Voetbal, een feest. Behalve als hij op het veld staat. Hij, dat is de God van Uruguay. Een maand geleden zat hij nog in een rolstoel, nu knalde hij de Engelsen uit het tornooi met twee flitsen. Hij is een echte killer en met 31 doelpunten in 34 Premier League wedstrijden ongetwijfeld één van de meest getalenteerde spelers ter wereld. Maar hij is een bandiet. Een racist. Een valsspeler. En een bijter.
Op 20 november 2010 sloeg hij voor het eerst toe. In de schouder van Otman Bakkal. De scheidsrechter merkte het niet op, maar hij werd toch geschorst, voor zeven wedstrijden. Op 22 april 2013 herviel hij. Recidivisme heet dat. Branislav Ivanovic was het slachtoffer. Tien wedstrijden schorsing was het vonnis.
Maar hij bijt niet enkel in mensen. Ook in andermans glorie. Dominic Adiyiah had een volksheld moeten worden. Maar hij ontnam de jonge Ghanees alle roem. Waar had die dat aan verdiend? ‘De hand van God is nu van mij’, verklaarde hij even later als één kwal arrogantie. Zijn blik was die van een saddist.
Hij bijt ook in waardigheid. Van anderen en van zichzelf. Hij is een racist van het ergste soort, zonder één splinter beschaving. Hoe kan hij ooit in de spiegel kijken zonder dat die genadeloos uit elkaar springt?
En nu dus opnieuw. Hij hoort niet thuis op een WK. Hij hoort niet thuis op een voetbalveld. Hij is een bandiet.
Stijn Candries