Chelsea FC: de 5 werken van architect Conté

Met het ontslag van José Mourinho, een desastreuze tiende plaats in de Premier League en vroegtijdige uitschakelingen in de Champions League, FA Cup en League Cup werd het seizoen 2015-2016 één om snel te vergeten voor Chelsea FC. Eigenaar Abramovitsj stelde met de Italiaanse succescoach Antonio Conté een nieuwe bouwheer aan om het succes terug naar Stamford Brigde te loodsen. Maar om succes te boeken heeft Conté toch nog wat werk op de plank liggen.

 

1. Hou de dragende spelers samen

Een eerste belangrijke taak voor Conté en zijn sportieve staff was simpelweg het samenhouden van de belangrijke elementen die het Chelsea team bevat. Want ondanks een minder seizoen hebben de Blues wel voldoende topspelers in huis.

Eden Hazard wordt al lange tijd het hof gemaakt door PSG maar lijkt niet aan vertrekken te denken. Ook voor Nemanja Matic was er heel wat interesse, vooral uit de Serie A, maar z’n Italiaanse coach zou hem na verschillende gesprekken overtuigd hebben om toch nog even in Londen te blijven. Conté werkte daarnaast zelfs keeperstrainer Christophe Lollichon buiten om zijn nummer één Thibaut Courtois niet kwijt te spelen. De samenwerking tussen Courtois en de Franse keeperstrainer vlotte niet echt, waardoor Lollichon een andere functie binnen de club krijgt.

2. Haal de nodige versterkingen
Met N’Golo Kanté kocht Chelsea de beste defensieve middenvelder van vorig seizoen weg bij kampioen Leicester City. Kanté had een groot aandeel in het sprookje en stond garant voor het meeste geïntercepteerde ballen en tackles per match. Maar ook in balbezit had hij een meerwaarde met meer geslaagde dribbels per match dan bijvoorbeeld Aaron Ramsey, Erik Lamela, Memphis Depay en Jamie Vardy.

Michy Batshuayi was de tweede grote naam die op Stamford Bridge werd voorgesteld. Met 17 goals en 9 assists kon de Belgische spits mooie cijfers voorleggen in de 36 wedstrijden die hij vorig seizoen betwistte voor Olympique Marseille. Met gemiddeld 3.4 schoten per gespeelde match liet Batshuayi enkel Zlatan Ibrahimovic (PSG) en Andy Delort (Caen) voorgaan. Voor Kanté betaalde Abramovic €35.800.000, voor de Rode Duivel een slordige €39.000.000.

Verschillende bronnen beweren tegelijk dat de nieuwe coach niet is uitgekocht en nog zeker drie extra spelers voor de basisploeg wil halen. Op basis van de oefenpartijen in de voorbereiding lijkt het team er momenteel zo uit te zien:

Chelsea 4-3-3

Waarschijnlijke basisploeg Chelsea FC

In doel is Thibaut Courtois incontournable met Asmir Begovic en Jamal Blackman als doublures.

In het hart van de defensie werkten John Terry (links) en Gary Cahill (rechts) de hele voorbereiding samen af. Terry zou te horen gekregen hebben dat hij bij de club mag blijven, maar z’n speeltijd wel eens beperkt zou kunnen zijn. Als hij in de ploeg staat, trekt hij wel steevast de kapiteinsband aan als boegbeeld van Chelsea FC. Kurt Zouma is de grote, Franse concurrent centraal achterin. Michael Hector, Matt Miazga en Kenneth Omeruo zijn de jongere alternatieven.

De van nature rechtsvoetig César Azpilicueta blijft de eerste keuze als linksback, met de 20-jarige Kenedy heeft hij nog geen echt waardevolle vervanger. Op rechts miste Branislav Ivanovic een groot deel van de voorbereiding door een schouderblessure, al nam hij in de laatste oefenpot tegen Werder Bremen wel opnieuw z’n vertrouwde plaats in. Het 19-jarige jeugdproduct Ola Aina liet in de voorgaande matchen echter een meer dan behoorlijke indruk na als doublure op de rechtsback.

Centraal op het middenveld kregen al heel wat spelers hun kans. Obi Mikel overtuigde niet echt en vertoeft momenteel in Brazilië voor de Olympische Spelen met zijn land Nigeria. Nemanja Matic liet wel een goede indruk na, net als Kanté die later aansloot na de EK-finale. Cesc Fabregas kreeg dan weer veel speelgelegenheid maar lijkt zowel voor de defensie als, als meer aanvallend ingestelde middenvelder tweede keus te worden. Oscar speelde ook voor de verdediging maar dat liep slecht af tegen Real Madrid.

De Braziliaan imponeerde echter wel als aanvallende middenvelder in de jongste partijen, het lijdt weinig twijfel dat hij de eerste keus wordt van Conté. Met de jonge Bertrand Traoré heeft Chelsea echter nog een goudhaantje achter de hand. De 20-jarige aanvaller maakte indruk als aanvallende middenvelder met zijn techniek, loopvermogen, snelheid én balrecuperatie.

Op de rechterflank is Willian redelijk zeker van z’n plaats na een sterke voorbereiding, Cuadrado lijkt er tweede keus met ook Victor Moses en Pedro die op beide vleugels terechtkunnen. Op links is Eden Hazard echter dé man van de flits waar Conté op rekent.

Voorin liet Diego Costa voorlopig de beste indruk na waardoor Batshuayi in het begin waarschijnlijk op de bank terechtkomt. Voor Loïc Rémy lijkt het Chelsea-avontuur er op te zitten aangezien z’n Italiaanse coach er graag nog een extra spits bij wil.


3. Creëer een onwrikbaar defensief blok
Waar Chelsea in het verleden successen boekte met een ijzersterke verdediging, liet het defensieve compartiment het vorig seizoen toch iets te vaak afweten. Bij de laatste twee titels, telkens onder Mourinho, incasseerden the Blues steeds slechts 32 goals in 38 officiële competitiematchen. Vorig jaar pakte het maar liefst 53 goals.

Met Conté haalde de club alvast een coach binnen die weet hoe hij fundamenten moet gieten. Italië incasseerde op het afgelopen EK slechts 1 goal in de 4 wedstrijden waarin het met z’n sterkste elftal aantrad en verloor geen enkele match in de reguliere tijd (2-0 vs België, 1-0 vs Zweden, 1-0 vs Spanje, 1-1 vs Duitsland).

Bij Juventus was de defensieve zekerheid de basis voor drie opeenvolgende titels onder Conté. Z’n team had toen ook steeds de beste defensie en incasseerde achtereenvolgens slechts 20, 24 en 23 tegengoals op 38 wedstrijden.


Laag blok

In de eerste oefenmatchen legde Conté duidelijk de nadruk op het compact verdedigen in een laag blok, dicht bij het eigen doel dus. De ruimte tussen de linies (verdediging-middenveld-aanval) beperken en het centrum potdicht houden, leek het eerste aspect van het verdedigen waar de nieuwbakken coach veel aandacht aan besteedde op training. Het resultaat was al meteen zichtbaar in de matchen tegen Rapid Wenen en Liverpool. Chelsea plooide diep terug en gaf amper of geen ruimte weg tussen de verdediging en het middenveld.

Chelsea in een laag blok met 4 verdedigers, 5 middenvelders en 1 diepe spits. Centrum zit dicht.

Chelsea in een laag blok met 4 verdedigers, 5 middenvelders en 1 diepe spits. Centrum zit potdicht.

