Marseille – Atlético Madrid (0-3): Masterclass verdedigen Atléti

Eind juli startte het Europa League avontuur van Marseille al aan de Belgische kust toen KV Oostende voor de bijl ging. Op weg naar de finale klopte het ook nog Domzale, Konyaspor, V. Guimaraes, Braga, Athletic de Bilbao, RB Leipzig en RB Salzburg. Atlético Madrid eindigde als derde in een Champions League poule met Chelsea, AS Roma en Qarabag. In de Europa League versloeg het achtereenvolgens Kopenhagen, Lokomotiv Moskou, Sporting CP en Arsenal FC.

 

tactiek 4-4-2

Basisopstelling van beide teams

Olympique Marseille speelde een halve thuiswedstrijd in Lyon. Coach Rudi Garcia koos voor z’n gekende 4-2-3-1 opstelling met Mandanda in doel. Amavi, Luiz Gustavo, Rami en Sarr in de defensie met voor hen Anguissa en Sanson als buffer. Kapitein Payet geniet van een vrije rol op 10. Thauvin en Ocampos staan beiden als flankaanvaller tegen hun beste voet gepositioneerd met Germain in het centrum als diepe spits.

 

Atlético coach Simeone zat geschorst in de tribune maar verraste niet. Ondanks recente experimenten met 3-5-2, 3-4-2 en 4-4-2 in ruit, greep de Argentijn gisteren terug naar z’n succesvolle 4-4-2/4-4-1-1. De elf van Atléti: Oblak, Lucas, Godin, Gimenez, Vrsaljko, Gabi, Saul, Koke, Correa, Griezmann en Diego Costa.

 

Overtal op het middenveld voor Marseille

L’OM startte het beste aan de match met een aantal gevaarlijke doelpogingen maar botste nadien op een dodelijk efficiënt Atlético. Zoals gekend posteren de troepen van Simeone zich in balverlies in een medium blok in 4-4-2 of 4-4-1-1 (met Griezmann in een iets meer teruggetrokken rol). Daarbij ligt de focus op het dichthouden van het centrum, de tegenstander naar buiten dwingen om daar heel agressief druk te zetten. In de beginfase hield Atlético de ruimtes echter onvoldoende klein waardoor de Fransen het overtal op het middenveld een aantal keer goed konden uitspelen.

Beide middenvelders van l’OM (blauw) komen laag de bal halen. Door de iets te grote ruimte tussen de linies kunnen zij de bal vrij ontvangen. Wanneer dan toch een middenvelder van Atlético doordekt (gele cirkel), kan deze uitgespeeld worden door het centrum

Het grootste probleem in de beginfase bij Atléti was de te grote ruimte tussen de linies. Griezmann en Diego Costa lieten zich namelijk al eens verleiden om iets te hoog druk te zetten waarbij ze niet gevolgd werden door de ploegmaats en er dus te veel ruimte kwam tussen het middenveld en de aanval. Daarvan maakte l’OM goed gebruik. Met Anguissa en Sanson trok het de twee defensieve middenvelders relatief laag en centraal terug om daar aanspeelbaar te komen. Van zodra er dan toch druk kwam van één van de uitstappende Atlético middenvelders konden ze de 2-tegen-1 situatie uitspelen door het centrum.

Dit leidde na een drietal minuten tot een uitstekende kans waarbij Payet zijn spits Germain bediende maar die dé kans op een openingsgoal liet liggen. Atlético reageerde door vaak extreem ver te gaan doorkantelen waarbij de vier middenvelders heel ver naar binnen sloten om elkaar rugdekking te verlenen. Het zorgde ervoor dat het centrum erg gesloten geraakte en Marseille bleek niet bij machte om technisch doorheen het blok van Atlético te voetballen, evenmin was het inspelen op een balvaste targetman een mogelijkheid met Germain voorin.

 

Atlético Madrid dwingt bal naar flank af

Marseille kon dankzij een aantal snelle flankwissels echter wel soms profiteren van het extreme doorkantelen van de Madrilenen. Zo trachtte het een overtal te creëren op de flank. Vooral op rechts lukte dit een aantal keer goed met de opgerukte Sarr. De Franse rechtsback had niet toevallig het op één na meeste baltoetsen op het veld. Met 7 (op 12) geslaagde aanvallende 1-1 acties en 6 afgeleverde voorzetten zorgde hij eigenlijk ook nog voor het meeste dreiging. Atlético speelde daarentegen erg direct voetbal met veel lange ballen richting Diego Costa (17 kopduels op 89’) en hield amper een bal bij. L’OM zorgde voor de meeste dreiging maar verzuimde te scoren.

Als het Atléti-middenveld extreem zou kantelen, benut Marseille de ruimte op de rechterkant met talrijke overlappingen van rechtsback Sarr

 

De match kantelde toen Anguissa een bal van zijn doelman Mandanda slecht controleerde en zo de 0-1 inleidde voor Griezmann en Atlético Madrid. Dom balverlies op de eigen helft en Atlético op rozen.

