Theatre of Dreams zkt creativiteit

Crisis, het is een woord dat in de loop der jaren weggevaagd werd in het woordenboek van Manchester United. Maar sinds David Moyes overnam van Sir Alex vertoeft het team in de middenmoot in de Engelse Premier League. Vandaag gingen de Mancunians opnieuw onderuit, ditmaal was er 0-1 verlies van Newcastle. Waar loopt het precies mank? Man U

Met een drukke decembermaand (9 wedstrijden) in het achterhoofd koos hoofdtrainer David Moyes voor 8 andere namen in de basiself in vergelijking met de vorige (verloren) wedstrijd tegen Everton. De opstelling van United: David De Gea; Rafael, Jonny Evans, Nemanja Vidic, Patrice Evra; Phil Jones, Tom Cleverley, Nani, Adnan Januzaj; Robin Van Persie en Javier Hernandez.

Van bij de start zette Newcastle de thuisploeg al snel onder druk in de opbouw. Die keuze werd uiteraard vergemakkelijkt door Moyes. De doelman en centrale verdedigers van United zijn uitvoetballend niet sterk en het centrale middenveld werd bovendien bevolkt door Cleverley en Jones. Ook niet meteen de meest creatieve spelers. De bezoekers zetten agressief druk, (vaak op het randje) zodat Man U helemaal niet aan voetballen toe kwam.

Verrassend genoeg waren er ook amper positiewissels om het de jagende Newcastle-spelers moeilijk te maken. Januzaj, Nani, Van Persie en Hernandez: allen bleven ze vastgepind op hun positie, namen ze amper initiatief om tot kansen te komen. Daardoor kwam United niet verder dan snel balverlies of in het beste geval nutteloos getik op de eigen helft.

Onderstaande statistiek bewijst dat voldoende. De meest voorkomende passcombinaties bij The Red Devils waren de volgende (bron: www.fourfourtwo.com):
Evans -> Vidic (13 passes)
Rafael -> Evans (13x)
Vidic -> Evans (12x)
Evans -> Jones (9x)
Cleverley -> Evans (9x)
Bij Newcastle lag dat volledig anders: daar was de nummer 10, Cabaye, de speler die het meest aan de bal kwam wat bijgevolg voor meer gevaar zorgde. Bovendien hadden de bezoekers ook het meeste balbezit (53%).

Een gebrek aan creativiteit lijkt al lange tijd een probleem bij United. Bizar ook dat de club dat zelf niet inziet en vooral ‘powerspelers’ blijft kopen. In dat opzicht zorgde de transfer van Marouane Fellaini in de zomer al voor gefronste wenkbrauwen. Want Mesut Özil mocht andere oorden opzoeken, en spelers zoals Marek Hamsik, Ilkay Gündogan en (ja, waarom niet?) Moussa Dembélé manifesteerden zich duidelijk in het seizoen 2012-2013. En nu, zonder Michael Carrick, heeft de club geen brein centraal op het middenveld, geen creativiteit, gewoon niks.

Samen met het beperkte voetballend vermogen, lag ook de man-mindersituatie op het middenveld aan de basis van de nederlaag. Jones & Cleverley moesten opboksen tegen 3 centrale middenvelders van Newcastle. De energieke Cabaye, de keiharde Tioté en stofzuiger Anita zorgden dat Man U er centraal niet doorkwam en speelden, eens ze zelf de bal hadden, die meerderheid ook vaak goed uit.

Moyes greep niet in. De tijd en ruimte die Newcastle daardoor kreeg, deed ongetwijfeld pijn aan de ogen van de fans van United. Opvallend genoeg speelde Van Persie in een soort teruggetrokken rol op de 10. Al snel was echter duidelijk dat The Flying Dutchman zijn taken slecht invulde, zeker in balverlies. Hij gaf amper druk op de bal, waardoor de bezoekers wel erg veel tijd kregen op het middenveld.

Ook de samenwerking tussen de twee aanvallers (RVP & Chicarito) verliep stroef. Het duo speelde veel te ver uit elkaar en dat was typerend voor de rest van het elftal: een gebrek aan cohesie, een tekort aan duidelijke richtlijnen en dynamiek. Terwijl het de laatste jaren vanaf minuut 80 vaak beslissend was (Fergie Time), lijkt gelatenheid nu te overheersen in de eindfase van de match.