In de eerste oefenpot tegen R. Wenen vertoonde het beton wel nog wat barstjes (2-0 verlies). Diepe spits Costa ging daar in al z’n enthousiasme vaak de Oostenrijkse verdedigers hoog gaan opjagen maar kreeg daarbij geen steun van zijn middenvelders die de consignes van Conté duidelijk wel volgden. Het zorgde ervoor dat Chelsea de hele match eigenlijk onderging, reactief was en dus steeds in balverlies speelde.

Opvallend daarbij was dat Chelsea in beide matchen opteerde voor een platte 4-5-1 in balverlies waarbij de aanvallende middenvelder altijd rechts naast de 2 verdedigende middenvelders kwam te spelen.

De flankaanvaller, vooral Willian op rechts, was op zijn beurt dan weer vaak verplicht om helemaal terug te zakken indien zijn rechtstreekse tegenstander, de back, oprukte. Die werd dus niet in zone opgevangen, wel man op man. Daardoor positioneerde Chelsea, eens het lange tijd de bal niet had, zich regelmatig in een lage 5-4-1. De back van Chelsea dekte steeds door op eventueel afhakende aanvallers, terwijl de eigen flankaanvaller dus een grote inspanning moest doen om die ruimte achterin op te vullen. Wanneer deze z’n tegenstander toch liet lopen, werd hij opgevangen door de verdedigende middenvelder of centrale verdediger.

Chelsea 5-4-1

Flankaanvaller Willian zakt laag terug om back op te vangen waardoor formatie meer weer heeft van 5-4-1.

5-4-1 Chelsea

Opkomende back wordt niet in zone opgevangen. Willian zakt laag terug, back van Chelsea dekt door op afhakende aanvaller van Liverpool

Na de rode kaart van Fabregas tegen Liverpool, schakelden de Blues overigens om naar een 4-4-1.


Medium blok

Naarmate de voorbereidingsfase vorderde, probeerde Conté zijn troepen in balverlies al iets hoger op het veld neer te zetten. Daardoor voetbalde Chelsea vanaf de match tegen Real Madrid vooral vanuit een medium blok (met de diepe spits rond de middencirkel op de helft van de tegenstander).
Tegelijk konden ook al de eerste ‘mechanismen om de bal effectief te veroveren’ ontwaard worden:

De eerste manier was relatief eenvoudig. Vanuit een laag blok hield Chelsea het centrum gesloten en wanneer de bal van achteruit toch centraal ingespeeld werd, probeerden 1 of meerdere spelers de pass te intercepteren of toch meteen het duel aan te gaan met de speler die de bal kreeg midden in de dubbele blauwe muur.

Bij de tweede methode duwde Chelsea de tegenstander als het ware naar buiten, door de centrale positie van haar blok, om daar meteen druk te zetten op de flankverdediger als die de bal kreeg. Deze manier werd bijna voortdurend langs de rechterflank van Chelsea gebruikt. Wanneer de linksback van de tegenstander de bal kreeg, zet de rechterflankaanvaller van Chelsea (Willian) druk op de balbezitter. Ondertussen verlaat Traoré (of Oscar) zijn positie als centrale middenvelder om terug hoger te gaan spelen waar hij druk zet op de verdedigende middenvelder.

Daardoor wordt de tegenstander vaak gedwongen tot:
– een foutieve pass op de verdedigende middenvelder die onder druk staat van Oscar / Traoré
– het aangaan van een dribbel aan de zijlijn die tot balverlies leidt
– een lange bal naar de torens achterin (Terry/Cahill)

Deze methodes in het drukzetten vanuit een medium blok werkten over het algemeen goed. Zeker wanneer Oscar of Traoré de meest aanvallende middenvelder was in hun rug gesteund door Matic, Kanté, Fabregas. Enkel in de match tegen Real Madrid, waar Oscar als verdedigende middenvelder werd uitgespeeld, liep dit een aantal keer faliekant af. Bij alle drie de tegengoals voor de rust speelde de infiltrerende linksback Marcelo toen een hoofdrol en te vaak werd de ruimte in de rug van Oscar of Cahill uitgebuit.
Hoog blok

De enige momenten waarbij Chelsea voorlopig hoog kon pressen waren die waarbij de tegenstander voor een doeltrap stond. Zeker naar het einde van de voorbereidingsperiode toe, slaagde Chelsea er al beter in om georganiseerd druk te zetten naar voor toe wanneer de doelman wilde intrappen.

In andere momenten, waarbij de bal al in het spel was, zochten de spelers echter nog naar cohesie. Dit was duidelijk merkbaar in de wedstrijden tegen AC Milan & Werder Bremen waarbij de hoge pressing van Chelsea nog al te vaak en erg makkelijk omzeild kon worden wanneer de tegenstander maar voldoende lef toonde om uit te voetballen.


4. Zorg voor attractief spel met veel doelpogingen

In balbezit lijkt Conté op het eerste gezicht nog wat meer werk te hebben dan in balverlies. De opbouw van achteruit leunt in de verste verte nog niet aan bij het vloeiende opbouwwerk dat zijn teams bij Juventus en Italië konden tentoonspreiden, al ligt dat misschien evenzeer aan de voetballend beperkte Cahill en Terry. In dat opzicht werd in de voorbereiding ook nooit erg doelbewust voor een korte opbouw gekozen, de meeste doeltrappen gingen lang richting Costa.

Maar ook eens de bal in het spel is, vlot het aanvalswerk nog niet echt vooral dankzij een matig positiespel. Het vrijlopen bij Chelsea is nog veel te statisch waardoor er bitter weinig vlotte combinaties doorkomen. Vaak staan de flankaanvallers hoog tegen de zijlijn, de backs laag tegen de zijlijn en zijn er weinig spelers tussen hen die zorgen voor driehoeken. Met andere woorden: de verdedigers staan laag en hebben de bal maar hebben simpelweg geen aanspeelpunten centraal of voorin.

Chelsea aanval

Flankaanvallers & flankverdedigers allebei breed, centraal weinig aanspeelmogelijkheden

Daardoor komt het voorspelbare U-patroon vaak terug: centrale verdediger speelt in op de andere centrale verdediger die risicoloos passt op zijn back die op zijn beurt naar de flankaanvaller passt en zo gaat het achteruit terug. Bovendien zijn de spelers aan de zijlijn op die manier makkelijk onder druk te zetten waardoor ze veel de bal verliezen. Enkel met de inbreng van Hazard en Willian, was er in de laatste wedstrijden al iets meer flexibiliteit en beweging centraal zichtbaar.

Opvallend was ook de rol van diepe spits Costa die iets meer van op links opereerde dan puur centraal. Van daaruit probeerde hij flankspeler Hazard te ondersteunen in zijn versnellingen. Enerzijds door zich ofwel centraal aanspeelbaar te maken voor de kaats of door diep weg te lopen op de linkerkant om zo ruimte te maken voor de oprukkende Hazard die zo centraal richting doel kan gaan.


5. Haal rendement uit spelhervattingen

In de glorietijden onder Mourinho haalde Chelsea een hoog rendement uit spelhervattingen, vooral te danken aan de kopkracht van oa Terry. Conté hecht veel waarde aan die wedstrijdmomenten en dat leek al meteen zijn vruchten af te werpen. Van de 13 goals die Chelsea maakte in de voorbereiding maakte het er 4 op spelhervatting: 3 op hoekschop & 1 van op de stip.