Marseille slaagt er niet in om een 5-tegen-3 situatie uit te spelen in de opbouw door een slechte controle van middenvelder Anguissa. 0-1 Atlético Madrid

De adem van de thuisploeg leek afgesneden door de tegengoal én moest bovendien kapitein Payet wisselen met een blessure. Atlético kon zijn geliefkoosde spelletje beginnen spelen. Vanuit een nog hechter compact blok, gaf het een pak minder ruimte weg dan in de beginfase en was er enkel wat ruimte op de flank. Simeone wil in zijn gekende 4-4-2 geen ruimte weggeven in het centrum en dat lukte uitstekend op het openingskwartier na. Griezmann zakte geregeld iets lager in, net voor de 2 controlerende middenvelders, om een 4-4-1-1 te creëren en zo de ruimte tussen de linies erg beperkt te houden. Van daaruit dwingt Atlético de tegenstander slim naar buiten en probeert het de centrale verdedigers te dwingen tot een lange bal (een ongelijke strijd die luchtduels tussen Germain vs Gimenez/Godin) of tot een pass op de back om daar agressief te pressen.

Diego Costa zorgde er met zijn loopacties bijvoorbeeld vooral voor dat de bal naar links werd georiënteerd: de bal kwam dan bij linksback Amavi waar Correa agressief druk ging zetten. Of de bal kwam bij linkercentrale verdediger Luiz Gustavo waarbij Griezmann vaak ging doorduwen vanuit het middenveld.

D. Costa dwingt Rami om naar links te spelen door een slimme loopactie (gele stippellijn). Uiteindelijk wordt Amavi (linksback) aangespeeld die meteen onder druk komt van Correa (rood)

Gezien de ruimte op de flank ligt tegen de Madrilenen probeerde Marseille daar dan ook geregeld de 1-tegen-1 of 2-tegen-1 te creëren maar de Fransen misten kwaliteit om tot verder gevaar te komen. Tussen minuut 24 en 64 slaagde het er zelfs niet in één enkel schot op doel afleveren. Atlético slaagde dus in z’n opzet: geen doelpogingen weggeven en de bal op de buitenkant houden. Liefst 93% van de defensieve duels die het uitvocht vonden plaats op de flank, geen doorkomen aan dus in de as van het veld…. Opvallende statistiek hierbij is ook het hoge aantal balrecuperaties van Correa (de rechtermiddenvelder): liefst 16 stuks, 5 meer dan Saul, Koke en Griezmann. Een bewijs dat de bal opvallend vaak richting de Franse linkerkant werd gedwongen met een extreem kantelende Koke en logischerwijs veel ruimte voor de oprukkende Sarr.

Extreem beperken van speelruimtes door Atlético

In de tweede helft had Atlético Madrid iets meer balbezit en probeerde het zelf ook meer vanuit de combinatie tot aanvallen te komen. Dat deed het vooral op links met een aanvallender ingestelde Lucas en Koke die meer in het centrum tussen de linies speelde. De tweede en beslissende treffer kwam er echter opnieuw voort uit een omschakelmoment. Marseille met de inworp op links bij Amavi en Atlético dat de ruimte opnieuw extreem klein maakt met 4 middenvelders op amper 15m bij elkaar. Het leidt tot een snelle balrecuperatie en Griezmann die wordt vrijgespeeld met een diepe loopactie tussen de centrale verdediger en de terugkerende Amavi. 0-2, boeken toe voor l’OM.

Spelers van Atlético maken ruimte extreem klein net voor de 0-2. Beide aanvallers (geel), de 4 middenvelders (rood) en ook nog eens 2 verdedigers staan allemaal erg dicht bij elkaar

 

 

Marseille probeerde met de inbreng van Lopez en het doorschuiven van Sanson meer gevaar te creëren maar dat bracht niet veel zoden aan de dijk. Sanson dook wel een aantal keer goed in de rug van de Atlético-middenvelders in de halfspace op rechts wat tot dreiging leidde. Ook zijn vroege voorzet vanuit die halfspace zorgde in de 80ste minuut nog voor de kopbal van de ingevallen Mitroglu op de paal wat een eventuele terugkeer tot 1-2 in extremis nog had kunnen inleiden. Uiteindelijk kreeg het echter het deksel op de neus, zware 0-3 cijfers in het voordeel van de Spanjaarden.

De Fransen bleken echter een paar maatjes te klein voor Atlético Madrid dat zonder veel moeite zijn 3e Europa League wint in 9 jaar tijd. Met dank aan een stevige defensieve organisatie en een dodelijk efficiënte Griezmann.

Meer buitenlands voetbal

Advertentie

Red Bullrevolutie

Met Leipzig en Salzburg vaardigt het Red-Bullconsortium straks twee teams af in de kwartfinale van de Europa League. Los van hun clubgeschiedenis zijn beide teams innovatief in hun speelstijl die op zijn minst attractief en erg passioneel genoemd kan worden. Drie kenmerken van ‘De Nieuwe School Voetbal’.

