De VI werken van Stuivenberg

Met steile ambities startte KRC Genk aan het nieuwe seizoen, drie maand later oogt de realiteit minder fraai. De Limburgers kamperen in het midden van het peloton en het telt al 6 punten minder dan de beoogde top-3. Toch is er potentieel, een analyse van de laatste 3 wedstrijden van Genk onder Stuivenberg.

 

December 2016. Na een 1 op 12 wordt coach Peter Maes de laan uitgestuurd, een gebrek aan punten en te weinig aandacht voor de clubvisie van KRC Genk waarbij veel aandacht gaat naar de doorstroming van eigen jeugdspelers. De Nederlander Albert Stuivenberg, ex-assistent van Louis Van Gaal, volgt hem op. Genk begint aan een remonte maar mist op een haar na de bekerfinale en PO I. Mede door een knap Europees parcours dat strandt in de kwartfinale van de Europa League, kan Stuivenberg een mooi rapport voorleggen met 18 zeges, 8 draws en 5 nederlagen. Hij behoudt vanzelfsprekend het vertrouwen van het bestuur, meer nog: de kern wordt behouden, belangrijke spelers als Pozuelo mogen de club niet verlaten want met dit team moet er meegedaan worden voor de prijzen. Top-3 is het doel.

September 2017. KRC Genk kent een erg matige seizoensstart, Stuivenberg gooit zijn 4-3-3 overboord en introduceert in de match op Eupen een nieuw concept met een tweespitsensysteem. Geen tegenvallende flankaanvallers Benson en Buffel meer in de ploeg, wel een 3-5-2 formatie. Tijdens de rust schakelen de Limburgers over naar een 4-4-2 in ruit waaraan ook in de matchen tegen Moeskroen en Anderlecht werd vastgehouden. We bekeken de laatste drie wedstrijden van de Limburgers en zagen naast heel wat potentieel ook een aantal belangrijke pijnpunten.

3-5-2 Genktactiek

 

 

1. Progressieve balcirculatie

“Ik vind dat balbezit geen doel op zich mag worden, er moet altijd diepte in ons spel zitten”, dixit Stuivenberg in De Voetbaltrainer tijdens de zomerperiode.

Ondanks het vele balbezit tegen Eupen (62%) en Moeskroen (62%) is een snelle en progressieve (naar voren toe) balcirculatie nog een duidelijk werkpunt van de Genkenaars. In Anderlecht daarentegen had het amper 43% balbezit, daar had het dan weer problemen om de bal lang in de ploeg te houden en vanuit de balcirculatie of in de omschakeling tot grote kansen te komen.

Om te komen tot een vlotte opbouw van achteruit met snelle balcirculatie is een meerderheidssituatie achterin allereerst noodzakelijk. Ook Stuivenberg geeft dat aan: “Binnen onze aanvallende principes is het om 2v1 situaties te kunnen creëren en ze ook uit te spelen. Het gaat erom een tegenstander tot keuze te dwingen en die samen met een medespeler uit te spelen.” Overtalsituaties creëren dus, dat probeert Genk te doen.

Nadat het in de eerste helft in 3-5-2 tegen Eupen speelt en achterin man op man wordt vastgezet, schakelt het de tweede helft bijvoorbeeld om naar een 4-4-2 in ruit. Tegen de twee spitsen van Eupen laat het verdedigende middenvelder Berge centraal inzakken om een overtal te creëren in de achterste lijn.

Tegen Anderlecht had Genk automatisch een overtalsituatie achterin maar had het centrale duo Colley en Aidoo het enorm moeilijk met de onmiddellijke pressing die Anderlecht kwam zetten. Daardoor verloren beide centrale verdedigers heel vaak de bal wanneer ze vooruit iemand probeerden vrij te spelen tussen de linies.

opbouw

Berge creëert een 3v2 situatie door in te zakken, tegen de twee centrumspitsen van Eupen

Naast het beperkte voetballende vermogen centraal achterin, heeft Genk ook te vaak de neiging om balbezit te houden wanneer het eigenlijk makkelijk vooruit kan voetballen. Onderstaand twee voorbeelden waarin eerst Berge en nadien ook Malinovskiy eigenlijk perfect voor een tempoversnelling kan zorgen door in 1 tijd vooruit te spelen, beiden draaien echter terug achteruit en houden het tempo laag.

opbouw

Berge kan in 1 tijd vooruit spelen naar een ploegmaat tussen de linies maar keert terug

opbouw

Ook Malinovskiy kan direct vooruit spelen maar draait terug achteruit

 

2. Diepgang zonder bal

Eén van de nadelen van het systeem 4-4-2 in ruit is het ontbreken van kwalitatieve flankspelers die kunnen variëren in hun loopacties: zowel tussen de linies als in de diepte op het juiste moment. Door de centralisatie aan spelers liggen de flanken voor Genk dus vaak heel erg open wat een voordeel is voor de opkomende backs. Echter, deze infiltrerende flankverdedigers kunnen niet altijd tijdig vooraan zijn waardoor er bij de Genkies regelmatig een pertinent gebrek aan diepte ontstaat. Zeker ook omdat middenvelders Malinovskiy, Berge en Pozuelo de bal wel erg graag in de voet hebben. Ook spits Ingvartsen lijkt eerder een type om in de voet aan te spelen en zorgt onvoldoende voor diepte. Enkel Samatta en Schrijvers durven sporadisch eens de diepte in duiken wat onvoldoende is om voor snel gevaar te zorgen, zeker wanneer de backs niet tijdig vooraan terug te vinden zijn.

diepspelen

Alle centrale spelers van Genk komen naar de bal, op de flanken zijn de backs nog niet kunnen oprukken. Geen diepgang!