Aan de andere kant incasseerde het 2 doelpunten vanuit dode spelmomenten: 1 strafschop tegen Werder Bremen en 1 rechtstreekse vrije trap tegen AC Milan. 4-2, een positieve balans dus.
Top-3

Met slechts 6 wedstrijden en evenveel weken training in de benen, kunnen we nog geen mirakels verwachten van Conté. Tijdens de eerste trainingsweken miste de Italiaan bovendien nog tal van zijn aanvallende spelers die even op adem kwamen na een zwaar seizoen. De nadruk kwam tijdens de voorbereiding logischerwijs dan ook te liggen op het verdedigende werk. Op dat vlak was ook al een duidelijke progressie merkbaar in het verdedigen van een laag blok (4-5-1 of 5-4-1, allemaal voor eigen doel) naar een iets pro-actievere manier van drukzetten rond de middenlijn. Ook op spelhervattingen oogt de balans alvast positief na de voorbereiding.

In balbezit heeft Chelsea nog een pak werk, logisch gezien de geringe tijd die er waarschijnlijk slechts werd in geïnvesteerd. Bovendien hoopt Conté nog een aantal opbouwend-aanvallend versterkingen aan zijn team toe te voegen. Het moge echter al duidelijk zijn dat die Chelsea in volle opbouw is en de top-3 opnieuw moet ambiëren. Want zonder Europees voetbal zal Conté zeker voldoende tijd hebben om op training zijn speelwijze in te slijpen.

Oefenwedstrijden Chelsea

Chelsea – Rapid Wenen 0-2
Chelsea – Wolfsberger AC 3-0
Chelsea – Liverpool FC 1-0
Chelsea – Real Madrid 2-3
Chelsea – AC Milan 3-1
Chelsea – Werder Bremen 4-2

 

Eerste officiële wedstrijden Chelsea

ma. 15/8 om 21.00   Chelsea – West Ham
zat. 20/8 om 16.00   Watford – Chelsea
zat. 27/8 om 16.00   Chelsea – Burnley
zon. 11/9 om 17.00   Swansea City – Chelsea

Zweden – België (0-1): Individuele klasse verdoezelt chaos

Met anderhalf been stond België al in de 1/8e finale: enkel een nederlaag tegen de Zweden en winst van de Ieren kon de Rode Duivels nog uit de volgende ronde houden. En vooral: een draw of overwinning bracht België in ‘The Road to History’: in een tabelhelft zónder Spanje, Italië, Frankrijk, Engeland en Duitsland.

tactiek Belgie Zweden

Opstellingen Zweden & België

Wilmots stuurde dezelfde spelers als tegen Ierland de wei in, enkel de geblesseerde Dembele moest wijken voor Nainggolan. De 4-3-3 werd ingevuld met volgende namen: Courtois, Meunier, Alderweireld, Vermaelen, Vertonghen, Witsel, Naingolan, De Bruyne, Hazard, Carrasco en Lukaku.

De Zweedse coach hield op zijn beurt vast aan zijn 4-4-2 met Isaksson, Lindelof, Johansson, Granqvist, Olsson, Ekdal, Kallstrom, Forsberg, Larsson, Zlatan en Berg.

Dominant balbezit of counter?
Nul. 0 schoten op doel verzamelden de Zweden in hun eerste twee EK-confrontaties tegen Italië en Ierland, een own-goal van de Ier Clark was hun enige wapenfeit de voorbije 180′. Maar toch, mits een overwinning vandaag kon Zweden nog naar de volgende ronde. Geen goal tegen krijgen en zelf 1x prikken was het doel.

De Belgen daarentegen zitten ook met een dilemma: gaan voor dominantie met veel balbezit en hoge pressing of toch kiezen voor de counteraanval, wat blijkbaar ons sterke punt schijnt? Niemand bij de Belgen lijkt het te weten.

“Het resultaat telt, niet het (champagne)voetbal.” Het lijkt niet alleen het credo van Wilmots maar ook dat van bijna al zijn collega-bondscoaches. Een analyse van de opbouw bij beide teams is dan ook kort maar krachtig. Keer op keer de lange bal van bij de doelman. Courtois en Isaksson trapten iedere bal ver vooruit in de opbouw: Courtois richting Lukaku, Isaksson richting Berg (zie hieronder beiden hun passdiagram). Tot zover de dominante passing-game voor de Rode Duivels.

Opbouw Thibaut Courtois

Opbouw Thibaut Courtois

Opbouw Isaksson

Opbouw Andreas Isaksson

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onzichtbare bezetting voor doel
In balbezit startte België wel gretig met vooral Vertonghen die tweemaal inschoof van op de linksback wat meteen tot lichte dreiging leidde. Maar het gevaar viel snel weg. De Rode Duivels hervielen in oude gewoonten met beperkte positiewissels, verzandden in een trage balcirculatie en teerden opnieuw volledig op de individuele klasse van De Bruyne, Hazard en co.

Die eerste, de Wittekop van Drongen, leek ondanks z’n mindere vorm echter opnieuw de sleutel in handen te hebben. Hij bewoog soms goed tussen de linies en creëerde als bijna enige Belg echt gevaar, ook op spelhervattingen. Wanneer het centrum te bevolkt raakte, week hij goed uit naar de (linker)flank om van daaruit het spel te verdelen. Het ontbrak hem echter aan lopende spelers in de rug van de Zweedse defensie (Hazard / Carrasco?) en tegelijk aan infiltrerende spelers van achteruit (Witsel?), waardoor z’n scherpe voorzetten vaak in No Man’s Land terechtkwamen. Van bezetting voor doel was eigenlijk gewoon nooit sprake.

Zweeds blok
Intussen zetten de Zweden de Belgen goed blok. Wanneer België in balbezit was rond de middenlijn positioneerde ‘de thuisploeg’ zich in z’n gekende platte 4-4-2 (zie foto hieronder) en hield de ruimte tussen de linies (blauwe lijne zijn de verdediging, het middenveld en de aanval) extreem klein. De ruimte tussen de achterste en voorste lijn (rode pijlen) was zo vaak slechts 20 meter of minder. Erg moeilijk om door te voetballen, zeker bij een gebrek aan snelle balcirculatie en positiewissels.Zweden blokvorming

Wanneer de Rode Duivels het doel van de Zweden nog dichter naderden, zakte Berg nog iets dieper mee en bleef Zlatan voorin hangen in een 4-4-1-1. De dubbele gele muur zorgde er ook voor dat De Bruyne zich na de eerste minuten centraal niet meer kon bewegen en daardoor dus moest uitwijken naar de flank om voor gevaar te zorgen.

Chaos in de pressing
Ook in balbezit trokken de Zweden het spel intussen meer naar zich toe, getuige de 51.3% balbezit op het einde van de match. En daar zaten de vraagtekens bij België voor iets tussen: ‘hoge druk of toch maar laag inzakken en op de counter speculeren’. Het antwoord op die vraag moeten we u na de match eigenlijk nog altijd schuldig blijven en dat is meestal een veeg teken.

In de beginfase zetten de Belgen alleszins hoog druk: Lukaku en een uitstappende De Bruyne (vanuit het middenveld) probeerden hoog te pressen om het de Zweedse centrale verdedigers zo moeilijk te maken. De ruimte tussen de linies was echter zo dramatisch groot dat Naingolan en Witsel te grote afstanden moesten afleggen om effectief druk te zetten en ballen te veroveren.