RB Leipzig wordt in Duitsland gezien als sant in eigen land, ‘een kunstmatig team tussen de talrijke Traditionsverein.’ Het spreekt voor zich dat de centen van Red-Bull eigenaar Dietrich Mateschitz belangrijk waren in de steile opgang van 5e klasse naar de Bundesliga op amper 7 jaar tijd. Dat Leipzig intussen wel meer doet dan een team bij elkaar kopen, bewijzen onderstaande cijfers. Het gaf dit seizoen goed 60 miljoen aan transfers uit en incasseerde 24 miljoen op dezelfde manier, een verlies van zo’n 36 miljoen euro. Daarmee staat het wereldwijd echter pas op de 25ste plaats en gaf het minder uit dan bijvoorbeeld Brighton & Hove Albion, Watford, Schalke 04 en zelfs Stade Rennes. De zusterclub uit Salzburg haalde overigens een winst op van zo’n 15 miljoen euro via transfers dit seizoen.

 

Transferinkomsten

Transferinkomsten & -uitgaven dit seizoen, ©transfermarkt.de

Verjongingskuur

Naast de transferuitgaven die dus zeker niet de pan uitswingen, tonen beide Red Bullteams zich bovendien grote voorstander van de jeugd. Met een gemiddelde leeftijd van amper 23,5 jaar heeft RB Leipzig het jongste team uit de Bundesliga, RB Salzburg doet bijna even goed met een gemiddelde leeftijd van 24,3 jaar. Erg gedurfd, zeker als je weet dat dit de gemiddelde leeftijd is in de grootste Europese competities:

  1. Serie A                   27,22 jaar
  2. Premier League     27,08 jaar
  3. La Liga                  26,86 jaar
  4. Ligue 1                   26,05 jaar
  5. Bundesliga             25,72 jaar

Dat men in de jeugd gelooft, tonen ook de uitgaven van RB Leipzig al aan. Het investeerde liefst 35 miljoen euro in de jeugdacademie, een groot deel daarvan voor een state-of-the-art jeugdcomplex om de talenten van morgen klaar te stomen voor het eerste elftal. Bovendien koopt RB Leipzig geen nieuwe spelers die ouder zijn dan 24 jaar.

Red Bull Salzburg verraste vorig jaar dan weer vriend en vijand door de UEFA Youth League te winnen met de U19. Op weg naar de finale versloeg het onder meer Manchester City, PSG, Atlético Madrid en FC Barcelona om uiteindelijk ook Benfica te kloppen in de eindfase. Dit jaar behaalde het de achtste finale waarin het nipt onderuit ging tegen de gerenommeerde opleiding van FC Porto. Het is het resultaat van jarenlang werk waarbij de speelwijze van het eerste elftal er al van jongs af aan wordt ingepompt.

De man achter de voetbalfilosofie van de Red Bullteams is Ralf Rangnick, voormalig coach bij onder meer Stuttgart, Schalke 04 en Hoffenheim. Hij was drie jaar lang sportief directeur bij Salzburg alvorens dezelfde functie aan te nemen bij Leipzig. Onder zijn leiding, en uiteraard die van de respectievelijke coaches, hebben beide teams een aantal opmerkelijke innovatieve gelijkenissen.


1.  Verdwijnen van de voorzet

Talrijke onderzoeken en statistieken toonden intussen al aan dat de voorzet de minst effectieve strategie is om vandaag een doelpunt te maken. De cijfers variëren van onderzoek tot onderzoek maar in de Premier League en de Bundesliga zouden gemiddeld 70-90 voorzetten nodig zijn om tot een goal te komen. Het leidt ertoe dat meer coaches de voorzet niet meer als belangrijkste wapen gebruiken, zo ook RB Leipzig & RB Salzburg.

In de returns van de Europa League 1/8e finale viel dat al enorm op, beide teams trapten zo goed als geen voorzetten. Leipzig deed 8x een poging tot voorzet en Salzburg 9x, niet toevallig het minst van de zestien overgebleven teams. Bilbao (28x), AC Milan (26x) en Zenit (21x) gooiden de bal een veelvoud van dat aantal keren in de zestienmeter maar werden niettemin alle drie uitgeschakeld.

Ook in de reguliere competitie wordt de voorzet slechts als plan B of als schijnmanoeuvre gebruikt. Leipzig (gemiddeld 14,26/match) en Salzburg (14,31/match) blijven steeds duidelijk onder het gemiddelde van voorzetten per wedstrijd ondanks hun dominantie in de competitie wat automatisch meer kans geeft op tegenstanders die zich ingraven voor de eigen zestienmeter.

Overzicht gemiddeld aantal voorzetten/wedstrijd (+ team dat meest gebruik maakt van voorzet)

  1. Serie A                       18,49   (Inter: 23,4)
  2. Premier League         17,52   (Tottenham: 18,9)
  3. Eredivisie                  17,48   (Vitesse: 20,4)
  4. Jupiler Pro League     16,87   (Zulte Waregem: 22,4)
  5. La Liga                      15,77   (Real Madrid: 24,6)
  6. Ligue 1                       15,61   (Caen: 18,4)
  7. Bundesliga                15,38   (Bayern München: 20,91)

Dat het gebruik van voorzetten is uitgestorven, klopt uiteraard ook niet. Real Madrid slaagde erin de Champions League te winnen mede dankzij een uitstekend positiespel die tot gerichte voorzetten leidde met explosieve loopacties voor doel. Zo scoorde het bijvoorbeeld vier keer met een teruggetrokken voorzet tegen Juventus in de gewonnen Champions League finale vorig seizoen.


