijden en de trainingsverslagen lijkt de keuze dan ook op één van die laatste twee te vallen. We bespreken de belangrijkste kantlijnen binnen beide Italiaanse spelsystemen die toch relatief gelijklopend zijn.

Italië in 3-4-3

tactiek Italie

Mogelijke namen wanneer Italië in 3-4-3 aantreedt

In de oefenwedstrijden tegen Spanje & Duitsland eind maart, traden La Squadra Azzurra aan in een 3-4-3 systeem. De gehanteerde speelwijze leunde dicht aan bij het spel waarmee Fiorentina zich mengde in de titeldebatten in de Serie A (en uiteindelijk nog wegzakte naar de 5e plaats) en deels overeenkomstig met de manier waarop KAA Gent zich presenteerde onder Hein Vanhaezebrouck. Dit waren de belangrijkste facetten van de speelwijze:

Balbezit

Korte opbouw van achteruit
In de opbouw kiezen de Italianen steevast voor korte, verzorgde passes indien mogelijk. Buffon wordt bij balbezit ondersteund door de drie verdedigers voor hem die rustig rondspelen naar elkaar en op het gepaste moment proberen in te dribbelen naar het middenveld om voorwaarts te passen. Teams die pressen maar dit met onvoldoende spelers doen of niet compact genoeg speelden, werden steeds uitgespeeld door de uitvoetballende Italianen. Zelfs Duitsland en Spanje werden zo bij momenten met veel lef uit verband gevoetbald door de Italiaanse verdedigers.

Vooral Bonucci, de meest centrale verdediger van de drie, beschikt over een uitstekende harde, lage pass waarmee hij meteen één van de spitsen kan aanspelen. Na een rustige opbouw zijn de voorwaartse passes ook voornamelijk gericht op de diepe spits, of de twee bewegende spelers rond hem of de spelmaker (De Rossi). De flankmiddenvelders worden in deze fase minder gebruikt omdat deze snel onder druk kunnen komen te staan aan de zijlijn. De verticaliteit van de passing bij Bonucci en De Rossi is erg opvallend en kan indien precies snel gevaar opleveren.


Loopacties in de diepte

Een belangrijke factor in het aanvalsspel is de diepe spits waar Pelle meer speelgelegenheid kreeg dan Zaza. De spits krijgt de voornaamste taak om in de bal te komen vanwaar hij probeert ballen te kaatsen of door te spelen op de infiltrerende spelers rond hem. Het creëren van die loopacties in de diepte gebeurt in eerste instantie door de twee ‘valse wingers’ (vooral Eder, Insigne, Candreva,…) en door de flankmiddenvelders. Net zoals KAA Gent probeert Italië het zijn tegenstanders lastig te maken met gelijktijdige (en tegengestelde) loopacties van de flankmiddenvelders & ‘valse flankaanvallers’. Eentje haakt steeds af, terwijl de andere diep loopt. Vooral voor de backs van de tegenpartij is dit een lastige klus om te verdedigen.

En laat dat nu net een wapen zijn waar Marc Wilmots van wakker ligt. “Flankaanvaller Shaqiri maakte het ons moeilijk door steeds naar binnen te komen. We hebben het steeds lastig met teams die dat doen en ook met hoge flankverdedigers spelen,” vertelde hij nog na de 2-1 zege in Zwitserland.

Analyse Italie - goal deel 1

Opbouwende verdediging (rood) komt onder druk bij uitvoetballen maar vindt vrijstaande flankmiddenvelder (geel) via de centrale middenvelder (zwart). De flankmiddenvelder versnelt naar binnen met bal aan de voet in de vrije ruimte.

Een andere belangrijke katalysator voor succes in het 3-4-3 systeem zijn de snelle flankwissels. Deze kwamen er, behalve in de match tegen Spanje, eigenlijk nog erg weinig uit. Vooral omdat de twee centrale middenvelders (vaak in minderheid tegen een 3-mansmiddenveld) meestal snel onder druk gezet werden en deze crosspasses niet konden trappen. Tegen Spanje slaagden de Italianen er echter wel in een schitterend doelpunt te scoren na een verzorgde opbouw van achteruit en een flankwissel tegen de hoge pressing van Spanje (zie opbouw goal op foto’s hierboven & hieronder).