De strikte mandekking op het middenveld die Wilmots graag hanteert, kon op papier wel werken gezien de meerderheid van 3 Belgische centrale middenvelders tegenover het duo van Zweden. De Bruyne laten doordekken voorin en Witsel & Naingolan de twee centrale middenvelders Kallstrom & Ekdal laten dekken.

Nou, laat voetbal nu net ietsje flexibeler en beweeglijker zijn dan dat. Vooral de Zweedse linkermiddenvelder, Forsberg, genoot ervan om in de ruimte van Witsel & Nainggolan te duiken waar hij vaak de bal kreeg zonder druk. Tegelijk kon de linksback Olsson oprukken om van op de flank gevaar te creëren. Hoge druk leek de vooraf meegekregen opdracht, maar de ruimte tussen de linies was zo groot dat we kunnen betwijfelen of het effectief het geval was of dat het gewoon erg slecht uitgevoerd werd door de elf tussen de lijnen.

De tweede helft zorgde niet voor duidelijkheid: het Belgische blok werd wel lager gezet, waarschijnlijk om van daaruit de ruimte in de rug van de Zweden te benutten. Die moesten namelijk de 0-0 wegvegen om nog kans te maken op de volgende ronde. Maar het inzakken, namen de Belgische spelers nogal letterlijk. De centrale verdedigers van Zweden kregen zeeën van tijd om in te dribbelen en zonder druk de ene lange bal na de andere te versturen richting de baklijn & de twee spitsen. (zie beeld hieronder) En laat net dat nu de situatie zijn waarin we het tegen Italië zo moeilijk hadden: de strijd op leven op dood tussen onze centrale verdedigers en de aanvallers van de tegenpartij. En laat ook dat nu net de sterkte zijn van Zlatan. Gelukkig werd zijn 1-0 afgekeurd. Oef. Anders konden we na de Ierse zege inpakken en wegwezen.

belgie verdedigend

Ruimte tussen de linies bij België veel groter (rode pijlen) dan bij Zweden. (Blauwe) verdediger kan indribbelen zonder druk en de bal lang spelen op het spitsenduo voorin (in geel omcirkeld) die man op man staan tegen Vermaelen & Alderweireld.

Vooral de wisselwerking tussen de afhakende Zlatan en de dieplopende Berg, bezorgden de Belgen wel wat hoofdpijn en hartlijders misschien nog andere pijn. Al bij al deden Alderweireld en Vertonghen het zeer goed, zeker gezien het feit dat ze verdedigend toch wat in de steek werden gelaten door hun ploegmaats. Individuele klasse.

Road to the final
De Zweden moesten komen en deden dat dan ook nadrukkelijker naarmate de wedstrijd vorderde. Met 12 schoten naar doel wist de Gele Brigade overigens meer gevaar te creëren dan in hun vorige twee matchen samen, toen trapte het slechts 11x richting doel. In hun enthousiasme speelden ze natuurlijk wel in de kaart van onze (bewust?) counterende landgenoten. Naingolan trapte de 1-0 binnen na een nieuw omschakelmoment. De counter en een afstandsschot redden ons opnieuw, samen met de individuele aanvallende klasse. Opnieuw die individuele kwaliteiten.

Uiteraard was een meer behouden aanpak geen schande, zeker niet omdat winst of een draw eigenlijk niks uitmaakte. Maar toch, van een uitgedokterde speelwijze lijkt nog altijd geen sprake. En dat na intussen 50 (!) wedstrijden met deze bondscoach.

Het interview van rots in de branding Thomas Vermaelen na de match vatte de wedstrijd eigenlijk nog het best samen: “Het was knokken want we zetten niet goed druk. Maar gelukkig hebben we een paar klasbakken lopen voorin.” Of zoals Filip Joos nog aanhaalde: “Er zijn veel zwakkere landen op het tornooi, maar ze voetballen wel vaak beter dan ons.”

Na 45 goede minuten en 225 matige tot dramatische zijn onze Rode Duivels dus in de 1/8e finale beland. Zeg nog eens dat de uitbreiding van het EK een slechte zaak is. Met Hongarije en nadien Wales of Noord-Ierland ligt de tabel zelfs open naar een historische halve finale en wie weet zelfs meer.

Over progressie in onze speelwijze maken we ons intussen al geen illusies meer. En eigenlijk maakt voetbalgek België zich daar ook niet druk om, zolang er maar gewonnen wordt. Bij deze dus graag een oproep aan Thibaut, Kevin, Eden en alle anderen: doe maar iets, groei naar je beste vorm toe en beslis de volgende matchen op individuele klasse (en op de counter). En Marc, hou jij gewoon die konijnenpoot dicht bij je, alstublieft? En zo samen naar het delirium, go Belgium!

Samenvatting Zweden – België


1/8e finales:

zaterdag 15.00  Zwitserland – Polen
zaterdag 21.00  Portugal – Kroatië
zaterdag 18.00  Wales – Noord-Ierland
zondag 21.00     België – Hongarije

maandag 18.00 Spanje – Italië
zondag 18.00     Duitsland – Slowakije
zondag 15.00     Frankrijk – Ierland
maandag 21.00 Engeland – IJsland

 

Meer internationaal voetbal

Belgisch voetbal

 

La Squadra Azzurra: sterke defensie & tactisch flexibel

Maandag 13 juni om 21.00 start het EK voor onze Rode Duivels. En de verwachtingen liggen hoog, erg hoog. Italië wordt echter geen hapklare brok, het bewijs vind je hieronder met een uitgebreide analyse van La Squadra Azzurra. Zo zijn ook jullie uitstekend voorbereid om straks het gewauwel van de zogenaamde ‘tv-analisten’ te counteren.

De selectie

In doel selecteerde bondscoach Antonio Conté ouderdomsdeken Gianluigi Buffon (Juventus) met Federico Marchetti (Lazio) en Salvatore Sirigu (PSG) als diens vervangers. Achterin teert Conté in de eerste plaats op het trio Leonardo Bonucci, Andrea Barzagli en Giorgio Chiellini dat ook bij Juventus de afweergordel vormt. Verder zijn ook Angelo Ogbonna (West Ham), Matteo Darmian (Manchester United) en Mattia De Sciglio (AC Milan) opgeroepen.

Op het middenveld kreeg Andrea Pirlo geen uitnodiging in de bus terwijl Marco Verratti, Riccardo Montolivo en Claudio Marchisio geblesseerd moesten afhaken. Daniele De Rossi (AS Roma), Alessandro Florenzi (AS Roma), Emanuele Giaccherini (Bologna), Jorginho (Napoli), Thiago Motta (PSG), Marco Parolo (Lazio), Stefano Sturaro (Juventus), Antonio Candreva (Lazio) zijn in die linie de mannen die het moeten doen.

In aanvallend opzicht koos Conté voor Eder (Inter), Ciro Immobile (Torino), Lorenzo Insigne (Napoli), Graziano Pelle (Southampton), Simone Zaza (Juventus), Federico Bernardeschi (Fiorentina) en Stephan El Shaarawy (AS Roma). Dat Mario Balotelli al even uit de selectie wordt geweerd, toont aan hoeveel belang Conté hecht aan een goede groepssfeer met een duidelijke hiërarchie. En voldoende ervaring natuurlijk: de gemiddelde leeftijd van de Italiaanse kern is 28.48 jaar oud, de Belgische 25.96 jaar. De Italiaanse speler heeft gemiddeld 32.4 caps achter zijn naam staan, de Rode Duivels traden gemiddeld 31.4 keer aan voor ons land.