2.  Agressieve pressing in plaats van afwachtendheid

Een tweede belangrijk element in de speelwijze van de Red Bullteams is de constante hoge pressing die ze uitvoeren. Beide elftallen staan voor voetbal aan een hoge intensiteit waarbij het zo snel mogelijk aan de goal van de tegenstander wil staan door middel van hoge balrecuperaties. RB Salzburg doet dat dit seizoen vaak vanuit een 4-4-2 ruit formatie, zie hieronder een aantal beelden uit de eerste helft tegen BVB Dortmund van afgelopen donderdag.

Opvallend daarbij is dat het de doelman van de tegenstander in eerste instantie met rust laat en de pressing start van zodra hij de bal heeft ingespeeld. Meestal wordt al meteen drukgezet door één van beide spitsen op de centrale verdediger die naar buiten wordt geleid. Van daaruit gaat de bal vaak naar een back die dan meteen onder hoge druk komt te staan van de buitenste middenvelder uit de ruit.

Wanneer de tegenstander start met minder risico te nemen, geeft Salzburg hen iets meer ruimte en zet het druk van uit een medium blok rond de middencirkel. Opvallend is de overbevolking in de as van het veld waardoor combineren door het centrum erg moeilijk is. Bovendien ontstaat er een concentratie aan spelers aan de buitenkant van zodra de tegenstander de bal naar de flank speelt. Het stelt RB Salzburg in staat makkelijk druk te zetten met de nodige rugdekking tegen een vaak panikerende tegenstander.

 

 

RB Leipzig gaat op zijn beurt meestal uit van een 4-4-2/4-2-4 opstelling, al kiest het ook soms voor een 4-3-3 met een aanvallende driehoek op het middenveld. Ook zie gaan uit van een goed uitgekiende pressing, bekijk hier een interessante analyse op Youtube!

 

3.  Aanvallen door het centrum

In balbezit probeert RB Salzburg door het centrum overtalsituaties te creëren met de vier middenvelders en de twee aanvallers. Via snelle, korte combinaties tracht het zo snel tot diepte te komen. De flanken worden eigenlijk enkel gebruikt door de backs die de ruimte bestrijken van zodra de ploeg de bal langdurig vasthoudt of bij een snelle tegenaanval.

Een belangrijk voordeel hiervan is dat Salzburg steeds voldoende mensen rond de bal heeft wanneer het die zou verliezen. Alle spelers rond de bal reageren enorm snel om balverlies en zetten meteen agressief druk op de bal, de zogenaamde counterpressing in zijn puurste vorm. De ruitformatie en de werkkracht van de spitsen, die steeds negatieve pressing geven, zorgt meteen voor een verstikkend gevoel voor de speler aan de bal. Wanneer er toch gevaar dreigt, wordt vaak de overtreding begaan, vooral door de spitsen. Opvallend is dat het gros van de fouten door de spitsen wordt gemaakt (spits Hee-Chan maakte er liefst 8 tegen Dortmund) en dat de spelers in het laagste 1/3e van het veld amper overtredingen maken. Het zorgt ervoor dat de spelers van de tegenstander die de bal centraal veroverden enkel wat rust kunnen vinden op de flank. En laat de voorzet nu net het minst effectieve wapen zijn om te scoren…

Beelden eigendom van ©SkyCalcio, bekomen via WyScout. Persoonlijk bewerkt.

De VI werken van Stuivenberg

Met steile ambities startte KRC Genk aan het nieuwe seizoen, drie maand later oogt de realiteit minder fraai. De Limburgers kamperen in het midden van het peloton en het telt al 6 punten minder dan de beoogde top-3. Toch is er potentieel, een analyse van de laatste 3 wedstrijden van Genk onder Stuivenberg.

 

December 2016. Na een 1 op 12 wordt coach Peter Maes de laan uitgestuurd, een gebrek aan punten en te weinig aandacht voor de clubvisie van KRC Genk waarbij veel aandacht gaat naar de doorstroming van eigen jeugdspelers. De Nederlander Albert Stuivenberg, ex-assistent van Louis Van Gaal, volgt hem op. Genk begint aan een remonte maar mist op een haar na de bekerfinale en PO I. Mede door een knap Europees parcours dat strandt in de kwartfinale van de Europa League, kan Stuivenberg een mooi rapport voorleggen met 18 zeges, 8 draws en 5 nederlagen. Hij behoudt vanzelfsprekend het vertrouwen van het bestuur, meer nog: de kern wordt behouden, belangrijke spelers als Pozuelo mogen de club niet verlaten want met dit team moet er meegedaan worden voor de prijzen. Top-3 is het doel.

