De keuzes van ‘Woy’

Ondanks het feit dat Engeland met 1-2 de boot inging tegen Italië was de teneur bij de Engelsen optimistisch. De positieve impulsen van Sturridge, Welbeck en Sterling toonden dat de Engelsen over veel aanvallende kwaliteit beschikken. Achterin is er helaas minder luxe. Toch hebben we de indruk dat vooral de keuzes van bondscoach ‘Woy’ Hodgson voor de nederlaag zorgden.
Door Stijn Candries.

Engeland startte in een 4-2-3-1 met de volgende namen: Hart – Johnson, Cahill, Jagielka, Baines – Henderson, Gerrard – Welbeck, Sterling, Rooney – Sturridge. Opvallend daarbij was de rol van Wayne Rooney op de linkerkant. Door Rooney daar te posteren moest hij in balverlies talloze keren achter rechtsachter Damian aanhollen die naar hartenlust mee naar voren trok. Het gebrek aan snelheid en wendbaarheid van de verdediging dwong de Engelsen er immers toe om diep in te zakken en de Italianen pas laag op te vangen. Op de linkerkant was het opzet om Rooney in balbezit naar binnen te laten komen. Baines zou dan mee kunnen opkomen om zijn offensieve kwaliteiten te tonen. Baines had echter een complete offday waardoor dat plan in het water viel. BBC-analist Alan Shearer was na de wedstrijd hard voor Rooney vanwege het missen van een opgelegde kans en het trappen van de slechtste hoekschop sinds het ontstaan van het voetbal. Rooney liet inderdaad de kans op de gelijkmaker liggen, maar als je een hele wedstrijd defensief werk moet opknappen is het niet verwonderlijk dat je op het eind van de wedstrijd de frisheid mist om het verschil te maken. Ter info: Rooney legde 11,22km af, daarmee liet hij alle andere spelers ver achter zich.

Logischer was het geweest om Rooney op zijn vertrouwde positie als schaduwspits uit te spelen. In steun van Sturridge zou hij het spel meer kunnen bepalen en frisser opduiken voor doel. Danny Welbeck was met zijn vijf longen dan weer de geknipte man om op rechts Darmian uit de wedstrijd te houden en toch voor aanvallende impulsen te zorgen. Sterling was met zijn flitsen een gesel voor de Italiaanse defensie maar komt toch nog altijd beter tot zijn recht op zijn vertrouwde flank. Met Welbeck, Sturridge en Sterling als speerpunten zouden Rooney en Gerrard ook naar hartelust de beslissende dieptepassen kunnen geven hebben.

Het aanpakken van Pirlo
Een hot item vooraf was hoe de Engelsen Pirlo zouden aanpakken. Niet, zo bleek. De Italiaanse grootmeester had zijn vertrouwde rol voor de verdediging ingeruild voor een iets meer aanvallende en licht links geörienteerde positie. In de aanvangsfase gaf Jordan Henderson nog enige druk op Pirlo, maar nadien kreeg Pirlo veel ruimte en werd hij niet onder druk geplaatst. De Engelsen probeerden zijn passlijnen af te snijden maar zijn 108 passes waarvan 95 procent aankwam bewijzen dat ze daar niet echt in slaagden. Op zijn 35ste is Andrea Pirlo niet meer de meest beweeglijke. Hij rondde nog altijd de kaap van de 10km, maar kwam nooit boven de 20,2km/u wat hem de traagste Italiaan maakte, zelfs doelman Sirigu haalde 20,6km/u. Het zou voor een jonge snaak als Henderson een eenvoudige klus moeten zijn om de Italiaan kort op te jagen, zoals Nederland subliem demonstreerde in hun tweede helft tegen Spanje.

De wissels
De fout om Rooney achter Damian te laten lopen werd (veel te laat) gecorrigeerd tijdens de rust door Rooney van kant te laten wisselen met Welbeck. Toen die laatste na een uur vervangen werd door Barkley moest Rooney opnieuw naar links, Sterling schoof naar rechts en Barkley kwam centraal. Welbeck die voor veel gevaar zorgde en defensief zeer nuttig was zo vroeg naar de kant halen was op zijn zachtst gezegd bizar, ook al maakte Barkley wel een prima invalbeurt. Henderson was echter een logischere wissel geweest. Sturridge moest noodgedwongen naar de kant na een trap van Chiellini. Maar de laatste wissel, dan toch Henderson voor Wilshere, bracht geen zoden aan de dijk. Op dat moment kon Hodgson beter alles of niets spelen en Rickie Lambert in de strijd gooien. Zeker omdat Sterling met nog een kwartier te gaan zijn beste krachten reeds had verbruikt.

Ondanks de positieve teneur staan de Engelsen met de rug tegen de muur voor de wedstrijd tegen Uruguay. Wij zijn nu al benieuwd hoe ‘Woy’ die zal aanpakken.

Advertentie

Auwtsj

Dat moet Marcelo gedacht hebben toen hij na amper elf minuten zijn eigen doelman verschalkte. Het pijnlijkste aan zo’n owndoelpunt is het moment dat je de bal raakt, want je beseft meteen dat die in je eigen net zal belanden. Je houdt je ogen op de bal gericht, en het lijkt een eeuwigheid te duren vooraleer die bal over de lijn gaat. In een roes van naïviteit denk je dat die bal nog te redden valt, maar in werkelijkheid sta je aan de grond genageld.

Al bij al kwam Marcelo vrij snel terug boven water, hij hervatte vrijwel meteen zijn geliefkoosde bezigheid: mee naar voren trekken. In het moderne topvoetbal zijn twee grote categorieën van vleugelbacks te onderscheiden. De eerste zijn ex-flankspelers die te pas en te onpas naar voren rennen als blinde paarden om de aanval te ‘ondersteunen’. Daarbij vergeten ze vaak hun verdedigende taak uit te voeren. Marcelo’s collega aan de overzijde Dani Alves demonstreerde dat gisteren vlak voor het openingsdoelpunt. De tweede categorie zijn ex-centrale verdedigers die zich verdedigend vaak uitstekend van hun taak kwijten. Maar op een bepaald moment denken ze bij zichzelf: ‘Wat zo’n Marcelo kan, dat kan ik ook!’ Dat levert vaak voorzetten op die ver voorbij de zesde paal waaien.  Ze zijn zeer zeldzaam geworden, de vleugelbacks die verdedigend hun taak uitvoeren en op het gepaste moment naar voren trekken om de buitenspeler echt te ondersteunen. Je kan het die backs echter niet kwalijk nemen, want nergens ter wereld worden backs opgeleid. Het zijn vrijwel altijd de laatste posities die door een (jeugd)coach worden ingevuld. Of om het met een cafévoetbalwijsheid te zeggen: ‘Backs zijn opvulsels van de ploeg.’

Wij Belgen mogen ons gelukkig prijzen. Ook al zijn Vertonghen en Alderweireld getransformeerde centrale verdedigers. Verdedigend doen ze hun werk, ze hebben voetballende kwaliteiten én ze maken onze buitenspelers het leven niet zuur. Nu nog hopen dat ze de bal niet in het eigen doel jagen.

door Stijn Candries