Het enige waaraan Manchester United zich kan optrekken is het feit dat het amper kansen weggaf, ook al slaagde het er niet in de 0 te houden. Én dat het gevaar kan creëren op stilstaande fases. Al zou dat plan B moeten zijn: wanneer het voetballend niet lukt, scoren op een spelhervatting. Man U kwam echter alleen tot kansen op stilstaande fases. Het plan B is er dus, nu moet Moyes nog werken aan plan A. Redelijk laat natuurlijk, als je de opeenvolging van wedstrijden (en dus amper tijd om te trainen) bekijkt…

De Thuisblijvers

Deze week werden de laatste tickets verdeeld voor het WK 2014 in Brazilië. 32 landen doen deze zomer een gooi naar eeuwige roem. Hoewel de beste voetballanden straks aanwezig zijn op het wereldkampioenschap, zijn lang niet alle topvoetballers van de partij in Zuid-Amerika. We stelden een elftal van thuisblijvers samen dat straks ook een gooi naar de wereldtitel had kunnen doen. Voorwaarden voor een selectie: het land van de speler plaatste zich niet voor het WK, en er komt maximaal één voetballer per natie in de ploeg.

Petr Cech (Tsjechië): Goede reflexen, sterk op hoge ballen en lanceert onze counters met verre trap
David Alaba (Oostenrijk): Uitstekend voetballend vermogen, snelheid, prima conditie en positioneel sterk
Daniel Agger (Denemarken): Kopbalsterk, messcherpe tackle en durft uitvoetballen
Branislav Ivanovic (Servië): Positioneel sterk, beenhard, motivator en ongetwijfeld goed voor kopbaldoelpunt in 93ste minuut
Seamus Coleman (Ierland): Aanvallend ingesteld, goede voorzet, zorgt voor de aanvoer naar onze topspitsen
Mohamed Diamé (Senegal): Meid voor alle werk, recupereert ballen en speelt die direct in naar onze technisch begaafde voetballers
Marek Hamsik (Slowakije): Goed afstandsschot, nagenoeg perfecte passing, infiltreert schitterend, ideale spelmaker voor ons elftal
Gareth Bale (Wales): Turbo op onze flank, schitterende dribbel, uitstekende traptechniek
Pierre-Emerick Aubameyang (Gabon): Sprintbom, heeft individuele actie, kan op iedere aanvallende positie uit de voeten
Robert Lewandowski (Polen): 9 pur sang, helpt mee in de combinatie, dodelijk in de 16
Zlatan Ibrahimovic (Zweden): Buitenbeentje, die ongetwijfeld wat extra magie in onze ploeg brengt

En dit zijn onze 7 supersubs:
Justo Vilar (Paraguay), Brede Hangeland (Noorwegen), Juan Vargas (Peru), Nuri Sahin (Turkije), Steven Pienaar (Zuid-Afrika), Mario Vucinic (Montenegro), Andriy Yarmolenko (Oekraïne)

Wat denken jullie?

Jupiler Pro League: het elftal van de heenronde

We zijn vijftien speeldagen ver in de Belgische Jupiler Pro League. Precies halfweg de reguliere competitie, hoog tijd dus voor een balans. Welk elftal brengt volgens ons het beste samen van wat op onze Belgische velden ronddartelt?

Keeper: Matthew Ryan (Club Brugge) is zonder twijfel de verrassing onder de doelmannen. De Australiër is ondanks zijn gestalte (1m84) ijzersterk op hoge ballen en hij beschikt over uitstekende reflexen. Daarnaast voldoet hij aan de hoge eisen die  vandaag voor keepers worden gesteld op vlak van voetballend vermogen, schitterende traptechniek.

Linkerverdediger: Derek Tshimanga (KRC Genk) had het lang moeilijk met de druk die op zijn schouders rustte omwille van het hoge transferbedrag dat Genk voor hem betaalde. Lijkt ‘mentale rust’ gevonden te hebben, wat zich vertaalt in constante prestaties. Is positioneel duidelijk verbeterd. Daarnaast zijn z’n enorme snelheid en scherpe tackle zijn belangrijkste wapens. De laatste weken ook belangrijk voor de Genkies dankzij z’n vele rushes om de aanvalsgolven te ondersteunen.

Centrumverdediger: Laurent Ciman (Standard) kende een moeilijke periode bij Club Brugge en wordt maar matig geapprecieerd door de fans, bestuur en media. Onterecht, zonder meer. Keihard in de duels, positioneel degelijk en presteerde dit seizoen constant naast de licht ontvlambare Kanu. Zal uitvoetballend nooit de beste worden, maar dat hoeft ook niet in het systeem dat Standard momenteel hanteert.

