Liverpool FC – Sevilla FC (1-3): aanvallende backs kleuren finale

Van 2006 was het geleden dat Liverpool nog eens een serieuze prijs (FA Cup) pakte, de Europa League kon de volgende worden. Na de trainerswissel eerder dit seizoen leken The Reds onder Jurgen Klopp alleszins opnieuw herkenbaar voetbal te brengen gekenmerkt door veel dynamiek, een hoge intensiteit en passie. Tegenstander Sevilla kroonde zich de voorbije seizoenen echter tot Europa League specialist met 4 eindzeges op 9 jaar tijd en kon er mits winst 3 op een rij pakken.

opstelling sevilla

Basisploegen van Liverpool FC (rood) & Sevilla FC (wit) bij aanvang van de finale

De weg naar de finale was er voor Liverpool één vol spektakel en knappe overwinningen tegen onder andere Manchester United, Borussia Dortmund en Villareal. Jurgen Klopp koos voor dezelfde ploeg en formatie (4-3-3) als in de terugwedstrijd tegen Villareal. De elf: Mignolet, Clyne, Lovren, Toure, Moreno, Milner, Can, Firmino, Coutinho, Lallana en Sturridge.

Zijn Spaanse tegenhanger Unai Emery koos voor volgende namen, ook in een 4-3-3: Soria, Mariano, Rami, Carrico, Escudero, N’Zonzi, Krychowiak, Coke, Banega, Vitolo en Gameiro.

Liverpool neemt over na nerveuze start
Zoals bijna iedere finale kende ook deze een nerveuze openingsfase. Beide ploegen zetten snel druk, kregen weinig tijd aan de bal resulterend in verschillende slechte passes en aannames. Er werd stereotiep voor weinig risico gekozen wat zorgde voor snelle lange ballen richting de spitsen.

Na een aantal minuten kreeg het wedstrijdbeeld echter een duidelijkere rode draad. Liverpool nam daarbij het heft in handen op volgende manier:

In de opbouwfase
Liverpool probeerde op de eigen helft steeds een man-meersituatie te creëren in de achterste linie. Beide centrale verdedigers van The Reds werden vastgezet door Banega & Gameiro, waardoor Emre Can zijn verdedigers centraal te hulp schoot. Ook Milner was vaak terug te vinden als halve rechtsachter. Intussen schoven beide backs, Clyne en Moreno, hoog op om ook de flankaanvallers van Sevilla achteruit te lokken. Dit lukte regelmatig waardoor Liverpool iets meer tijd kreeg aan de bal.

opbouw liverpool

Opbouw Liverpool deel 1: op eigen helft. Positie van middenvelders Can & Milner (geel)

In de aanvalsfase
Omdat Sevilla zich lager terugtrok kreeg Liverpool de tijd om op te bouwen en z’n lopende spelers in positie te krijgen. Clyne en Moreno zorgden vanaf het kwartier voor constante dreiging met voortdurende infiltraties, terwijl Firmino, Coutinho en Lallana de Spanjaarden tussen de linies in verwarring probeerden te brengen.

Veel spelers tussen de linies (groen) en de oprukkende backs Moreno & Clyne (zwart)

Opbouw Liverpool deel 2: veel spelers tussen de linies (groen) en de oprukkende backs Moreno & Clyne (zwart)

Het leverde na goed een halfuur ook het eerste doelpunt op dat begint bij de opbouw (zie opbouw deel 1), waarna de spelers tussen de linies worden gevonden en Sturridge aangespeeld wordt. Zijn rechtstreekse tegenstander wordt meteen aan het twijfelen gebracht door de oprukkende linksback Moreno (zie opbouw deel 2) waardoor Sturridge zelf de 1-0 enig mooi kan binnentrappen.

Banega probeert Sevilla overeind te houden
Sevilla liet zich van zijn kant iets te makkelijk indrukken, vooral beide flankaanvallers trokken zich te laag terug waardoor Liverpool de tijd kreeg om aan aanvallen te bouwen en zo ook de lopende Clyne & Moreno in stelling te krijgen.

Dit had bovendien ook gevolgen voor de formatie van de Andalusiërs wanneer ze de bal dan toch veroverden: iedereen leek wat in paniek door de Engelse druk en de penaltygevalletjes, de hele ploeg stond erg laag en dicht bij elkaar gepositioneerd waardoor uitvoetballen erg moeilijk werd. Met als gevolg dat de bal te vaak hoog richting Gameiro geknald werd. De Fransman slaagde er echter niet in de bal bij te houden met de kopbalsterke Toure en Lovren in zijn nek.