September 2017. KRC Genk kent een erg matige seizoensstart, Stuivenberg gooit zijn 4-3-3 overboord en introduceert in de match op Eupen een nieuw concept met een tweespitsensysteem. Geen tegenvallende flankaanvallers Benson en Buffel meer in de ploeg, wel een 3-5-2 formatie. Tijdens de rust schakelen de Limburgers over naar een 4-4-2 in ruit waaraan ook in de matchen tegen Moeskroen en Anderlecht werd vastgehouden. We bekeken de laatste drie wedstrijden van de Limburgers en zagen naast heel wat potentieel ook een aantal belangrijke pijnpunten.

3-5-2 Genktactiek

 

 

1. Progressieve balcirculatie

“Ik vind dat balbezit geen doel op zich mag worden, er moet altijd diepte in ons spel zitten”, dixit Stuivenberg in De Voetbaltrainer tijdens de zomerperiode.

Ondanks het vele balbezit tegen Eupen (62%) en Moeskroen (62%) is een snelle en progressieve (naar voren toe) balcirculatie nog een duidelijk werkpunt van de Genkenaars. In Anderlecht daarentegen had het amper 43% balbezit, daar had het dan weer problemen om de bal lang in de ploeg te houden en vanuit de balcirculatie of in de omschakeling tot grote kansen te komen.

Om te komen tot een vlotte opbouw van achteruit met snelle balcirculatie is een meerderheidssituatie achterin allereerst noodzakelijk. Ook Stuivenberg geeft dat aan: “Binnen onze aanvallende principes is het om 2v1 situaties te kunnen creëren en ze ook uit te spelen. Het gaat erom een tegenstander tot keuze te dwingen en die samen met een medespeler uit te spelen.” Overtalsituaties creëren dus, dat probeert Genk te doen.

Nadat het in de eerste helft in 3-5-2 tegen Eupen speelt en achterin man op man wordt vastgezet, schakelt het de tweede helft bijvoorbeeld om naar een 4-4-2 in ruit. Tegen de twee spitsen van Eupen laat het verdedigende middenvelder Berge centraal inzakken om een overtal te creëren in de achterste lijn.

Tegen Anderlecht had Genk automatisch een overtalsituatie achterin maar had het centrale duo Colley en Aidoo het enorm moeilijk met de onmiddellijke pressing die Anderlecht kwam zetten. Daardoor verloren beide centrale verdedigers heel vaak de bal wanneer ze vooruit iemand probeerden vrij te spelen tussen de linies.

opbouw

Berge creëert een 3v2 situatie door in te zakken, tegen de twee centrumspitsen van Eupen

Naast het beperkte voetballende vermogen centraal achterin, heeft Genk ook te vaak de neiging om balbezit te houden wanneer het eigenlijk makkelijk vooruit kan voetballen. Onderstaand twee voorbeelden waarin eerst Berge en nadien ook Malinovskiy eigenlijk perfect voor een tempoversnelling kan zorgen door in 1 tijd vooruit te spelen, beiden draaien echter terug achteruit en houden het tempo laag.

opbouw

Berge kan in 1 tijd vooruit spelen naar een ploegmaat tussen de linies maar keert terug

opbouw

Ook Malinovskiy kan direct vooruit spelen maar draait terug achteruit

 

2. Diepgang zonder bal

Eén van de nadelen van het systeem 4-4-2 in ruit is het ontbreken van kwalitatieve flankspelers die kunnen variëren in hun loopacties: zowel tussen de linies als in de diepte op het juiste moment. Door de centralisatie aan spelers liggen de flanken voor Genk dus vaak heel erg open wat een voordeel is voor de opkomende backs. Echter, deze infiltrerende flankverdedigers kunnen niet altijd tijdig vooraan zijn waardoor er bij de Genkies regelmatig een pertinent gebrek aan diepte ontstaat. Zeker ook omdat middenvelders Malinovskiy, Berge en Pozuelo de bal wel erg graag in de voet hebben. Ook spits Ingvartsen lijkt eerder een type om in de voet aan te spelen en zorgt onvoldoende voor diepte. Enkel Samatta en Schrijvers durven sporadisch eens de diepte in duiken wat onvoldoende is om voor snel gevaar te zorgen, zeker wanneer de backs niet tijdig vooraan terug te vinden zijn.

diepspelen

Alle centrale spelers van Genk komen naar de bal, op de flanken zijn de backs nog niet kunnen oprukken. Geen diepgang!

Op Anderlecht zorgde Samatta af en toe voor de uitzondering door meer op de linkerflank te blijven en daar vanuit de omschakeling de driemansdefensie van paars-wit pijn te proberen doen.

spits

Samatta zorgt voor diepgang op de linkerflank

3. Ondertalsituaties op de flank

Een ander logisch nadeel aan het 4-4-2 in ruit systeem betekent een magere bezetting op de flanken. Vooral voor de opkomende backs heeft dit serieuze gevolgen. Op rechts komen Clinton Mata maar al te vaak in de problemen: de back, tegen de zijlijn, krijgt logischerwijs erg snel druk en heeft in deze spelopvatting ook weinig aanspeelbaarheid om hem te ondersteunen. Ook hier ligt een belangrijke taak voor de, voorlopig misschien nog te statische, spitsen. Uiteraard moeten ook de vier centrale middenvelders voor voldoende ondersteuning en eventuele infiltraties op de flank zorgen.