Op Anderlecht zorgde Samatta af en toe voor de uitzondering door meer op de linkerflank te blijven en daar vanuit de omschakeling de driemansdefensie van paars-wit pijn te proberen doen.

spits

Samatta zorgt voor diepgang op de linkerflank

3. Ondertalsituaties op de flank

Een ander logisch nadeel aan het 4-4-2 in ruit systeem betekent een magere bezetting op de flanken. Vooral voor de opkomende backs heeft dit serieuze gevolgen. Op rechts komen Clinton Mata maar al te vaak in de problemen: de back, tegen de zijlijn, krijgt logischerwijs erg snel druk en heeft in deze spelopvatting ook weinig aanspeelbaarheid om hem te ondersteunen. Ook hier ligt een belangrijke taak voor de, voorlopig misschien nog te statische, spitsen. Uiteraard moeten ook de vier centrale middenvelders voor voldoende ondersteuning en eventuele infiltraties op de flank zorgen.

Aangezien er weinig ondersteuning is op de flank, heeft Genk elders natuurlijk wél extra spelers op ‘overschot’. Dit zorgt op aanvallend gebied wel vaak voor een grote hoeveelheid infiltrerende mensen in de box wanneer één van de meegekomen backs de bal ontvangt op de buitenkant en, misschien noodgedwongen, tot een voorzet overgaat. Tegen Eupen zorgde dit wel voor twee goals van Ingvartsen steeds na een voorzet vanop de rechterflank. Tegen Moeskroen zorgde Uronen dan weer voor een aanvallend goede bijdrage met voorzetten in de zestienmeter waar bijna constant 3 of meerdere Genkspelers komen ingelopen.

voorzet

Vijf spelers van KRC Genk mee in de box bij een flankvoorzet

4. Dwingender worden in de hoge pressing

Albert Stuivenberg toont zich een duidelijk voorstander van hoog storen, de tegenstander zo snel mogelijk het voetballen beletten om bij voorkeur ook zelf snel tot een scoringskans te komen. Zowel in de matchen tegen Eupen, Moeskroen en Anderlecht trachtte Genk de tegenstander meteen op te jagen met wisselend succes. In de Oostkantons waren de Limburgers meerdere malen succesvol na hoog storen, Moeskroen en Anderlecht leken iets beter voorbereid om onder die druk uit te voetballen.

Samatta en Ingvartsen, beide spitsen, coördineren de pressing. Samatta staat op links meestal tussen de centrale verdediger en rechtsback om hen te dwingen ofwel lang te spelen ofwel de rechterflank van Genk te gebruiken. De linkercentrale verdediger wordt meer vrijgelaten door Ingvartsen die hem dan naar buiten toe duwt om de lange bal of de pass naar de linksback te verkrijgen. Wanneer de linksback de bal krijgt, gaat Schrijvers agressief pressen waarna de bal centraal veroverd moet worden. Een duidelijke keuze om de pressing aan de rechterkant uit te voeren vanwege de profielen van Samatta, Schrijvers en Malinovskiy. De één al meer loopwonder dan de ander.

hoge pressing

Genk oriënteert de pressing bewust naar de rechterkant waar Ingvartsen de bal naar buiten duwt en Schrijvers het laatste voorbereidende werk moet opknappen. Geel zijn de verdedigers, rood de middenvelders en blauw de twee spitsen

Tegen Moeskroen liep dit ook relatief goed in de beginfase maar de bezoekers waren goed voorbereid en konden toch een aantal keer door de druk heen voetballen, zelfs met een knappe openingsgoal als gevolg.

 

 

pressing

Schrijvers laat zich makkelijk voorbijlopen door Huyghebaert, die opent op de opstomende rechtsback Locigno. Deze heeft een boulevard aan ruimte dankzij de centrale oriëntering van het Genkse blok en vooral door de slimme loopactie van Rotariu die Uronen meetrekt naar het centrum. Van daaruit volgt een korte combinatie en de 0-1. Hoge pressing die mislukt op zijn kwetsbaarst. 

 

Het moet gezegd, vaak lukte deze pressing wel uitstekend met hoge balrecuperaties als gevolg!         

Tegen de 3-4-3 van Anderlecht werd de hoge pressing enigszins anders ingevuld. Daar kozen beide spitsen om de buitenste centrale verdedigers van Anderlecht uit te sluiten en tegelijk de pass naar de flankaanvaller tussen de linies te voorkomen.  Zo werd Kara aan de bal gelaten. Centraal op het middenveld dekten Schrijvers en Malinovskiy door op Kums en Trebel en dan was het Pozuelo die met een verticale loopactie het signaal gaf tot pressing. De Spanjaard is echter niet meteen de grootste loper en recuperator waardoor Kara vaak te veel tijd kreeg aan de bal.

pressing

Pozuelo zet druk op Kara. De twee spitsen houden Dendoncker en Deschacht in de gaten terwijl op het middenveld mandekking wordt gespeeld op Kums en Trebel

Toch kwam Genk vaak tot balrecuperatie: Berge was namelijk verantwoordelijk voor het constant achtervolgen van de aanvallende middenvelder van Anderlecht aan de kant van de bal (Hanni indien opbouw op links, Gerkens indien opbouw op rechts) waardoor de back van Genk kon doordekken op de flankmiddenvelder van paars-wit. Het zorgde voor erg direct spel, veel duels en potig voetbal wat gezien de voorsprong van Genk in hun voordeel was.

pressing

Berge zakt in op Hanni. Er ontstaat ruimte tussen de linies maar deze kan niet worden benut door de mandekking op Hanni, Kums en Trebel.