Centrumverdediger: Chancel Mbemba (Anderlecht) vormt de grootste verrassing van dit elftal. Vier maanden terug nog een nobele onbekende in het Brusselse, ontpopte hij zich echter razendsnel tot een belangrijke pion in het elftal van Anderlecht. Positioneel bijna foutloos, heeft een goede tackle en kan uitvoetballen als geen ander. De vergelijkingen met Vincent Kompany zijn niet uit de lucht gegrepen, benieuwd hoe hij zich verder ontwikkelt.

Rechterverdediger: Daniel Opare (Standard) heeft zijn plaatsje in dit elftal te danken aan zijn schitterende tackles en indrukwekkende fysieke kracht (snelheid, wendbaarheid, explosiviteit). Is een gesel voor menige linkerflankaanvaller door het veelvuldig oprukken naar voor en haalt iedere aanvaller terug met zijn snelheid. Moet dringend minder onbesuisd in de tackle gaan, want pakt nog te veel onnodige kaarten.

Verdedigende middenvelder: William Vainqueur (Standard), dat is het antwoord op de vraag ‘Wie is de beste centrale middenvelder in onze competitie?’. Beschikt over duelkracht, sterk anticiperend vermogen en een messcherpe tackle. Alsof dat niet genoeg is, heeft de Fransman nog een uitstekende pass en drie longen. En dan vergeten we nog bijna dat hij een verschroeiend afstandsschot in de benen heeft. Als hij zijn kaartenlast wat kan terugdringen rijp voor de Premier League of Bundesliga.

Verdedigende middenvelder: Junior Malanda (SV Zulte Waregem) leek even verbannen aan de Gaverbeek na een ellenlange transfersoap, maar bikkelde voor zijn plaats. Heroverde bijna meteen zijn basisplek en is erg belangrijk voor Essevee, ook al staat hij wat in de schaduw van Thorgan Hazard. Met zijn bijna ongeziene duelkracht (voor een 19 -jarige) en uitstekende passing is hij opnieuw één van de basisingrediënten voor het succesrecept Zulte Waregem.

Aanvallende middenvelder: Thorgan Hazard (SV Zulte Waregem). Het voorbeeld van de moderne nummer 10: enorm slim, heeft een schitterende versnelling en is uitermate doelgericht. Ontpopte zich tot dé patron bij Essevee. Kan met 9 goals en 8 assists bovendien schitterende statistieken voorleggen.

Linkerflankaanvaller: Maxim Lestienne (Club Brugge), de man van wie blauw-zwart momenteel erg afhankelijk is. Over zijn kwaliteiten valt niet te twijfelen: snel, technisch, doelgericht, verzet bergen werk in balverlies en spreekt vooral met de voeten (amper met de media). Waarschijnlijk niet de slimste naast het veld, maar dat zal Michel Preud’homme worst wezen.

Rechterflankaanvaller: Ibrahima Conté (SV Zulte Waregem) is waarschijnlijk erg onopvallend voor het grote publiek, maar speelt een belangrijke rol in het elftal van Franky Dury. Trekt van op de flank geregeld naar binnen en zorgt voor verwarring in de defensie van iedere tegenstander. Als hij de bal in de voet krijgt, draait hij beangstigend snel weg. Behoudt bovendien het steeds het overzicht, en is ook in balverlies een voorbeeldige teamplayer. Moet wel dringend aan zijn statistieken werken: de balans oogt met 0 goals en 3 assists nogal mager.

Diepe spits: Michy Batshuayi (Standard) zorgt altijd wel voor een beetje magie op Sclessin. Hij kan scoren met rechts, links, het hoofd en is een constante dreiging voor de tegenstander. Hij is snel, technisch begaafd, balvast en is met 10 goals topschutter van de Rouches. Enig minpuntje momenteel: verliest nog iets te vaak het overzicht.

Op de bank:
Parfait Mandanda (Charleroi): Spectaculair en sterke reflexen, topper in wording.
Cheikou Kouyaté (Anderlecht): Sterk, snel, en kan voetballen. Belgische top als hij focus behoudt.
Jelle Van Damme (Standard): Loopvermogen, grinta en levensgevaarlijk op spelhervattingen.
Julien Gorius (KRC Genk): Ouderwetse spelmaker, nu ook sterk in meer teruggetrokken rol.
Fabien Camus (KRC Genk): Schitterende traptechniek en dito vista.
Hamdi Harbouai (Sporting Lokeren): Sterk, sterker, sterkst.
Imoh Ezekiel (Standard): Snel, sneller, snelst.