Analyse Italie - goal deel 2

Hij vindt de ‘rechtse valse winger’ tussen de linies (groen) die op zijn beurt versnelt met de bal aan de voet. De diepe spits (blauw) maakt ruimte voor de infiltrerende linker valse winger (groen) en de linker flankmiddenvelder (geel) waardoor de back van Spanje 2v1 komt. De flankmiddenvelder komt volledig vrij en zet goed voor richting de linker valse winger (Insigne) die scoort

Balverlies

In balverlies zijn er grofweg twee fases te onderscheiden bij La Squadra. In eerste instantie probeert het met een hoge pressing de bal terug te winnen. Daarvoor zet het druk met de drie aanvallers, terwijl ook minstens één van de centrale middenvelders & de flankmiddenvelders doordekken op de dichtstbijzijnde tegenstander aan de kant van de bal.

Ruimte tussen de linies
Tegen de Spanjaarden vulden de Italianen het op volgende manier in: diepe spits Pelle deed niet actief mee in de pressing maar zakte in en was zo de bewaker van Spanjes beste opbouwer Sergio Busquets. De twee valse wingers kregen op hun beurt de taak om te pressen op de centrale verdedigers en deze naar binnen te duwen. Wanneer deze verdedigers er toch in slaagden de vrije flankverdediger aan te spelen, kregen ze meteen druk te verduren van een Italiaanse centrale middenvelder of flankmiddenvelder. Met deze manier van pressen hadden de Spanjaarden het een hele match moeilijk waardoor ze er niet toe kwamen om echt tempo te maken in balbezit.

Een grote mogelijkheid voor de tegenstander hier ligt echter tussen de linies. Omdat de centrale middenvelders nogal vaak enthousiast doordekken, gaapt er vaak ruimte tussen de defensieve lijn & het Italiaanse middenveld wat interessant kan zijn voor technisch begaafde spelers die snel kunnen wegdraaien en meteen vooruit dreigend richting doel kunnen trekken. Het Juventus-drietal achterin probeert hier ook vaak agressief door te dekken maar voor topspelers als Hazard liggen hier zeker opportuniteiten.

Laag defensief blok
Wanneer Italië de bal niet voldoende snel heroverd heeft, kiest het ervoor om terug te vallen in een laag blok, in een 5-4-1 formatie. Daarbij worden de flankmiddenvelders omgetoverd tot flankverdedigers en worden de valse wingers even echte flankmiddenvelders. De bedoeling van het elftal is dan om de tegenstander te dwingen hun flankverdediger aan te spelen waarna er druk komt van de Italiaanse flankmiddenvelder. De ruimte tussen de linies waarvan hierboven sprake is dan een stuk minder aanwezig en kansen creëren tegen dat laag blok van Italië is een pak moeilijker. La Squadra zelf heeft echter weinig wapens om snel om te schakelen indien het in deze situaties de bal veroverd, waardoor het dus aanvallend een stuk onmondiger wordt indien het kiest voor een laag blok.

Duidelijk laag blok in 5-4-1 met weinig ruimte tussen de linies

Duidelijk laag blok in 5-4-1 met weinig ruimte tussen de linies


Bij een voorsprong kan deze 5-4-1 tactiek echter zeer nuttig blijken. Het drietal achterin gesteund door Buffon, kan teren op jarenlange automatismen en uitstekende verdedigende kwaliteiten. Italië toonde zich, indien met een compleet elftal, defensief dan ook heel solide de laatste wedstrijden.

 

Italië in 3-5-2

Zoals de eerste voorbereidingsperiode van de Italianen (in maart) in het teken stond van 3-4-3, zo lag de nadruk de laatste weken op training en in oefenwedstrijden bijna uitsluitend op de 3-5-2. Waar eerst de succesformatie van Fiorentina deels werd overgenomen, teerde Conté in de laatste fase van de voorbereiding dus vooral op de automatismen van Juventus. Het uitgangspunt van de 3-5-2 is redelijk identiek als die van de 3-4-3 alleen ziet de uitvoering op het veld er uiteraard wat anders uit.