Aangezien er weinig ondersteuning is op de flank, heeft Genk elders natuurlijk wél extra spelers op ‘overschot’. Dit zorgt op aanvallend gebied wel vaak voor een grote hoeveelheid infiltrerende mensen in de box wanneer één van de meegekomen backs de bal ontvangt op de buitenkant en, misschien noodgedwongen, tot een voorzet overgaat. Tegen Eupen zorgde dit wel voor twee goals van Ingvartsen steeds na een voorzet vanop de rechterflank. Tegen Moeskroen zorgde Uronen dan weer voor een aanvallend goede bijdrage met voorzetten in de zestienmeter waar bijna constant 3 of meerdere Genkspelers komen ingelopen.

voorzet

Vijf spelers van KRC Genk mee in de box bij een flankvoorzet

4. Dwingender worden in de hoge pressing

Albert Stuivenberg toont zich een duidelijk voorstander van hoog storen, de tegenstander zo snel mogelijk het voetballen beletten om bij voorkeur ook zelf snel tot een scoringskans te komen. Zowel in de matchen tegen Eupen, Moeskroen en Anderlecht trachtte Genk de tegenstander meteen op te jagen met wisselend succes. In de Oostkantons waren de Limburgers meerdere malen succesvol na hoog storen, Moeskroen en Anderlecht leken iets beter voorbereid om onder die druk uit te voetballen.

Samatta en Ingvartsen, beide spitsen, coördineren de pressing. Samatta staat op links meestal tussen de centrale verdediger en rechtsback om hen te dwingen ofwel lang te spelen ofwel de rechterflank van Genk te gebruiken. De linkercentrale verdediger wordt meer vrijgelaten door Ingvartsen die hem dan naar buiten toe duwt om de lange bal of de pass naar de linksback te verkrijgen. Wanneer de linksback de bal krijgt, gaat Schrijvers agressief pressen waarna de bal centraal veroverd moet worden. Een duidelijke keuze om de pressing aan de rechterkant uit te voeren vanwege de profielen van Samatta, Schrijvers en Malinovskiy. De één al meer loopwonder dan de ander.

hoge pressing

Genk oriënteert de pressing bewust naar de rechterkant waar Ingvartsen de bal naar buiten duwt en Schrijvers het laatste voorbereidende werk moet opknappen. Geel zijn de verdedigers, rood de middenvelders en blauw de twee spitsen

Tegen Moeskroen liep dit ook relatief goed in de beginfase maar de bezoekers waren goed voorbereid en konden toch een aantal keer door de druk heen voetballen, zelfs met een knappe openingsgoal als gevolg.

 

 

pressing

Schrijvers laat zich makkelijk voorbijlopen door Huyghebaert, die opent op de opstomende rechtsback Locigno. Deze heeft een boulevard aan ruimte dankzij de centrale oriëntering van het Genkse blok en vooral door de slimme loopactie van Rotariu die Uronen meetrekt naar het centrum. Van daaruit volgt een korte combinatie en de 0-1. Hoge pressing die mislukt op zijn kwetsbaarst. 

 

Het moet gezegd, vaak lukte deze pressing wel uitstekend met hoge balrecuperaties als gevolg!         

Tegen de 3-4-3 van Anderlecht werd de hoge pressing enigszins anders ingevuld. Daar kozen beide spitsen om de buitenste centrale verdedigers van Anderlecht uit te sluiten en tegelijk de pass naar de flankaanvaller tussen de linies te voorkomen.  Zo werd Kara aan de bal gelaten. Centraal op het middenveld dekten Schrijvers en Malinovskiy door op Kums en Trebel en dan was het Pozuelo die met een verticale loopactie het signaal gaf tot pressing. De Spanjaard is echter niet meteen de grootste loper en recuperator waardoor Kara vaak te veel tijd kreeg aan de bal.

pressing

Pozuelo zet druk op Kara. De twee spitsen houden Dendoncker en Deschacht in de gaten terwijl op het middenveld mandekking wordt gespeeld op Kums en Trebel

Toch kwam Genk vaak tot balrecuperatie: Berge was namelijk verantwoordelijk voor het constant achtervolgen van de aanvallende middenvelder van Anderlecht aan de kant van de bal (Hanni indien opbouw op links, Gerkens indien opbouw op rechts) waardoor de back van Genk kon doordekken op de flankmiddenvelder van paars-wit. Het zorgde voor erg direct spel, veel duels en potig voetbal wat gezien de voorsprong van Genk in hun voordeel was.

pressing

Berge zakt in op Hanni. Er ontstaat ruimte tussen de linies maar deze kan niet worden benut door de mandekking op Hanni, Kums en Trebel.