5. Verdedigen ruimte in de rug

Hoog druk zetten impliceert uiteraard het weggeven van ruimte in de rug. Ook dat vormt zeker een werkpunt voor de Limburgse defensie, des te meer voor rechtercentrale verdediger Aidoo. De Ghanese jeugdinternational ging namelijk al iedere wedstrijd minstens eenmaal in de fout door onvoldoende te anticiperen op mogelijke dieptepasses. Tegen Anderlecht werd dit niet afgestraft omdat doelman Vukovic hoog meespeelde, tegen Eupen was dit wel de aanleiding tot de 2-0 achterstand.

verdedigen

Aidoo heeft voldoende voorsprong om de diepe bal te verdedigen. Hij anticipeert onvoldoende en laat zich makkelijk in de rug nemen.

6. Rendement op spelhervattingen

And last but not least: spelhervattingen. Een erg gevaarlijk wapen in de strijd voor de punten, noem het gerust de waterstofbom van het voetbal. Mits een uitstekende focus op hoekschoppen en vrije trappen tegen, kan Genk punten scoren op dit onderdeel. Met Pozuelo en Malynovskiy beschikt het over twee spelers met een uitstekende traptechniek terwijl het met Aidoo, Colley en Ingvartsen over voldoende kopkracht beschikt. Echter, voorlopig staat de balans gescoorde goals vs goals tegen op matige 5-5 tussenstand. Op hoekschoppen tegen is de zoneverdediging vooral kwetsbaar gebleken in de eerste zone, dat probeerde Eupen ook constant uit te buiten. Het scoorde zo ook de 1-0 met Blondelle toen het een 4v3 creëerde in die zone.

corner

4vs3 situatie in het nadeel van Genk in de eerste zone op hoekschop

 

De laatste drie matchen van KRC Genk geven een goed beeld over hun seizoen tot zo ver. Het potentieel is aanwezig, de punten nog onvoldoende. De 5 op 9 tegen Eupen, Moeskroen en Anderlecht kon echter ook zomaar een 9 op 9 geweest zijn. Het vertrouwen van het Genkse bestuur in coach Stuivenberg getuigt van kennis en stabiliteit, een juiste keuze zonder twijfel.

Genk heeft uiteraard nog een pak werkpunten, meer dan bovenstaande zes, maar heeft ook duidelijke troeven. De duelkracht centraal achterin, het voetballend vermogen en de overtalsituaties centraal op het middenveld, een tweespitsensysteem dat altijd moeilijk te bekampen is en heel veel volk voor doel bij flankvoorzetten. Het moge duidelijk zijn dat ook regisseur Pozuelo nog ver van zijn beste vorm is verwijderd wat het spel van de Limburgers op termijn alleen nog maar kan verbeteren. Woensdag een volgende test wanneer Genk leider Club Brugge ontvangt.

Meer Belgisch voetbal

Advertentie

Chelsea FC: de 5 werken van architect Conté

Met het ontslag van José Mourinho, een desastreuze tiende plaats in de Premier League en vroegtijdige uitschakelingen in de Champions League, FA Cup en League Cup werd het seizoen 2015-2016 één om snel te vergeten voor Chelsea FC. Eigenaar Abramovitsj stelde met de Italiaanse succescoach Antonio Conté een nieuwe bouwheer aan om het succes terug naar Stamford Brigde te loodsen. Maar om succes te boeken heeft Conté toch nog wat werk op de plank liggen.

 

1. Hou de dragende spelers samen

Een eerste belangrijke taak voor Conté en zijn sportieve staff was simpelweg het samenhouden van de belangrijke elementen die het Chelsea team bevat. Want ondanks een minder seizoen hebben de Blues wel voldoende topspelers in huis.

Eden Hazard wordt al lange tijd het hof gemaakt door PSG maar lijkt niet aan vertrekken te denken. Ook voor Nemanja Matic was er heel wat interesse, vooral uit de Serie A, maar z’n Italiaanse coach zou hem na verschillende gesprekken overtuigd hebben om toch nog even in Londen te blijven. Conté werkte daarnaast zelfs keeperstrainer Christophe Lollichon buiten om zijn nummer één Thibaut Courtois niet kwijt te spelen. De samenwerking tussen Courtois en de Franse keeperstrainer vlotte niet echt, waardoor Lollichon een andere functie binnen de club krijgt.

2. Haal de nodige versterkingen
Met N’Golo Kanté kocht Chelsea de beste defensieve middenvelder van vorig seizoen weg bij kampioen Leicester City. Kanté had een groot aandeel in het sprookje en stond garant voor het meeste geïntercepteerde ballen en tackles per match. Maar ook in balbezit had hij een meerwaarde met meer geslaagde dribbels per match dan bijvoorbeeld Aaron Ramsey, Erik Lamela, Memphis Depay en Jamie Vardy.