3-4-3 & 3-5-2
We volgden de Italianen van dichtbij in hun laatste 4 oefenwedstrijden om zo een goed beeld te krijgen van hun sterktes en zwaktes. In die oefengalop behaalden ze achtereenvolgens volgende resultaten: 1-1 tegen Spanje, 4-1 verlies tegen Duitsland, 1-0 winst tegen Schotland en 2-0 winst tegen Finland. Dat die oefenpotjes niet altijd representatief zijn voor het latere hoofdtornooi van La Squadra mag duidelijk zijn. Italië werd bijvoorbeeld tweede op het EK 2012 maar verloor in de aanloop naar dat tornooi zijn laatste drie oefenmatchen. Ook toen het 6 jaar eerder wereldkampioen werd, konden de Italianen slechts 2 van hun laatste 5 oefenmatchen voor het tornooi winnend afsluiten.

Italië kroonde zich tot groepswinnaar in de kwalificaties met 7 overwinningen en 3 draws in een poule met Kroatië, Noorwegen, Bulgarije, Azerbeidzjan en Malta. In die periode koos Conté hoofdzakelijk voor een 4-4-2 formatie. In de laatste matchen experimenteerde de Italiaanse selectieheer dan weer met 2 verschillende formaties, 3-4-3 & 3-5-2. Afgaande op deze wedstrijden en de trainingsverslagen lijkt de keuze dan ook op één van die laatste twee te vallen. We bespreken de belangrijkste kantlijnen binnen beide Italiaanse spelsystemen die toch relatief gelijklopend zijn.

Italië in 3-4-3

tactiek Italie

Mogelijke namen wanneer Italië in 3-4-3 aantreedt

In de oefenwedstrijden tegen Spanje & Duitsland eind maart, traden La Squadra Azzurra aan in een 3-4-3 systeem. De gehanteerde speelwijze leunde dicht aan bij het spel waarmee Fiorentina zich mengde in de titeldebatten in de Serie A (en uiteindelijk nog wegzakte naar de 5e plaats) en deels overeenkomstig met de manier waarop KAA Gent zich presenteerde onder Hein Vanhaezebrouck. Dit waren de belangrijkste facetten van de speelwijze:

Balbezit

Korte opbouw van achteruit
In de opbouw kiezen de Italianen steevast voor korte, verzorgde passes indien mogelijk. Buffon wordt bij balbezit ondersteund door de drie verdedigers voor hem die rustig rondspelen naar elkaar en op het gepaste moment proberen in te dribbelen naar het middenveld om voorwaarts te passen. Teams die pressen maar dit met onvoldoende spelers doen of niet compact genoeg speelden, werden steeds uitgespeeld door de uitvoetballende Italianen. Zelfs Duitsland en Spanje werden zo bij momenten met veel lef uit verband gevoetbald door de Italiaanse verdedigers.

Vooral Bonucci, de meest centrale verdediger van de drie, beschikt over een uitstekende harde, lage pass waarmee hij meteen één van de spitsen kan aanspelen. Na een rustige opbouw zijn de voorwaartse passes ook voornamelijk gericht op de diepe spits, of de twee bewegende spelers rond hem of de spelmaker (De Rossi). De flankmiddenvelders worden in deze fase minder gebruikt omdat deze snel onder druk kunnen komen te staan aan de zijlijn. De verticaliteit van de passing bij Bonucci en De Rossi is erg opvallend en kan indien precies snel gevaar opleveren.


Loopacties in de diepte

Een belangrijke factor in het aanvalsspel is de diepe spits waar Pelle meer speelgelegenheid kreeg dan Zaza. De spits krijgt de voornaamste taak om in de bal te komen vanwaar hij probeert ballen te kaatsen of door te spelen op de infiltrerende spelers rond hem. Het creëren van die loopacties in de diepte gebeurt in eerste instantie door de twee ‘valse wingers’ (vooral Eder, Insigne, Candreva,…) en door de flankmiddenvelders. Net zoals KAA Gent probeert Italië het zijn tegenstanders lastig te maken met gelijktijdige (en tegengestelde) loopacties van de flankmiddenvelders & ‘valse flankaanvallers’. Eentje haakt steeds af, terwijl de andere diep loopt. Vooral voor de backs van de tegenpartij is dit een lastige klus om te verdedigen.

En laat dat nu net een wapen zijn waar Marc Wilmots van wakker ligt. “Flankaanvaller Shaqiri maakte het ons moeilijk door steeds naar binnen te komen. We hebben het steeds lastig met teams die dat doen en ook met hoge flankverdedigers spelen,” vertelde hij nog na de 2-1 zege in Zwitserland.

Analyse Italie - goal deel 1

Opbouwende verdediging (rood) komt onder druk bij uitvoetballen maar vindt vrijstaande flankmiddenvelder (geel) via de centrale middenvelder (zwart). De flankmiddenvelder versnelt naar binnen met bal aan de voet in de vrije ruimte.

Een andere belangrijke katalysator voor succes in het 3-4-3 systeem zijn de snelle flankwissels. Deze kwamen er, behalve in de match tegen Spanje, eigenlijk nog erg weinig uit. Vooral omdat de twee centrale middenvelders (vaak in minderheid tegen een 3-mansmiddenveld) meestal snel onder druk gezet werden en deze crosspasses niet konden trappen. Tegen Spanje slaagden de Italianen er echter wel in een schitterend doelpunt te scoren na een verzorgde opbouw van achteruit en een flankwissel tegen de hoge pressing van Spanje (zie opbouw goal op foto’s hierboven & hieronder).

Analyse Italie - goal deel 2

Hij vindt de ‘rechtse valse winger’ tussen de linies (groen) die op zijn beurt versnelt met de bal aan de voet. De diepe spits (blauw) maakt ruimte voor de infiltrerende linker valse winger (groen) en de linker flankmiddenvelder (geel) waardoor de back van Spanje 2v1 komt. De flankmiddenvelder komt volledig vrij en zet goed voor richting de linker valse winger (Insigne) die scoort

Balverlies

In balverlies zijn er grofweg twee fases te onderscheiden bij La Squadra. In eerste instantie probeert het met een hoge pressing de bal terug te winnen. Daarvoor zet het druk met de drie aanvallers, terwijl ook minstens één van de centrale middenvelders & de flankmiddenvelders doordekken op de dichtstbijzijnde tegenstander aan de kant van de bal.

Ruimte tussen de linies
Tegen de Spanjaarden vulden de Italianen het op volgende manier in: diepe spits Pelle deed niet actief mee in de pressing maar zakte in en was zo de bewaker van Spanjes beste opbouwer Sergio Busquets. De twee valse wingers kregen op hun beurt de taak om te pressen op de centrale verdedigers en deze naar binnen te duwen. Wanneer deze verdedigers er toch in slaagden de vrije flankverdediger aan te spelen, kregen ze meteen druk te verduren van een Italiaanse centrale middenvelder of flankmiddenvelder. Met deze manier van pressen hadden de Spanjaarden het een hele match moeilijk waardoor ze er niet toe kwamen om echt tempo te maken in balbezit.

Een grote mogelijkheid voor de tegenstander hier ligt echter tussen de linies. Omdat de centrale middenvelders nogal vaak enthousiast doordekken, gaapt er vaak ruimte tussen de defensieve lijn & het Italiaanse middenveld wat interessant kan zijn voor technisch begaafde spelers die snel kunnen wegdraaien en meteen vooruit dreigend richting doel kunnen trekken. Het Juventus-drietal achterin probeert hier ook vaak agressief door te dekken maar voor topspelers als Hazard liggen hier zeker opportuniteiten.