Balbezit
De korte opbouw van achteruit verloopt in eerste instantie zo goed als gelijk met die in de 3-4-3, met Buffon, Barzagli, Bonucci en Chiellini en hun korte, geduldige passes in de hoofdrol. Van zodra de Italianen echter de middenlijn bereiken, zijn er echter verschillende varianten in de opbouw.

3-5-2 italie

Waarschijnlijke 3-5-2 opstelling van Italië

Snelle verticale passes vooruit
Wanneer Darmian en Candreva flankmiddenvelders spelen, wordt vooral via de rechterkant opgebouwd. Daar kiest de aanvallend ingestelde Candreva erg hoog en breed positie waardoor hij ruimte creëert op de buitenkant, die wordt vaak opgevuld door een centrale middenvelder die breed komt gelopen (meestal Florenzi, of Parolo als die speelt) waardoor de back van de tegenpartij in de problemen komt of de flankaanvaller heel erg diep moet terugvallen.

Aanvallende middenvelder Giaccherini speelt op dat moment erg hoog tussen de linies, vanwaar hij mee steun geeft aan de spitsen. Aanvallend is deze variant gelijklopend met de 3-4-3 want de diepe spits komt in deze situaties vaak in de bal terwijl zijn collega-spits (Eder of Immobile) voor diepte zorgt, samen met Giaccherini.

opbouw 3-5-2

Opbouwfase met 3 centrale verdedigers (rood) die rondspelen. Centrale middenvelders (zwart) lopen in positie: De Rossi is spelmaker voor de verdediging, Florenzi zakt uit naar rechts, Giaccherini gaat hoger & is klaar om te infiltreren. Candreva (geel) hoger dan zijn ploegmaat Darmian.

Op de linkerkant staat Darmian iets lager, hij is duidelijk minder in beeld. Centraal wordt de opbouw geleid door Bonucci en middenvelder De Rossi. Eens Italië over de middenlijn is en op deze manier in positie staat, is er minder geduld en proberen De Rossi & Bonucci in eerste instantie met snelle, verticale passes voor diepgang te zorgen.

Wanneer dat niet lukt, proberen ze op de buitenkant de brede centrale middenvelder aan te spelen. Of indien mogelijk Candreva in een 1v1 situatie te brengen die dan na een individuele actie voor een gevaarlijk voorzet te zorgen. Gezien de posities op het veld zijn er bij een mogelijke cross ook meteen zeker 4 mensen voor doel, waardoor deze bijna voortdurend paniek kunnen zaaien in defensie van de tegenstander.

Twee aanvallende flankmiddenvelders
Een minder gebruikte optie is die waarin Italië met 2 meer aanvallende flankmiddenvelders op de buitenkant speelt, bijvoorbeeld met El Sharaawy én Candreva. In die situatie verloopt de opbouw over beide zijden en loopt die gelijk aan het hierboven beschreven patroon. Zowel Candreva als El Sharaawy kiezen dan hoog en breed positie, met steeds een centrale middenvelder uitzakkend naar de flank aan de kant van de bal. De andere centrale middenvelder kiest hoger positie om mee te zijn voor doel bij eventuele voorzetten. De derde middenvelder, De Rossi of T. Motta, blijft voor de verdediging. Het is echter de vraag of Italië dit ook tegen de Belgen aandurft.

Bij deze variant krijgen de twee spitsen alleszins minder steun van infiltrerende centrale middenvelders waardoor hun onderling samenspel belangrijk is. Het duo dat vooropligt om te starten, Pelle & Eder, lijkt op dat vlak ook nog niet heel goed op elkaar ingespeeld. Hun back-ups Zaza en Immobile brachten op dat vlak meer in de oefenmatchen, al lijkt de keuze toch op het eerste duo te vallen met Pelle als targetman en Eder als lopende speler rond hem.

Ook in het 3-5-2 systeem zijn de grootste sterktes van Italië dus de lopende mensen rond de spitsen (in combinatie met verticaal inspelen van achteruit), de beweging van de twee aanvallers zelf, en de flankvoorzetten met veel mensen in de box.