Michy Batshuayi was de tweede grote naam die op Stamford Bridge werd voorgesteld. Met 17 goals en 9 assists kon de Belgische spits mooie cijfers voorleggen in de 36 wedstrijden die hij vorig seizoen betwistte voor Olympique Marseille. Met gemiddeld 3.4 schoten per gespeelde match liet Batshuayi enkel Zlatan Ibrahimovic (PSG) en Andy Delort (Caen) voorgaan. Voor Kanté betaalde Abramovic €35.800.000, voor de Rode Duivel een slordige €39.000.000.

Verschillende bronnen beweren tegelijk dat de nieuwe coach niet is uitgekocht en nog zeker drie extra spelers voor de basisploeg wil halen. Op basis van de oefenpartijen in de voorbereiding lijkt het team er momenteel zo uit te zien:

Chelsea 4-3-3

Waarschijnlijke basisploeg Chelsea FC

In doel is Thibaut Courtois incontournable met Asmir Begovic en Jamal Blackman als doublures.

In het hart van de defensie werkten John Terry (links) en Gary Cahill (rechts) de hele voorbereiding samen af. Terry zou te horen gekregen hebben dat hij bij de club mag blijven, maar z’n speeltijd wel eens beperkt zou kunnen zijn. Als hij in de ploeg staat, trekt hij wel steevast de kapiteinsband aan als boegbeeld van Chelsea FC. Kurt Zouma is de grote, Franse concurrent centraal achterin. Michael Hector, Matt Miazga en Kenneth Omeruo zijn de jongere alternatieven.

De van nature rechtsvoetig César Azpilicueta blijft de eerste keuze als linksback, met de 20-jarige Kenedy heeft hij nog geen echt waardevolle vervanger. Op rechts miste Branislav Ivanovic een groot deel van de voorbereiding door een schouderblessure, al nam hij in de laatste oefenpot tegen Werder Bremen wel opnieuw z’n vertrouwde plaats in. Het 19-jarige jeugdproduct Ola Aina liet in de voorgaande matchen echter een meer dan behoorlijke indruk na als doublure op de rechtsback.

Centraal op het middenveld kregen al heel wat spelers hun kans. Obi Mikel overtuigde niet echt en vertoeft momenteel in Brazilië voor de Olympische Spelen met zijn land Nigeria. Nemanja Matic liet wel een goede indruk na, net als Kanté die later aansloot na de EK-finale. Cesc Fabregas kreeg dan weer veel speelgelegenheid maar lijkt zowel voor de defensie als, als meer aanvallend ingestelde middenvelder tweede keus te worden. Oscar speelde ook voor de verdediging maar dat liep slecht af tegen Real Madrid.

De Braziliaan imponeerde echter wel als aanvallende middenvelder in de jongste partijen, het lijdt weinig twijfel dat hij de eerste keus wordt van Conté. Met de jonge Bertrand Traoré heeft Chelsea echter nog een goudhaantje achter de hand. De 20-jarige aanvaller maakte indruk als aanvallende middenvelder met zijn techniek, loopvermogen, snelheid én balrecuperatie.

Op de rechterflank is Willian redelijk zeker van z’n plaats na een sterke voorbereiding, Cuadrado lijkt er tweede keus met ook Victor Moses en Pedro die op beide vleugels terechtkunnen. Op links is Eden Hazard echter dé man van de flits waar Conté op rekent.

Voorin liet Diego Costa voorlopig de beste indruk na waardoor Batshuayi in het begin waarschijnlijk op de bank terechtkomt. Voor Loïc Rémy lijkt het Chelsea-avontuur er op te zitten aangezien z’n Italiaanse coach er graag nog een extra spits bij wil.


3. Creëer een onwrikbaar defensief blok
Waar Chelsea in het verleden successen boekte met een ijzersterke verdediging, liet het defensieve compartiment het vorig seizoen toch iets te vaak afweten. Bij de laatste twee titels, telkens onder Mourinho, incasseerden the Blues steeds slechts 32 goals in 38 officiële competitiematchen. Vorig jaar pakte het maar liefst 53 goals.

Met Conté haalde de club alvast een coach binnen die weet hoe hij fundamenten moet gieten. Italië incasseerde op het afgelopen EK slechts 1 goal in de 4 wedstrijden waarin het met z’n sterkste elftal aantrad en verloor geen enkele match in de reguliere tijd (2-0 vs België, 1-0 vs Zweden, 1-0 vs Spanje, 1-1 vs Duitsland).

Bij Juventus was de defensieve zekerheid de basis voor drie opeenvolgende titels onder Conté. Z’n team had toen ook steeds de beste defensie en incasseerde achtereenvolgens slechts 20, 24 en 23 tegengoals op 38 wedstrijden.


Laag blok

In de eerste oefenmatchen legde Conté duidelijk de nadruk op het compact verdedigen in een laag blok, dicht bij het eigen doel dus. De ruimte tussen de linies (verdediging-middenveld-aanval) beperken en het centrum potdicht houden, leek het eerste aspect van het verdedigen waar de nieuwbakken coach veel aandacht aan besteedde op training. Het resultaat was al meteen zichtbaar in de matchen tegen Rapid Wenen en Liverpool. Chelsea plooide diep terug en gaf amper of geen ruimte weg tussen de verdediging en het middenveld.