Tegelijk stelde Sevilla zich zo heel erg open voor een andere sterkte van Liverpool onder Klopp, de heel agressieve omschakeling naar balverlies. Als Liverpool de tijd krijgt om op te bouwen en dan de bal verliest, gaat het meteen hoog pressen met veel volk rond de bal. Als de tegenstander uit die druk lijkt te ontsnappen is een professionele overtreding (zoals Milner er 3 maakte op korte tijd in de eerste helft) de oplossing voor de Engelsen waardoor de tegenstander onmogelijk snel kan counteren. Maar omdat Sevilla zo laag en dicht bij elkaar stond was het makkelijk voor de Engelsen om te pressen en was diepgang vinden voor de Spanjaarden een bijna onmogelijke opdracht.

Sevilla probeerde wel onder de druk uit te voetballen door aanvallende middenvelder Banega vaak terug te laten zakken om de bal zo wat in de ploeg te houden. In die situaties koos verdedigende middenvelder N’Zonzi hoger positie om bij te sluiten op eventuele lange ballen. Het eerste halfuur kon Sevilla de bal daardoor nog degelijk bijhouden maar echt gevaar en diepte creëren zat er door de matige structuur in het elftal niet in.

Sevilla draait rollen om 15” na pauze
Meteen na rust kantelde de match echter volledig. Sevilla had genoeg van de defensieve stelling en koos voor hetzelfde wapen als Liverpool in de eerste 45’, namelijk aanvallende backs. Nog geen tien seconden na de rust bracht rechtsachter Mariano zijn team terug in de match met een knappe actie en voorzet die Gameiro kon binnentikken, 1-1 en alles te herdoen.

Intussen viel de Engelse pressing weg, mogelijks zat de mentale tik daar voor iets tussen, waardoor Sevilla langer de bal in de ploeg kon houden. En zo konden de mannen van Emery doen wat Liverpool deed in de eerste helft: de oprukkende backs Escudeiro en Mariano in stelling krijgen. Intussen speelden Vitolo, Coke en Banega goed tussen de linies vanwaar ze samen ook snel de 1-2 tegen de netten trapten. Met 78 baltoetsen was die laatste overigens alomtegenwoordig op het veld!

Liverpool naar plan B en plan C
Sevilla zette in tegenstelling tot in de eerste helft ook hoger druk waardoor Liverpool minder gevaar kon creëren. Zo een hoge balrecuperatie leidde overigens ook de ietwat gelukkige 1-3 in, tevens de genadeslag voor Liverpool.

Met nog twintig minuten te spelen bracht Klopp Allen in de plaats van Lallana en schakelde om naar een 4-4-2 in ruit met Sturridge en de ingevallen Origi voorin, terwijl Milner (rechts), Allen (links), Coutinho (voorin) en Can (achterin) de ruit bevolkten. Met Benteke werd er finaal ook nog een derde centrale aanvaller in gegooid maar het pleit was al beslecht.

De finale groeide uit tot een waar spektakelstuk met twee teams die zich zeker niet bewust terugtrokken en vooruit wilden voetballen. Liverpool was baas in de eerste helft dankzij een erg agressieve pressing in balverlies en lopende backs in balbezit. Sevilla deelde een immense tik uit door meteen na rust te scoren en de tweede helft werd eigenlijk een kopie van de eerste, alleen waren de Spanjaarden nu de baas. Een hogere efficiëntie zorgde er dan ook voor dat Sevilla zijn derde Europa League zege op een rij boekt.

Het valt te betwijfelen of de Champions League finale een even open wedstrijd wordt, laat er ons alvast voor duimen!

Meer buitenlands voetbal?

Of toch liever Belgisch voetbal?

Advertentie

Heiligschennis

‘Liverpool FC’ en ‘geschiedenis’, het kunnen zomaar synoniemen zijn in een voetbalwoordenboek. Toch liggen de grote Europese dagen van The Reds al een tijd achter ons. Gisteren konden de Engelsen niet winnen van FC Basel (1-1) met een snel einde van het Champions League-avontuur als gevolg, en dat voor een ooit zo gevreesde grootmacht.

The Kop hunkert naar een nieuwe prijs.