Laag defensief blok
Wanneer Italië de bal niet voldoende snel heroverd heeft, kiest het ervoor om terug te vallen in een laag blok, in een 5-4-1 formatie. Daarbij worden de flankmiddenvelders omgetoverd tot flankverdedigers en worden de valse wingers even echte flankmiddenvelders. De bedoeling van het elftal is dan om de tegenstander te dwingen hun flankverdediger aan te spelen waarna er druk komt van de Italiaanse flankmiddenvelder. De ruimte tussen de linies waarvan hierboven sprake is dan een stuk minder aanwezig en kansen creëren tegen dat laag blok van Italië is een pak moeilijker. La Squadra zelf heeft echter weinig wapens om snel om te schakelen indien het in deze situaties de bal veroverd, waardoor het dus aanvallend een stuk onmondiger wordt indien het kiest voor een laag blok.

Duidelijk laag blok in 5-4-1 met weinig ruimte tussen de linies

Duidelijk laag blok in 5-4-1 met weinig ruimte tussen de linies


Bij een voorsprong kan deze 5-4-1 tactiek echter zeer nuttig blijken. Het drietal achterin gesteund door Buffon, kan teren op jarenlange automatismen en uitstekende verdedigende kwaliteiten. Italië toonde zich, indien met een compleet elftal, defensief dan ook heel solide de laatste wedstrijden.

 

Italië in 3-5-2

Zoals de eerste voorbereidingsperiode van de Italianen (in maart) in het teken stond van 3-4-3, zo lag de nadruk de laatste weken op training en in oefenwedstrijden bijna uitsluitend op de 3-5-2. Waar eerst de succesformatie van Fiorentina deels werd overgenomen, teerde Conté in de laatste fase van de voorbereiding dus vooral op de automatismen van Juventus. Het uitgangspunt van de 3-5-2 is redelijk identiek als die van de 3-4-3 alleen ziet de uitvoering op het veld er uiteraard wat anders uit.

Balbezit
De korte opbouw van achteruit verloopt in eerste instantie zo goed als gelijk met die in de 3-4-3, met Buffon, Barzagli, Bonucci en Chiellini en hun korte, geduldige passes in de hoofdrol. Van zodra de Italianen echter de middenlijn bereiken, zijn er echter verschillende varianten in de opbouw.

3-5-2 italie

Waarschijnlijke 3-5-2 opstelling van Italië

Snelle verticale passes vooruit
Wanneer Darmian en Candreva flankmiddenvelders spelen, wordt vooral via de rechterkant opgebouwd. Daar kiest de aanvallend ingestelde Candreva erg hoog en breed positie waardoor hij ruimte creëert op de buitenkant, die wordt vaak opgevuld door een centrale middenvelder die breed komt gelopen (meestal Florenzi, of Parolo als die speelt) waardoor de back van de tegenpartij in de problemen komt of de flankaanvaller heel erg diep moet terugvallen.

Aanvallende middenvelder Giaccherini speelt op dat moment erg hoog tussen de linies, vanwaar hij mee steun geeft aan de spitsen. Aanvallend is deze variant gelijklopend met de 3-4-3 want de diepe spits komt in deze situaties vaak in de bal terwijl zijn collega-spits (Eder of Immobile) voor diepte zorgt, samen met Giaccherini.

opbouw 3-5-2

Opbouwfase met 3 centrale verdedigers (rood) die rondspelen. Centrale middenvelders (zwart) lopen in positie: De Rossi is spelmaker voor de verdediging, Florenzi zakt uit naar rechts, Giaccherini gaat hoger & is klaar om te infiltreren. Candreva (geel) hoger dan zijn ploegmaat Darmian.

Op de linkerkant staat Darmian iets lager, hij is duidelijk minder in beeld. Centraal wordt de opbouw geleid door Bonucci en middenvelder De Rossi. Eens Italië over de middenlijn is en op deze manier in positie staat, is er minder geduld en proberen De Rossi & Bonucci in eerste instantie met snelle, verticale passes voor diepgang te zorgen.

Wanneer dat niet lukt, proberen ze op de buitenkant de brede centrale middenvelder aan te spelen. Of indien mogelijk Candreva in een 1v1 situatie te brengen die dan na een individuele actie voor een gevaarlijk voorzet te zorgen. Gezien de posities op het veld zijn er bij een mogelijke cross ook meteen zeker 4 mensen voor doel, waardoor deze bijna voortdurend paniek kunnen zaaien in defensie van de tegenstander.

Twee aanvallende flankmiddenvelders
Een minder gebruikte optie is die waarin Italië met 2 meer aanvallende flankmiddenvelders op de buitenkant speelt, bijvoorbeeld met El Sharaawy én Candreva. In die situatie verloopt de opbouw over beide zijden en loopt die gelijk aan het hierboven beschreven patroon. Zowel Candreva als El Sharaawy kiezen dan hoog en breed positie, met steeds een centrale middenvelder uitzakkend naar de flank aan de kant van de bal. De andere centrale middenvelder kiest hoger positie om mee te zijn voor doel bij eventuele voorzetten. De derde middenvelder, De Rossi of T. Motta, blijft voor de verdediging. Het is echter de vraag of Italië dit ook tegen de Belgen aandurft.

Bij deze variant krijgen de twee spitsen alleszins minder steun van infiltrerende centrale middenvelders waardoor hun onderling samenspel belangrijk is. Het duo dat vooropligt om te starten, Pelle & Eder, lijkt op dat vlak ook nog niet heel goed op elkaar ingespeeld. Hun back-ups Zaza en Immobile brachten op dat vlak meer in de oefenmatchen, al lijkt de keuze toch op het eerste duo te vallen met Pelle als targetman en Eder als lopende speler rond hem.

Ook in het 3-5-2 systeem zijn de grootste sterktes van Italië dus de lopende mensen rond de spitsen (in combinatie met verticaal inspelen van achteruit), de beweging van de twee aanvallers zelf, en de flankvoorzetten met veel mensen in de box.

Balverlies

De basisprincipes bij balverlies in de 3-5-2 lopen ook gelijk met die in 3-4-3. Snelle, hoge pressing na balverlies is het devies, wanneer dat niet meteen lukt zakken de Italianen in een laag blok.

balverlies 4-4-2

Asymmetrie in balverlies. Darmian (geel) wordt linksback, Candreva (geel) wordt rechtsmidden, Giaccherini verhuist wat meer naar links in een 4-4-2

Dat laag blok hangt opnieuw wat af van de opgestelde spelers. Wanneer El Sharaawy & Candreva op de flank stonden, moesten beiden terug en werd bijvoorbeeld geopteerd voor een echte 5-3-2. Als Darmian en Candreva de flanken bezetten, wat het meest waarschijnlijk lijkt, koos Conté voor een asymmetrische 4-4-2.

Ruimte tussen de linies
De twee spitsen (blauwe rechthoeken) blijven voorin naast elkaar en dwingen de opbouw van de tegenstander daar naar buiten. Achter hen bewegen twee rijen van vier kort op elkaar: Candreva wordt rechtermiddenvelder, terwijl Giaccherini links uitzakt als linkermiddenvelder. Darmian keert lager terug (wat lukt dankzij zijn minder hoge positie in balbezit) en wordt zo goed als linksback in een viermansdefensie. Van zodra de bal bij de back van de tegenpartij komt, zijn het Candreva en Giaccherini die pressen om de bal snel te veroveren.