Chelsea in een laag blok met 4 verdedigers, 5 middenvelders en 1 diepe spits. Centrum zit dicht.

Chelsea in een laag blok met 4 verdedigers, 5 middenvelders en 1 diepe spits. Centrum zit potdicht.

In de eerste oefenpot tegen R. Wenen vertoonde het beton wel nog wat barstjes (2-0 verlies). Diepe spits Costa ging daar in al z’n enthousiasme vaak de Oostenrijkse verdedigers hoog gaan opjagen maar kreeg daarbij geen steun van zijn middenvelders die de consignes van Conté duidelijk wel volgden. Het zorgde ervoor dat Chelsea de hele match eigenlijk onderging, reactief was en dus steeds in balverlies speelde.

Opvallend daarbij was dat Chelsea in beide matchen opteerde voor een platte 4-5-1 in balverlies waarbij de aanvallende middenvelder altijd rechts naast de 2 verdedigende middenvelders kwam te spelen.

De flankaanvaller, vooral Willian op rechts, was op zijn beurt dan weer vaak verplicht om helemaal terug te zakken indien zijn rechtstreekse tegenstander, de back, oprukte. Die werd dus niet in zone opgevangen, wel man op man. Daardoor positioneerde Chelsea, eens het lange tijd de bal niet had, zich regelmatig in een lage 5-4-1. De back van Chelsea dekte steeds door op eventueel afhakende aanvallers, terwijl de eigen flankaanvaller dus een grote inspanning moest doen om die ruimte achterin op te vullen. Wanneer deze z’n tegenstander toch liet lopen, werd hij opgevangen door de verdedigende middenvelder of centrale verdediger.

Chelsea 5-4-1

Flankaanvaller Willian zakt laag terug om back op te vangen waardoor formatie meer weer heeft van 5-4-1.

5-4-1 Chelsea

Opkomende back wordt niet in zone opgevangen. Willian zakt laag terug, back van Chelsea dekt door op afhakende aanvaller van Liverpool

Na de rode kaart van Fabregas tegen Liverpool, schakelden de Blues overigens om naar een 4-4-1.


Medium blok

Naarmate de voorbereidingsfase vorderde, probeerde Conté zijn troepen in balverlies al iets hoger op het veld neer te zetten. Daardoor voetbalde Chelsea vanaf de match tegen Real Madrid vooral vanuit een medium blok (met de diepe spits rond de middencirkel op de helft van de tegenstander).
Tegelijk konden ook al de eerste ‘mechanismen om de bal effectief te veroveren’ ontwaard worden:

De eerste manier was relatief eenvoudig. Vanuit een laag blok hield Chelsea het centrum gesloten en wanneer de bal van achteruit toch centraal ingespeeld werd, probeerden 1 of meerdere spelers de pass te intercepteren of toch meteen het duel aan te gaan met de speler die de bal kreeg midden in de dubbele blauwe muur.

Bij de tweede methode duwde Chelsea de tegenstander als het ware naar buiten, door de centrale positie van haar blok, om daar meteen druk te zetten op de flankverdediger als die de bal kreeg. Deze manier werd bijna voortdurend langs de rechterflank van Chelsea gebruikt. Wanneer de linksback van de tegenstander de bal kreeg, zet de rechterflankaanvaller van Chelsea (Willian) druk op de balbezitter. Ondertussen verlaat Traoré (of Oscar) zijn positie als centrale middenvelder om terug hoger te gaan spelen waar hij druk zet op de verdedigende middenvelder.

Daardoor wordt de tegenstander vaak gedwongen tot:
– een foutieve pass op de verdedigende middenvelder die onder druk staat van Oscar / Traoré
– het aangaan van een dribbel aan de zijlijn die tot balverlies leidt
– een lange bal naar de torens achterin (Terry/Cahill)

Deze methodes in het drukzetten vanuit een medium blok werkten over het algemeen goed. Zeker wanneer Oscar of Traoré de meest aanvallende middenvelder was in hun rug gesteund door Matic, Kanté, Fabregas. Enkel in de match tegen Real Madrid, waar Oscar als verdedigende middenvelder werd uitgespeeld, liep dit een aantal keer faliekant af. Bij alle drie de tegengoals voor de rust speelde de infiltrerende linksback Marcelo toen een hoofdrol en te vaak werd de ruimte in de rug van Oscar of Cahill uitgebuit.
Hoog blok

De enige momenten waarbij Chelsea voorlopig hoog kon pressen waren die waarbij de tegenstander voor een doeltrap stond. Zeker naar het einde van de voorbereidingsperiode toe, slaagde Chelsea er al beter in om georganiseerd druk te zetten naar voor toe wanneer de doelman wilde intrappen.

In andere momenten, waarbij de bal al in het spel was, zochten de spelers echter nog naar cohesie. Dit was duidelijk merkbaar in de wedstrijden tegen AC Milan & Werder Bremen waarbij de hoge pressing van Chelsea nog al te vaak en erg makkelijk omzeild kon worden wanneer de tegenstander maar voldoende lef toonde om uit te voetballen.