Balverlies

De basisprincipes bij balverlies in de 3-5-2 lopen ook gelijk met die in 3-4-3. Snelle, hoge pressing na balverlies is het devies, wanneer dat niet meteen lukt zakken de Italianen in een laag blok.

balverlies 4-4-2

Asymmetrie in balverlies. Darmian (geel) wordt linksback, Candreva (geel) wordt rechtsmidden, Giaccherini verhuist wat meer naar links in een 4-4-2

Dat laag blok hangt opnieuw wat af van de opgestelde spelers. Wanneer El Sharaawy & Candreva op de flank stonden, moesten beiden terug en werd bijvoorbeeld geopteerd voor een echte 5-3-2. Als Darmian en Candreva de flanken bezetten, wat het meest waarschijnlijk lijkt, koos Conté voor een asymmetrische 4-4-2.

Ruimte tussen de linies
De twee spitsen (blauwe rechthoeken) blijven voorin naast elkaar en dwingen de opbouw van de tegenstander daar naar buiten. Achter hen bewegen twee rijen van vier kort op elkaar: Candreva wordt rechtermiddenvelder, terwijl Giaccherini links uitzakt als linkermiddenvelder. Darmian keert lager terug (wat lukt dankzij zijn minder hoge positie in balbezit) en wordt zo goed als linksback in een viermansdefensie. Van zodra de bal bij de back van de tegenpartij komt, zijn het Candreva en Giaccherini die pressen om de bal snel te veroveren.

Eén van de weinige mogelijkheden die La Squadra weggeeft in balverlies is hier opnieuw de ruimte tussen de verdedigende linie en het middenveld. Zeker in de pressing wordt overal erg enthousiast doorgedekt waardoor de Italianen kwetsbaar kunnen zijn tegen technische vleugelaanvallers die naar binnen komen en snel kunnen wegdraaien onder druk, zeker in wisselwerking met aanvallende backs.

Conclusie
Alles bij elkaar is Italië opnieuw een solide geheel dat kan terugvallen op minstens twee spelsystemen. Nadat het een aanvallende 3-4-3 probeerde met veel dominantie in balbezit schakelde het de laatste weken om naar een 3-5-2. In die formatie creëert het dan wel minder kansen, het geeft er tegelijk een stuk minder weg. Tegen Finland en Schotland stonden de Italianen bijvoorbeeld geen enkel (!) schot op doel toe. De 3-5-2 lijkt het pleit te hebben gewonnen maar Conté en zijn troepen zijn tactisch flexibel genoeg om met oplossingen te komen als de tegenstander zich aanpast of de wedstrijdomstandigheden ander voetbal vragen.

De grote sterkte ligt bij de defensieve zekerheid gecombineerd met een in eerste instantie rustige opbouw om dan snel verticaliteit in het spel te brengen op de diepe spits en lopende spelers om hem heen. Ook op voorzetten, vooral vanop rechts, creëert Italië gevaar met veel mensen in de zestienmeter. Het ontbeert misschien een echte topspits maar La Squadra is opnieuw een outsider voor de Europese titel, net zoals vier jaar geleden.

En wat met de dappersten aller Galliërs?

Terwijl de wedstrijd van onze Rode Duivels tegen Finland aanvankelijk was voorzien als voorbereiding voor de match tegen Zweden, een andere Scandinavische ploeg, groeide de oefenpot vooral uit tot een leerrijke ervaring voor de confrontatie met Italië. Ook de Finnen traden namelijk aan met een 3-mans, of beter gezegd 5-mansdefensie, en verdedigden grote delen van de match erg laag en compact in een 5-3-2.

tactiek Belgie

Mogelijke positiekeuzes bij de Belgen in balbezit

Het mag dan ook lichte zorgen baren dat België weinig op de mat legde tegen de Finnen. Kansen werden er dan wel voldoende gecreëerd, het is echter maar de vraag of die wilde voorzetten ook tegen La Squadra gevaar zullen opleveren. Daar staan nu eenmaal niet Toivio, Arajuuri en Halsti in de defensie, wel Chiellini, Barzagli en Bonucci. Indien de Italianen ook effectief in 3-5-2 aantreden, kunnen op onderstaande fronten de match worden gewonnen.