Eén van de weinige mogelijkheden die La Squadra weggeeft in balverlies is hier opnieuw de ruimte tussen de verdedigende linie en het middenveld. Zeker in de pressing wordt overal erg enthousiast doorgedekt waardoor de Italianen kwetsbaar kunnen zijn tegen technische vleugelaanvallers die naar binnen komen en snel kunnen wegdraaien onder druk, zeker in wisselwerking met aanvallende backs.

Conclusie
Alles bij elkaar is Italië opnieuw een solide geheel dat kan terugvallen op minstens twee spelsystemen. Nadat het een aanvallende 3-4-3 probeerde met veel dominantie in balbezit schakelde het de laatste weken om naar een 3-5-2. In die formatie creëert het dan wel minder kansen, het geeft er tegelijk een stuk minder weg. Tegen Finland en Schotland stonden de Italianen bijvoorbeeld geen enkel (!) schot op doel toe. De 3-5-2 lijkt het pleit te hebben gewonnen maar Conté en zijn troepen zijn tactisch flexibel genoeg om met oplossingen te komen als de tegenstander zich aanpast of de wedstrijdomstandigheden ander voetbal vragen.

De grote sterkte ligt bij de defensieve zekerheid gecombineerd met een in eerste instantie rustige opbouw om dan snel verticaliteit in het spel te brengen op de diepe spits en lopende spelers om hem heen. Ook op voorzetten, vooral vanop rechts, creëert Italië gevaar met veel mensen in de zestienmeter. Het ontbeert misschien een echte topspits maar La Squadra is opnieuw een outsider voor de Europese titel, net zoals vier jaar geleden.

En wat met de dappersten aller Galliërs?

Terwijl de wedstrijd van onze Rode Duivels tegen Finland aanvankelijk was voorzien als voorbereiding voor de match tegen Zweden, een andere Scandinavische ploeg, groeide de oefenpot vooral uit tot een leerrijke ervaring voor de confrontatie met Italië. Ook de Finnen traden namelijk aan met een 3-mans, of beter gezegd 5-mansdefensie, en verdedigden grote delen van de match erg laag en compact in een 5-3-2.

tactiek Belgie

Mogelijke positiekeuzes bij de Belgen in balbezit

Het mag dan ook lichte zorgen baren dat België weinig op de mat legde tegen de Finnen. Kansen werden er dan wel voldoende gecreëerd, het is echter maar de vraag of die wilde voorzetten ook tegen La Squadra gevaar zullen opleveren. Daar staan nu eenmaal niet Toivio, Arajuuri en Halsti in de defensie, wel Chiellini, Barzagli en Bonucci. Indien de Italianen ook effectief in 3-5-2 aantreden, kunnen op onderstaande fronten de match worden gewonnen.

  1. Man-meer creëren in opbouw van achteruit
    Terwijl de opbouw tegen de Finnen traag en voorspelbaar verliep (steeds 2 Belgische centrale verdedigers tegen 2 Finse aanvallers), moet die tegen Italië een pak sneller. Een oplossing kan zijn om Nainggolan te laten terugzakken tussen de twee Belgische centrale mannen. En ja, laat aub Alderweireld daar één van zijn. Zowel Vermaelen, Alderweireld en Nainggolan hebben een goede passing en kunnen indribbelen om dan verzorgd voorwaarts in te spelen. Die laatste twee hebben bovendien een uitstekende crosspass in de voeten om snel van kant te veranderen en zo voor tempoversnellingen te zorgen.
  2. Inschuivende backs
    Zij zijn cruciaal in het breed houden van het veld en moeten durven inschuiven op het gepaste moment. De beste keuze hier zou wel eens Vertonghen en Meunier/Denayer kunnen zijn. Belangrijk dat beiden voldoende variatie brengen en niet altijd te hoog staan, om zo de flankspelers van Italië in verwarring te brengen en de ruimte in hun rug ook door andere spelers te laten benutten.
  3. Voldoende technische spelers tussen de linies
    Met brede/hoge backs en een man-meersituatie achterin moet er voldoende ruimte zijn in de opbouwfase om voorwaarts tussen de linies te spelen. Dit wordt misschien het belangrijkste van de gehele tactiek om de Italianen uit verband te spelen en de ruimte tussen hun middenveld & verdediging optimaal te benutten. Een uitstekende samenwerking tussen spelers die in de bal komen & spelers die voor diepte kiezen wordt cruciaal. De sleutel ligt dan ook zonder twijfel bij De Bruyne, Hazard en co. Onze spits zal bovendien deze situaties goed moeten lezen en de juiste keuzes maken in het vrijlopen en op de korte ruimte, een moeilijke opdracht om daarvoor 1 naam vooruit te schuiven. Origi, Batshuayi en Lukaku kunnen allemaal valabele opties zijn, Benteke lijkt uitgesloten.
  4. Snel omschakelen naar balverlies, hoge pressing & verdedigend foutloos
    Ook in balverlies moet België snel initiatief nemen. In de beginfase was het duidelijk dat spelers niet goed wisten hoe de Finnen op te jagen in balbezit waardoor de Rode Duivels het eerste kwartier niet in de match kwamen. Tegen de Italianen wordt de hoge pressing en juist positie kiezen nog belangrijker gezien de voetballende kwaliteiten en de automatismen achterin bij het Juve-drietal. Ook bij het verliezen van de bal wordt snelle druk op de bal heel belangrijk om eventuele Italiaanse counters in de kiem te smoren. O ja, verdedigende blunders: dat wordt afgestraft tegen Italië.

Individueel gezien hebben de Rode Duivels meer kwaliteit dan La Squadra. Bij de Italianen staat er echter een hecht collectief met een tactische sterke basis. Om hen te kloppen, zal een uitgekiende strategie en veel lef nodig zijn. Als Wilmots tactisch de juiste keuzes maakt en de Belgische verdediging standhoudt, hebben Hazard, De Bruyne en Nainggolan de sleutel in handen tot de winst. Gelukkig is een draw, objectief gezien, eigenlijk ook al een mooi resultaat.

Info voor bondscoaches die wel schadelijk kan zijn voor de gezonde kijklust van de neutrale fan:
– 3x 0-0 in de poulefase betekent 87% kans op kwalificatie voor volgende ronde
– 4 punten of meer na 3 matchen = minimaal 92% kans op kwalificatie volgende ronde

Wedstrijden Rode Duivels

Maandag 13/6 om 21.00:             België – Italië
Zaterdag 18/6 om 15.00:             België – Ierland
Woensdag 22/6 om 21.00:          België – Zweden

Meer internationaal voetbal

Liverpool FC – Sevilla FC (1-3): aanvallende backs kleuren finale

Van 2006 was het geleden dat Liverpool nog eens een serieuze prijs (FA Cup) pakte, de Europa League kon de volgende worden. Na de trainerswissel eerder dit seizoen leken The Reds onder Jurgen Klopp alleszins opnieuw herkenbaar voetbal te brengen gekenmerkt door veel dynamiek, een hoge intensiteit en passie. Tegenstander Sevilla kroonde zich de voorbije seizoenen echter tot Europa League specialist met 4 eindzeges op 9 jaar tijd en kon er mits winst 3 op een rij pakken.

opstelling sevilla

Basisploegen van Liverpool FC (rood) & Sevilla FC (wit) bij aanvang van de finale

De weg naar de finale was er voor Liverpool één vol spektakel en knappe overwinningen tegen onder andere Manchester United, Borussia Dortmund en Villareal. Jurgen Klopp koos voor dezelfde ploeg en formatie (4-3-3) als in de terugwedstrijd tegen Villareal. De elf: Mignolet, Clyne, Lovren, Toure, Moreno, Milner, Can, Firmino, Coutinho, Lallana en Sturridge.