4. Zorg voor attractief spel met veel doelpogingen

In balbezit lijkt Conté op het eerste gezicht nog wat meer werk te hebben dan in balverlies. De opbouw van achteruit leunt in de verste verte nog niet aan bij het vloeiende opbouwwerk dat zijn teams bij Juventus en Italië konden tentoonspreiden, al ligt dat misschien evenzeer aan de voetballend beperkte Cahill en Terry. In dat opzicht werd in de voorbereiding ook nooit erg doelbewust voor een korte opbouw gekozen, de meeste doeltrappen gingen lang richting Costa.

Maar ook eens de bal in het spel is, vlot het aanvalswerk nog niet echt vooral dankzij een matig positiespel. Het vrijlopen bij Chelsea is nog veel te statisch waardoor er bitter weinig vlotte combinaties doorkomen. Vaak staan de flankaanvallers hoog tegen de zijlijn, de backs laag tegen de zijlijn en zijn er weinig spelers tussen hen die zorgen voor driehoeken. Met andere woorden: de verdedigers staan laag en hebben de bal maar hebben simpelweg geen aanspeelpunten centraal of voorin.

Chelsea aanval

Flankaanvallers & flankverdedigers allebei breed, centraal weinig aanspeelmogelijkheden

Daardoor komt het voorspelbare U-patroon vaak terug: centrale verdediger speelt in op de andere centrale verdediger die risicoloos passt op zijn back die op zijn beurt naar de flankaanvaller passt en zo gaat het achteruit terug. Bovendien zijn de spelers aan de zijlijn op die manier makkelijk onder druk te zetten waardoor ze veel de bal verliezen. Enkel met de inbreng van Hazard en Willian, was er in de laatste wedstrijden al iets meer flexibiliteit en beweging centraal zichtbaar.

Opvallend was ook de rol van diepe spits Costa die iets meer van op links opereerde dan puur centraal. Van daaruit probeerde hij flankspeler Hazard te ondersteunen in zijn versnellingen. Enerzijds door zich ofwel centraal aanspeelbaar te maken voor de kaats of door diep weg te lopen op de linkerkant om zo ruimte te maken voor de oprukkende Hazard die zo centraal richting doel kan gaan.


5. Haal rendement uit spelhervattingen

In de glorietijden onder Mourinho haalde Chelsea een hoog rendement uit spelhervattingen, vooral te danken aan de kopkracht van oa Terry. Conté hecht veel waarde aan die wedstrijdmomenten en dat leek al meteen zijn vruchten af te werpen. Van de 13 goals die Chelsea maakte in de voorbereiding maakte het er 4 op spelhervatting: 3 op hoekschop & 1 van op de stip.

Aan de andere kant incasseerde het 2 doelpunten vanuit dode spelmomenten: 1 strafschop tegen Werder Bremen en 1 rechtstreekse vrije trap tegen AC Milan. 4-2, een positieve balans dus.
Top-3

Met slechts 6 wedstrijden en evenveel weken training in de benen, kunnen we nog geen mirakels verwachten van Conté. Tijdens de eerste trainingsweken miste de Italiaan bovendien nog tal van zijn aanvallende spelers die even op adem kwamen na een zwaar seizoen. De nadruk kwam tijdens de voorbereiding logischerwijs dan ook te liggen op het verdedigende werk. Op dat vlak was ook al een duidelijke progressie merkbaar in het verdedigen van een laag blok (4-5-1 of 5-4-1, allemaal voor eigen doel) naar een iets pro-actievere manier van drukzetten rond de middenlijn. Ook op spelhervattingen oogt de balans alvast positief na de voorbereiding.

In balbezit heeft Chelsea nog een pak werk, logisch gezien de geringe tijd die er waarschijnlijk slechts werd in geïnvesteerd. Bovendien hoopt Conté nog een aantal opbouwend-aanvallend versterkingen aan zijn team toe te voegen. Het moge echter al duidelijk zijn dat die Chelsea in volle opbouw is en de top-3 opnieuw moet ambiëren. Want zonder Europees voetbal zal Conté zeker voldoende tijd hebben om op training zijn speelwijze in te slijpen.

Oefenwedstrijden Chelsea

Chelsea – Rapid Wenen 0-2
Chelsea – Wolfsberger AC 3-0
Chelsea – Liverpool FC 1-0
Chelsea – Real Madrid 2-3
Chelsea – AC Milan 3-1
Chelsea – Werder Bremen 4-2

 

Eerste officiële wedstrijden Chelsea

ma. 15/8 om 21.00   Chelsea – West Ham
zat. 20/8 om 16.00   Watford – Chelsea
zat. 27/8 om 16.00   Chelsea – Burnley
zon. 11/9 om 17.00   Swansea City – Chelsea

Standard – Anderlecht (1-0) : Luikse omschakeling beslist Clásico

Standard en Anderlecht die elkaar in de ogen kijken, zorgt steevast voor spektakel op en naast het veld. Deze topper was daar geen uitzondering op: de fans kregen een heel intense eerste helft met veel kansen, een tweede helft met vechtvoetbal waarin Standard de voorsprong met succes verdedigde.