5. Verdedigen ruimte in de rug

Hoog druk zetten impliceert uiteraard het weggeven van ruimte in de rug. Ook dat vormt zeker een werkpunt voor de Limburgse defensie, des te meer voor rechtercentrale verdediger Aidoo. De Ghanese jeugdinternational ging namelijk al iedere wedstrijd minstens eenmaal in de fout door onvoldoende te anticiperen op mogelijke dieptepasses. Tegen Anderlecht werd dit niet afgestraft omdat doelman Vukovic hoog meespeelde, tegen Eupen was dit wel de aanleiding tot de 2-0 achterstand.

verdedigen

Aidoo heeft voldoende voorsprong om de diepe bal te verdedigen. Hij anticipeert onvoldoende en laat zich makkelijk in de rug nemen.

6. Rendement op spelhervattingen

And last but not least: spelhervattingen. Een erg gevaarlijk wapen in de strijd voor de punten, noem het gerust de waterstofbom van het voetbal. Mits een uitstekende focus op hoekschoppen en vrije trappen tegen, kan Genk punten scoren op dit onderdeel. Met Pozuelo en Malynovskiy beschikt het over twee spelers met een uitstekende traptechniek terwijl het met Aidoo, Colley en Ingvartsen over voldoende kopkracht beschikt. Echter, voorlopig staat de balans gescoorde goals vs goals tegen op matige 5-5 tussenstand. Op hoekschoppen tegen is de zoneverdediging vooral kwetsbaar gebleken in de eerste zone, dat probeerde Eupen ook constant uit te buiten. Het scoorde zo ook de 1-0 met Blondelle toen het een 4v3 creëerde in die zone.

corner

4vs3 situatie in het nadeel van Genk in de eerste zone op hoekschop

 

De laatste drie matchen van KRC Genk geven een goed beeld over hun seizoen tot zo ver. Het potentieel is aanwezig, de punten nog onvoldoende. De 5 op 9 tegen Eupen, Moeskroen en Anderlecht kon echter ook zomaar een 9 op 9 geweest zijn. Het vertrouwen van het Genkse bestuur in coach Stuivenberg getuigt van kennis en stabiliteit, een juiste keuze zonder twijfel.

Genk heeft uiteraard nog een pak werkpunten, meer dan bovenstaande zes, maar heeft ook duidelijke troeven. De duelkracht centraal achterin, het voetballend vermogen en de overtalsituaties centraal op het middenveld, een tweespitsensysteem dat altijd moeilijk te bekampen is en heel veel volk voor doel bij flankvoorzetten. Het moge duidelijk zijn dat ook regisseur Pozuelo nog ver van zijn beste vorm is verwijderd wat het spel van de Limburgers op termijn alleen nog maar kan verbeteren. Woensdag een volgende test wanneer Genk leider Club Brugge ontvangt.

Meer Belgisch voetbal

Monaco – PSG (1-4): PSG meester op de korte ruimte

Monaco en PSG deden voetbalminnend Europa de laatste maanden op z’n grondvesten daveren. De eersten schakelden Manchester City uit in de Champions League, PSG zorgde in datzelfde tornooi bijna voor een stunt maar schreef uiteindelijk geschiedenis met een historische nederlaag tegen Barcelona in twee duels gekleurd door liefst 11 goals. Zaterdag streden beide teams om de Coupe de la Ligue in een schitterende finale.

tactiek PSG Monaco

                               Startopstellingen Monaco en PSG

Monaco coach Jardim miste met spits Falcao en centrale middenvelder Fabinho twee heel belangrijke schakels uit z’n elftal dat hoge ogen gooide de laatste maanden. De leider uit de Ligue 1 opteerde zoals steeds voor een 4-4-2 met volgende namen: Subasic, Mendy, Glik, Jemerson, Sidibe, Moutinho, Bakayoko, Lemar, B. Silva, Germain en Mbappé.

Unai Emery kwam wel met enkele verrassingen aan de aftrap in PSG’s gekende 4-3-3. Meunier en Matuidi zaten op de bank, de volgende elf namen waren er wel bij van bij het eerste fluitsignaal: Trapp, Aurier, T. Silva, Kimpembe, Kurzawa, Motta, Verratti, Rabiot, Di Maria, Draxler en Cavani.

Drukbestendig
Monaco startte de match zoals het dit seizoen al vriend en vijand verraste in Frankrijk en Europa. Vanuit een hecht blok in 4-4-2 met hoge pressing en enorme intensiteit, de vergelijking met Atlético Madrid kan gemaakt worden. In balbezit is het spel ook heel rechttoe rechtaan, snelle passes in de diepte met veel lopende spelers. Althans dat was de bedoeling van de Monegasken. PSG nam van bij de aftrap het initiatief in handen en gaf dat de hele match niet meer uit handen, het ontbreken van Matuidi in het elftal van de Parijzenaars had een duidelijke reden in het gameplan.

‘Pressure resistant’ het is één van de vele nieuwe voetbaltermen die door theoretici op het wereldwijde web worden gegooid. Eenvoudigweg betekent het als individu heel erg bestendig te zijn voor de druk van de tegenstander wanneer je aan de bal komt, iets wat noodzakelijk is om op hoog niveau te acteren zeker omdat het voetbal vandaag de dag steeds compacter wordt, teams hoger en sneller druk zetten.