  1. Man-meer creëren in opbouw van achteruit
    Terwijl de opbouw tegen de Finnen traag en voorspelbaar verliep (steeds 2 Belgische centrale verdedigers tegen 2 Finse aanvallers), moet die tegen Italië een pak sneller. Een oplossing kan zijn om Nainggolan te laten terugzakken tussen de twee Belgische centrale mannen. En ja, laat aub Alderweireld daar één van zijn. Zowel Vermaelen, Alderweireld en Nainggolan hebben een goede passing en kunnen indribbelen om dan verzorgd voorwaarts in te spelen. Die laatste twee hebben bovendien een uitstekende crosspass in de voeten om snel van kant te veranderen en zo voor tempoversnellingen te zorgen.
  2. Inschuivende backs
    Zij zijn cruciaal in het breed houden van het veld en moeten durven inschuiven op het gepaste moment. De beste keuze hier zou wel eens Vertonghen en Meunier/Denayer kunnen zijn. Belangrijk dat beiden voldoende variatie brengen en niet altijd te hoog staan, om zo de flankspelers van Italië in verwarring te brengen en de ruimte in hun rug ook door andere spelers te laten benutten.
  3. Voldoende technische spelers tussen de linies
    Met brede/hoge backs en een man-meersituatie achterin moet er voldoende ruimte zijn in de opbouwfase om voorwaarts tussen de linies te spelen. Dit wordt misschien het belangrijkste van de gehele tactiek om de Italianen uit verband te spelen en de ruimte tussen hun middenveld & verdediging optimaal te benutten. Een uitstekende samenwerking tussen spelers die in de bal komen & spelers die voor diepte kiezen wordt cruciaal. De sleutel ligt dan ook zonder twijfel bij De Bruyne, Hazard en co. Onze spits zal bovendien deze situaties goed moeten lezen en de juiste keuzes maken in het vrijlopen en op de korte ruimte, een moeilijke opdracht om daarvoor 1 naam vooruit te schuiven. Origi, Batshuayi en Lukaku kunnen allemaal valabele opties zijn, Benteke lijkt uitgesloten.
  4. Snel omschakelen naar balverlies, hoge pressing & verdedigend foutloos
    Ook in balverlies moet België snel initiatief nemen. In de beginfase was het duidelijk dat spelers niet goed wisten hoe de Finnen op te jagen in balbezit waardoor de Rode Duivels het eerste kwartier niet in de match kwamen. Tegen de Italianen wordt de hoge pressing en juist positie kiezen nog belangrijker gezien de voetballende kwaliteiten en de automatismen achterin bij het Juve-drietal. Ook bij het verliezen van de bal wordt snelle druk op de bal heel belangrijk om eventuele Italiaanse counters in de kiem te smoren. O ja, verdedigende blunders: dat wordt afgestraft tegen Italië.

Individueel gezien hebben de Rode Duivels meer kwaliteit dan La Squadra. Bij de Italianen staat er echter een hecht collectief met een tactische sterke basis. Om hen te kloppen, zal een uitgekiende strategie en veel lef nodig zijn. Als Wilmots tactisch de juiste keuzes maakt en de Belgische verdediging standhoudt, hebben Hazard, De Bruyne en Nainggolan de sleutel in handen tot de winst. Gelukkig is een draw, objectief gezien, eigenlijk ook al een mooi resultaat.

Info voor bondscoaches die wel schadelijk kan zijn voor de gezonde kijklust van de neutrale fan:
– 3x 0-0 in de poulefase betekent 87% kans op kwalificatie voor volgende ronde
– 4 punten of meer na 3 matchen = minimaal 92% kans op kwalificatie volgende ronde

Wedstrijden Rode Duivels

Maandag 13/6 om 21.00:             België – Italië
Zaterdag 18/6 om 15.00:             België – Ierland
Woensdag 22/6 om 21.00:          België – Zweden

Meer internationaal voetbal

Advertentie