Tactiek Standard Anderlecht

Basisploegen van Standard & Anderlecht

Ferrera kiest bij Standard net als bij STVV heel vaak voor de omschakeling als strategie, eerder probeerde hij het zo ook al op het veld van KAA Gent. Vandaag gebeurde het opnieuw, dit keer wel opnieuw in een platte 4-4-2 met Hubert; Goreux, Teixieira, Arslanagic, Van Damme; Trebel, Yattabaré, Legear, Dossevi; Knockaert, Emond.

Hasi moest het doen zonder zijn productieve linkerflank, zowel Praet als Obradovic vielen vorige week geblesseerd uit. Uiteindelijk werd het een 4-3-3 met Proto; Gillet, Kara, Deschacht, N’Sakala; Dendoncker, Defour, Tielemans; Ezekiel, Najar en Okaka.

Omschakeling van Standard
Op defensief vlak implementeert Ferrera een medium blok. Dat houdt simpelweg in dat de ploeg druk zet eens de tegenstander rond de middencirkel (van hun eigen helft) de bal heeft. Daar zetten de aanvallers dan druk op de tegenstanders, de middenvelders & verdedigers zorgen intussen dat de linies erg kort op elkaar staan. Vandaag pakte Standard het opnieuw op die manier aan, met tussen spitsen en verdedigers amper 25 meter waardoor paars-wit moeilijk de vrije ruimte kon vinden.

Het doel van Standard vandaag was simpel: de bal geven aan de zwakste voetballers van Anderlecht (Kara & Deschacht), wachten op een foute inspeelpass en dan snel counteren met Knockaert, Legear, Dossevi en Emond. Het eerste succes liet niet lang op zich wachten. Na nog geen 4 minuten verspeelde Kara al domweg de bal waardoor Standard kon omschakelen en Legear de thuisploeg op rozen zette.

Beperkte mogelijkheden voor Kara & Deschacht
De Rouches lieten zowel Kara als Deschacht aan de bal en gaven dus het initiatief aan de centrale verdedigers. Zij hadden in theorie drie opties:
1) aanspelen van flankverdedigers Gillet of N’Sakala. In die situatie gaven de flankmiddenvelders van Standard echter meteen druk op de bal terwijl de rest van de ploeg snel hoger opschoof. Enkel Defour vond in de beginfase regelmatig de ruimte tussen de aanvallers & middenvelders van Standard door goed in te zakken, van waaruit hij toch het spel kon maken. Zijn ploegmaats voorin lieten hem die momenten echter te vaak in de steek, waardoor geen diepgang mogelijk was.

2) inspelen van middenvelders Tielemans, Dendoncker, Defour was de tweede optie voor de centrale verdedigers. Wanneer die echter plaatsnamen vóór Yattabaré & Trebel, konden die laatste twee makkelijk doordekken. De Anderlechtmiddenvelders kregen dan de bal ingespeeld terwijl ze meteen heel stevige druk kregen in hun rug, daardoor konden de bezoekers centraal amper uitvoetballen.

3) lange passing richting de aanvallers was de derde mogelijkheid die Kara & Deschacht hadden. Deze bal werd echter niet mogelijk gemaakt door een gebrek aan (cohesie in het) vrijlopen van de drie aanvallers. Ezekiel kon zijn gevaarlijkste loopacties van op de flank in de rug van de verdediging zoals tegen Club Brugge slechts tweemaal uitvoeren. Voor de rest zakte steeds diep om de bal in de voet te vragen en de 1v1 aan te gaan met Goreux wat nooit lukte. Okaka bleef dan weer te statisch centraal en had nooit de ruimte om in het compacte blok van Standard de bal te vragen. Ook de vermoeidheid van donderdag hing mogelijk nog in de kleren, want hij zorgde net als Najar nooit voor de nodige diepgang.

De rol van Defour
Anderlecht kon daar in de eerste helft enkel wat tegenover zetten op spelhervattingen, waarop het via Kara een aantal keer dreigend was. In balbezit waren de goede momenten bij paars-wit schaars.

Enkel Defour kreeg een voet aan de Luikse grond. Hij vond regelmatig de ruimte ‘buiten het blok’ van Standard. Het ene moment haakte hij af om de bal in de voet te krijgen en van daaruit de bal vooruit te spelen. Het andere moment infiltreerde Defour perfect in de rug van de Standardverdediging, waarvan de onterecht afgekeurde 1-1 het beste voorbeeld was.

Behalve de dreiging via spelhervattingen en via Defour was Anderlecht matig, vooral door een gebrek aan goed positiespel: te weinig (op elkaar afgestemde) beweging van de middenvelders en aanvallers gecombineerd met een te trage balciruclatie. Bizar dan ook dat T2 Geert Emmerechts tijdens de rust verkondigde dat “Anderlecht niet scherp genoeg was, en meer moest spelen als mannen.” Wat betreft het eerste doelpunt had hij volkomen gelijk, voor de rest van hun spel lag de oorzaak toch voornamelijk bij het gebrekkige positiespel.

Nieuwe automatismen
De uitspraak bleek een oorlogsverklaring te zijn die Standard dankbaar in ontvangst nam. De tweede helft lag het spel voortdurend stil door overtredingen en Luiks theater uitstekend ondersteund door het thuispubliek. Hasi schakelde de laatste 20 minuten nog om naar een soort 3-5-2 met Sylla & Ezekiel als diepe spitsen en invaller Suarez in steun, maar dat leverde niets op.