En deze spelers vervolledigen onze 25-koppige selectie: Sammy Bossut (SV Zulte Waregem), Hans Vanaken & Jordan Remacle (Lokeren), Thomas Buffel & Kara Mbodj (KRC Genk), Yaya Soumahoro (KAA Gent) en Aleksander Mitrovic (Anderlecht).

Ongezien Positivisme

Gisteren verzamelden 2.500 uitgelaten Belgische supporters zich op de tarmac van de luchthaven in Zaventem. De Rode Duivels uitzwaaien om minimum één punt te pakken in Kroatië, zodat de Belgen weer trots kunnen zijn op hun land. Het was het hoogtepunt van een erg uitgekiende marketingcampagne, maar vooral te danken aan het enige belangrijke in het profvoetbal: de resultaten. Bron: Belga

We schrijven 12 oktober 2010, net geen drie jaar geleden. De kwalificatiecampagne voor het EK 2012 begint rampzalig. De troepen van Georges Leekens startten met 3 op 9 (verlies tegen Duitsland & Turkije, winst tegen Azerbeidzjan) en het gekende negativisme steekt opnieuw de kop op. De kritische media zorgen voor gelaten fans en een nationale desinteresse, zelfs afkeer van de Rode Duivels. Geen tv-zender die nog wil betalen voor het uitzenden van wedstrijden en het absolute dieptepunt: een halfleeg Koning Boudewijnstadion in de wedstrijd tegen Oostenrijk (maar wat een spektakel!)

Na een nieuwe mislukte kwalificatiecampagne kiest Leekens voor de uitdaging (lees: het geld) van Club Brugge. Marc Wilmots wordt de nieuwe selectieheer. Zijn aanstelling wordt uiteraard heel kritisch bekeken: ‘te weinig ervaring als trainer en tactisch niet super onderlegd’, klonk het bij velen (waaronder mezelf).  Maar dat bleek ook niet nodig. De Rode Duivels hadden een coach nodig die België, een land dat uit elkaar viel, belichaamde. Iemand die spelers kon begeesteren. Iemand de een klimaat creëerde waarbij spelers met plezier voor België wilden uitkomen, zonder druk. Hen leren voetballen of  hen overladen met tactische richtlijnen was helemaal niet nodig.

En ja, het werkte. Na een onverdiende nederlaag van de Belgen bij een onnoemelijk zwak Engeland, volgde de katalysator: een overwinning op de Nederlanders, de aartsrivaal. Oranje, de ploeg waar we jarenlang naar opkeken in de – voor ons Belgen- lege zomermaanden met EK’s en WK’s. En eindelijk was het zo ver, kort na de aanstelling van Wilmots de Hollanders verslaan met 4-2. Het (nog steeds jonge, maar intussen ontbolsterde) talent kreeg vertrouwen, de marketingmachine kwam op gang, de fans geloofden erin, en iedereen ging mee in het verhaal van patriot Wilmots. Dankzij één oefenmatch werd negativisme omgetoverd tot ongezien positivisme. Eén oefenpot tegen een experimenteel, erg onervaren Nederland, een ploeg met 7 spelers minder dan 5 caps. Die match, dat resultaat leidde ons (bijna maar nog niet helemaal) naar Brazilië.

Morgenavond rond dit uur is het zo ver. Eén punt in Kroatië volstaat. En als dat niet lukt, zijn drie punten tegen Wales (zonder Gareth Bale) voldoende voor een volksfeest. Mensen van de Koninklijke Belgische Voetbalbond: hou je vast! Jullie krijgen de komende week reportages over feestende Belgen, massahysterie in de kranten en waarschijnlijk zelfs stoere uitspraken over een nakende wereldtitel. Ik hoop maar één ding: dat jullie zich niet laten verblinden door het overdreven positivisme. Want ondertussen moet er gewerkt worden aan de toekomst. Achter de schermen moeten onze talenten van de huidige nationale jeugdploegen verder ontwikkeld worden en de Belgische jeugdopleiding moet echt nog een pak beter. Ja, het is echt van moeten. Anders komen we na een mooi WK 2014 en een uitmuntend EK 2016 weer zeker tien jaar diep in de put te zitten.