The Kop hunkert naar een nieuwe prijs. (bron: http://car-memes.com/red-and-white-kop-liverpool-fc-forum/2/)

“In Engeland zijn het allemaal cinemasupporters. De Kop van Liverpool, daar schiet niks meer van over”, liet Nicolas Lombaerts zich onlangs ontvallen in Het Nieuwsblad. Gisteren leek de Belg alvast gelijk te krijgen. De fanatieke Liverpoolfans keken lijdzaam toe hoe het Zwitserse Basel de wet dicteerde op de heilige mat van Anfield. Het leidde tot een cocktail van apathie en gemor in de tribunes. Waar liep het fout?

De knappe tweede plaats in de Premier League vorig seizoen was snel vergeten op 11 juli 2014. Toen kondigde FC Barcelona de transfer aan van Luis Suarez. De Uruguayaanse metronoom was bij de Engelse vicekampioen de figuur waar alles om draaide, niet verwonderlijk met 31 goals & 21 assists in 33 competitiewedstrijden. Zijn vertrek leverde een mooi transferbudget op maar dat werd weinig zorgvuldig geïnvesteerd…

Hoge pressing, een razendsnelle omschakeling met lopende spelers en een vlotte balcirculatie met veel positiewissels. Dat was het succesrecept van Liverpool vorig seizoen. In dat opzicht leek een transfer van Mario Balotelli al enigszins verrassend: balvast en kopbalsterk dat zeker. Maar tegelijk wispelturig, soms wat lui, en minder sterk in het bespelen van de ruimte in de rug van de verdediging. Al even bizar bleek de aankoop van Rickie Lambert, een te statische aanvaller in het moderne voetbal. Het type spits dat nog het best aanleunt bij Suarez leende Liverpool zelfs meteen terug uit, het gaat uiteraard om de beweeglijke Divock Origi.

Naast twee nieuwe spitsen die moeite hadden met het spelsysteem, kreeg coach Brendan Rodgers ook af te rekenen met langdurige blessures van Daniel Sturridge (vorig seizoen 22 goals & 9 assists in 29 competitiewedstrijden) en Adam Lallana. Het mag duidelijk zijn dat Liverpool op aanvallend vlak heel wat individuele kwaliteit verloor.

Ook het defensieve compartiment onderging veranderingen. Dejan Lovren slaagde er (nog) niet in het vertrek van Daniel Agger op te vangen. Hij is kopbalsterk, maar staat positioneel vaak fout en toont zich onzeker in balbezit. Toch houdt Rodgers koppig vast aan een verzorgde balcirculatie van achteruit: in een ploeg met technisch beperkte centrale verdedigers, een doelman op zoek naar vertrouwen en weinig positiewissels voorin, lijdt dat uiteraard tot kostbaar balverlies dicht bij eigen doel.

Liverpool kampt met een vertrouwenscrisis. De resultaten blijven uit, maar ook het voetbal oogt niet. Steven Gerrard en de zijnen hollen te vaak achter de feiten aan. Om het snelle voetbal van vorig jaar op de mat te brengen, lijkt Rodgers niet de (fitte) spelers te hebben: de pressing is verdwenen, de balcirculatie gebeurt op een slakkengangetje en het gebrek aan snelheid zorgt voor een moeilijke omschakeling. Back to basics lijkt het advies voor Rodgers: het verdedigende compartiment op orde krijgen, de pressing verbeteren en zorgen voor een goede bezetting voor doel. Dan kan Liverpool de schade beperken. Al is er in een Engelse decembermaand (8 wedstrijden op 27 dagen) natuurlijk weinig tijd om automatismen in te slijpen. Toch dringt een vernieuwde strategie zich op, want uitgeschakeld in de Champions League en met een voorlopige 9e plaats in de competitie stijgt de druk op Rodgers.

Een ontslag zou alleszins een foute beslissing zijn. Sinds het vertrek van de succesvolle Rafa Benitez is de Noord-Ier de meest complete trainer op Anfield, maar in de bestuurskamer wordt vooral gekeken naar het gebrek aan resultaten en het opgesoupeerde transferbudget.

Toch eindigen met een positieve noot: Liverpool is Europees nog niet helemaal uitgespeeld, het is enkel gedegradeerd tot een voorjaar in de Europa League. Die competitie wonnen The Reds overigens al driemaal. Als er wat geschoven wordt met de pionnen, kan dus misschien toch nog geschiedenis geschreven worden dit jaar. De Kop snakt alleszins naar de traditie die in ere wordt hersteld…