Ferrera bracht Bruls nog in het veld als extra (aanvallende) middenvelder in een nog compactere 4-5-1. Dit met als duidelijk doel om Deschacht & Kara nog meer aan de bal te krijgen en de grote impact van Defour (zoals eerder aangegeven) in te perken met meer druk op het middenveld. Uiteindelijk loonde het met een belangrijke 1-0 zege.

Anderlecht kende een erg moeilijk seizoensbegin dat het onder meer overwon dankzij een sterke tandem Praet-Obradovic. Nu dat duo is weggevallen, moet Hasi aan de slag om nieuwe automatismen te ontwikkelen.

Standard op zijn beurt lijkt onder Ferrera toch wekelijks een aantal stappen (of stapjes) te zetten. De laatste weken is een duidelijk medium blok zichtbaar in een platte 4-4-2. De nadruk ligt op organisatie, direct voetbal en een enorme grinta, zoals de huisstijl het voorschrijft.

Meer Belgisch voetbal..

Wedstrijdverslag via Stadion

Stilstaand gevaar?

Matig ingestudeerde vrije trappen, gemiste strafschoppen en overwaaiende hoekschoppen: er wordt wat afgelachen in de voetbalstadions. Maar hoe terecht is dat? Hoe belangrijk zijn spelhervattingen eigenlijk?

Hoekschoptreintje van KAA Gent

Hoekschoptreintje van KAA Gent

Het inmiddels gekende treintje van Hein Vanhaezebrouck zorgde dit seizoen nog voor gespot in media en tribunes. “Belachelijk”, was het woord dat vaak terugkwam. Het kan er dan wel eens kolderiek uitzien, toch lijkt variatie en efficiëntie op spelhervattingen erg belangrijk op het hoogste niveau. Laten we er even de cijfers bijhalen.

In België staat Club Brugge autoritair aan de leiding. Het speelt sterk, maar erg vaak kwam het op voorsprong dankzij een ingestudeerde spelhervatting. Niet minder dan 22 (van de 54) competitiegoals volgde uit een stilliggende bal, dat is 40,7% van de doelpunten! In het buitenland zijn de cijfers lager, al vormen ze overal een aanzienlijk aandeel van het aantal gemaakte goals.

Chelsea, koploper in Engeland, maakte 11 van zijn 40 treffers op een stilliggende bal (=27,5%). In de Champions League maakte het zelfs bijna de helft van de goals op die manier (7/16 = 43,8%). Real Madrid, aan de leiding in Spanje, legt gelijkaardige cijfers voor: 15 van de 55 goals in de competitie (27,3%) en 6/16 in de Champions League (37,5%). Andere topteams zoals Lyon, Bayern München en Juventus maken zo ongeveer 26% van hun goals.

Ruw geschat komt 1 doelpunt op 3 dus voort uit een stilstaande fase: uit een hoekschop, strafschop, vrije trap of inworp. Nog vaker zijn het bepalende openingsgoals in een wedstrijd. Doelpunten die de match openbreken, ervoor zorgen dat de tegenstander voor de aanval moet kiezen en je zelf kan inzakken om succesvol te counteren. Om nog maar te zwijgen over het mentale voordeel…

Spelhervattingen blijken dus erg belangrijk in het volwassenvoetbal. Als je weet dat iedere tegenstander minstens drie keer geanalyseerd wordt, is het niet evident je komende opponent te verrassen: varianten op hoekschoppen, inworpen en vrije trappen kunnen in dat geval een uitstekend wapen zijn.

Op corners zien we vaak dat ‘een blok’ wordt gezet: je offert één of twee mannetjes op om een tegenstander tegen te houden en zo je kopbalsterke medespeler vrij te krijgen. Amper een scheidsrechter die een overtreding fluit, dus waarom niet? Het treintje is een andere manier om vrij in te lopen, eens zonder druk van een sumoworstelende verdediger. Het dansje van de Tsjechische spelers hieronder is een andere originele manier om jezelf vrij te maken. 

Ook uit inworpen valt nog meer rendement te halen. Vandaag wordt gemiddeld 1 inworp op 2 gewoon terug aan de tegenstander gegeven. Een vanzelfsprekende situatie is het inderdaad niet: je staat nu eenmaal met een man minder op het veld . Maar toch: een aantal simpele looplijnen, een juiste werptechniek en goede controle kunnen voor een pak meer balbezit (en dus rust) in het elftal zorgen. Een lange inworp, waarop Stoke City vroeger meerdere goals per seizoen maakte, valt in principe ook perfect te trainen.

Alles bij elkaar zien we het aantal varianten op spelhervattingen boomen, met knappe goals en lachwekkende situaties als gevolg. Dat originaliteit doorslaggevend kan zijn, toonden bovenstaande cijfers al; spijtig genoeg nemen de looplijnen vaak de bovenhand op de basis: een goede voorzet en doeltreffend afwerken met de voet of de kop!

Als de heren profvoetballers op dat vlak wat extra training aan de dag leggen, zien we in de toekomst ongetwijfeld nog een aantal pareltjes zoals hieronder. Zeker als de trainers even creatief blijven in het aanpakken van de spelhervattingen en het mogelijke resultaat ervan niet onderwaarderen zoals bondscoach Wilmots. Een extra uurtje training per week levert nu eenmaal punten op die op het einde van de rekening kunnen beslissen over een titel…