Spelers die ‘drukbestendig’ zijn, zijn vooral nodig op centrale posities op het middenveld. Deze middenvelders onderscheiden zich van de rest dankzij een erg hoge handelingssnelheid, uitstekende vista, technisch vermogen op de korte ruimte en zijn constant over de schouder aan het kijken om te zien waar de weinige ruimte vrijkomt. Thiago, Weigl, Kroos en Modric zijn maar enkele van dit type spelers. En er stond ook eentje aan de aftrap in de finale: Marco Verratti. Motta en Rabiot zijn ook goed op de korte ruimte, Matuidi niet.

Hoge pressing Monegasken
Zoals meegegeven zet Monaco steeds druk vanuit een relatief statische 4-4-2 waarbij de twee spitsen druk zetten op de centrale verdedigers van de tegenstander. PSG koos voor een gewaagde strategie: het speelde met drie centrale middenvelders relatief kort bij elkaar wat ingaat tegen de gangbare principes (‘maak het veld groot bij balbezit’). En dat had één eenvoudige reden: Monaco uitnodigen om druk te zetten!

Monaco pressing

T. Motta en Verratti lokken de Monacomiddenvelders uit hun positie met een aantal passes (zwarte pijlen) op de korte ruimte. Wanneer deze druk zetten, worden ze simpel uitgespeeld tussen de linies (rode pijlen)

Concreet omzeilde PSG de pressing van Monaco zo: één centrale middenvelder liet zich iets dieper inzakken tussen de centrale verdedigers, meestal T. Motta. Daardoor had PSG in de achterste linie een overtal met 3 spelers tegen 2 drukzettende spelers van Monaco. Middenvelder Verratti speelde dan weer heel kort voor de verdediging en nodigde de middenvelders van Monaco echt uit om druk te zetten eens hij de bal kreeg. Deze trapten er met open ogen en de middenveldlinie van de Monegasken ging vaak hoog storen bij Verratti die deze hele linie met een simpel hakje of gewaagde pass buitenkant voet open reet.

Dit werd ook mogelijk gemaakt door de hoge positie van de backs, waardoor Di Maria constant vrij kon komen tussen de linies: namelijk in de rug van Moutinho en Bakayoko die obsessief bezig waren met vooruit storen op vooral Verratti en in mindere mate Rabiot, die iets hoger bleef. De Italiaan drukte dankzij zijn hoge ‘drukbestendigheid’ zo zijn stempel op de match, schakelde makkelijk een viertal spelers van Monaco uit waardoor Di Maria, Draxler en Cavani zeeën aan ruimte hadden om uiteindelijk viermaal te scoren.

In dat opzicht was de keuze van Emery voor Rabiot, Motta en Verratti (allen technisch vernuft om te combineren op de korte ruimte) perfect te verantwoorden ten opzichte van bankzitter Matuidi. PSG had uiteindelijk 70% balbezit en Monaco kwam eigenlijk nooit in de match. Na 25’ had spelmaker Verratti al voor 35 geslaagde passes gezorgd, terwijl z’n collega Moutinho nog maar 5x de bal had geraakt…

Gegenpressing PSG
Het klein maken van de ruimte op het middenveld had bovendien nog een ander groot voordeel voor de Parijzenaars. Wanneer ze de bal dan toch eens zouden verliezen, had PSG meteen voldoende mensen achter de bal om de counter er meteen uit te halen en snel voor gegenpressing te kiezen. Want laat Monaco nu net heel erg sterk zijn in de omschakeling naar balbezit met de snelle en doeltreffende aanvallers.

Het feit dat de ‘thuisploeg’ zich erg makkelijk liet verleiden om ruimte tussen het middenveld en de verdediging weg te geven, zorgde zoals aangegeven voor een 1-2 achterstand aan de rust. Maar ook in balbezit speelde het ondermaats: de verdedigers waren lang niet zo rustig aan de bal eens onder druk als hun collega’s van PSG en trapten maar al te veel ballen in het wilde weg. En vooral, de snelle diepteballen naar Mbappé in de rug van Aurier leverden weinig op. Tiago Silva stak de Franse aanvaller vanaf de aftrap in z’n achterzak. Tactiek is één ding: de individuele kwaliteiten van de spelers bepalen uiteindelijk of het wedstrijdplan effectief werkt.

Uiteindelijk zorgde het voor een erg genietbare finale tussen een oppermachtig PSG en een, bij momenten, naïef Monaco. Vooral het gebrek aan aanpassingsvermogen tijdens en na de pauze moet coach Jardim wel zorgen baren met het duel tegen Borussia Dortmund in het vooruitzicht, want de Duitsers zijn net als PSG een uiterst flexibel team gestoeld op balbezit.

Er wacht ons alleszins nog een leuke maand april, hopelijk met even genietbare wedstrijden als deze.
Een voorproefje voor de komende week:

2/4: Arsenal – Manchester City
2/4: Ajax – Feyenoord
5/4: Chelsea – Manchester City
5/4: Barcelona – Sevilla
8/4: Bayern München – Dortmund
8/4: Real Madrid – Atlético Madrid

Meer buitenlands voetbal