Zijn Spaanse tegenhanger Unai Emery koos voor volgende namen, ook in een 4-3-3: Soria, Mariano, Rami, Carrico, Escudero, N’Zonzi, Krychowiak, Coke, Banega, Vitolo en Gameiro.

Liverpool neemt over na nerveuze start
Zoals bijna iedere finale kende ook deze een nerveuze openingsfase. Beide ploegen zetten snel druk, kregen weinig tijd aan de bal resulterend in verschillende slechte passes en aannames. Er werd stereotiep voor weinig risico gekozen wat zorgde voor snelle lange ballen richting de spitsen.

Na een aantal minuten kreeg het wedstrijdbeeld echter een duidelijkere rode draad. Liverpool nam daarbij het heft in handen op volgende manier:

In de opbouwfase
Liverpool probeerde op de eigen helft steeds een man-meersituatie te creëren in de achterste linie. Beide centrale verdedigers van The Reds werden vastgezet door Banega & Gameiro, waardoor Emre Can zijn verdedigers centraal te hulp schoot. Ook Milner was vaak terug te vinden als halve rechtsachter. Intussen schoven beide backs, Clyne en Moreno, hoog op om ook de flankaanvallers van Sevilla achteruit te lokken. Dit lukte regelmatig waardoor Liverpool iets meer tijd kreeg aan de bal.

opbouw liverpool

Opbouw Liverpool deel 1: op eigen helft. Positie van middenvelders Can & Milner (geel)

In de aanvalsfase
Omdat Sevilla zich lager terugtrok kreeg Liverpool de tijd om op te bouwen en z’n lopende spelers in positie te krijgen. Clyne en Moreno zorgden vanaf het kwartier voor constante dreiging met voortdurende infiltraties, terwijl Firmino, Coutinho en Lallana de Spanjaarden tussen de linies in verwarring probeerden te brengen.

Veel spelers tussen de linies (groen) en de oprukkende backs Moreno & Clyne (zwart)

Opbouw Liverpool deel 2: veel spelers tussen de linies (groen) en de oprukkende backs Moreno & Clyne (zwart)

Het leverde na goed een halfuur ook het eerste doelpunt op dat begint bij de opbouw (zie opbouw deel 1), waarna de spelers tussen de linies worden gevonden en Sturridge aangespeeld wordt. Zijn rechtstreekse tegenstander wordt meteen aan het twijfelen gebracht door de oprukkende linksback Moreno (zie opbouw deel 2) waardoor Sturridge zelf de 1-0 enig mooi kan binnentrappen.

Banega probeert Sevilla overeind te houden
Sevilla liet zich van zijn kant iets te makkelijk indrukken, vooral beide flankaanvallers trokken zich te laag terug waardoor Liverpool de tijd kreeg om aan aanvallen te bouwen en zo ook de lopende Clyne & Moreno in stelling te krijgen.

Dit had bovendien ook gevolgen voor de formatie van de Andalusiërs wanneer ze de bal dan toch veroverden: iedereen leek wat in paniek door de Engelse druk en de penaltygevalletjes, de hele ploeg stond erg laag en dicht bij elkaar gepositioneerd waardoor uitvoetballen erg moeilijk werd. Met als gevolg dat de bal te vaak hoog richting Gameiro geknald werd. De Fransman slaagde er echter niet in de bal bij te houden met de kopbalsterke Toure en Lovren in zijn nek.

Tegelijk stelde Sevilla zich zo heel erg open voor een andere sterkte van Liverpool onder Klopp, de heel agressieve omschakeling naar balverlies. Als Liverpool de tijd krijgt om op te bouwen en dan de bal verliest, gaat het meteen hoog pressen met veel volk rond de bal. Als de tegenstander uit die druk lijkt te ontsnappen is een professionele overtreding (zoals Milner er 3 maakte op korte tijd in de eerste helft) de oplossing voor de Engelsen waardoor de tegenstander onmogelijk snel kan counteren. Maar omdat Sevilla zo laag en dicht bij elkaar stond was het makkelijk voor de Engelsen om te pressen en was diepgang vinden voor de Spanjaarden een bijna onmogelijke opdracht.

Sevilla probeerde wel onder de druk uit te voetballen door aanvallende middenvelder Banega vaak terug te laten zakken om de bal zo wat in de ploeg te houden. In die situaties koos verdedigende middenvelder N’Zonzi hoger positie om bij te sluiten op eventuele lange ballen. Het eerste halfuur kon Sevilla de bal daardoor nog degelijk bijhouden maar echt gevaar en diepte creëren zat er door de matige structuur in het elftal niet in.

Sevilla draait rollen om 15” na pauze
Meteen na rust kantelde de match echter volledig. Sevilla had genoeg van de defensieve stelling en koos voor hetzelfde wapen als Liverpool in de eerste 45’, namelijk aanvallende backs. Nog geen tien seconden na de rust bracht rechtsachter Mariano zijn team terug in de match met een knappe actie en voorzet die Gameiro kon binnentikken, 1-1 en alles te herdoen.

Intussen viel de Engelse pressing weg, mogelijks zat de mentale tik daar voor iets tussen, waardoor Sevilla langer de bal in de ploeg kon houden. En zo konden de mannen van Emery doen wat Liverpool deed in de eerste helft: de oprukkende backs Escudeiro en Mariano in stelling krijgen. Intussen speelden Vitolo, Coke en Banega goed tussen de linies vanwaar ze samen ook snel de 1-2 tegen de netten trapten. Met 78 baltoetsen was die laatste overigens alomtegenwoordig op het veld!

Liverpool naar plan B en plan C
Sevilla zette in tegenstelling tot in de eerste helft ook hoger druk waardoor Liverpool minder gevaar kon creëren. Zo een hoge balrecuperatie leidde overigens ook de ietwat gelukkige 1-3 in, tevens de genadeslag voor Liverpool.

Met nog twintig minuten te spelen bracht Klopp Allen in de plaats van Lallana en schakelde om naar een 4-4-2 in ruit met Sturridge en de ingevallen Origi voorin, terwijl Milner (rechts), Allen (links), Coutinho (voorin) en Can (achterin) de ruit bevolkten. Met Benteke werd er finaal ook nog een derde centrale aanvaller in gegooid maar het pleit was al beslecht.

De finale groeide uit tot een waar spektakelstuk met twee teams die zich zeker niet bewust terugtrokken en vooruit wilden voetballen. Liverpool was baas in de eerste helft dankzij een erg agressieve pressing in balverlies en lopende backs in balbezit. Sevilla deelde een immense tik uit door meteen na rust te scoren en de tweede helft werd eigenlijk een kopie van de eerste, alleen waren de Spanjaarden nu de baas. Een hogere efficiëntie zorgde er dan ook voor dat Sevilla zijn derde Europa League zege op een rij boekt.

Het valt te betwijfelen of de Champions League finale een even open wedstrijd wordt, laat er ons alvast voor duimen!

Meer buitenlands voetbal?

Of toch liever Belgisch voetbal?