De VI werken van Stuivenberg

Met steile ambities startte KRC Genk aan het nieuwe seizoen, drie maand later oogt de realiteit minder fraai. De Limburgers kamperen in het midden van het peloton en het telt al 6 punten minder dan de beoogde top-3. Toch is er potentieel, een analyse van de laatste 3 wedstrijden van Genk onder Stuivenberg.

 

December 2016. Na een 1 op 12 wordt coach Peter Maes de laan uitgestuurd, een gebrek aan punten en te weinig aandacht voor de clubvisie van KRC Genk waarbij veel aandacht gaat naar de doorstroming van eigen jeugdspelers. De Nederlander Albert Stuivenberg, ex-assistent van Louis Van Gaal, volgt hem op. Genk begint aan een remonte maar mist op een haar na de bekerfinale en PO I. Mede door een knap Europees parcours dat strandt in de kwartfinale van de Europa League, kan Stuivenberg een mooi rapport voorleggen met 18 zeges, 8 draws en 5 nederlagen. Hij behoudt vanzelfsprekend het vertrouwen van het bestuur, meer nog: de kern wordt behouden, belangrijke spelers als Pozuelo mogen de club niet verlaten want met dit team moet er meegedaan worden voor de prijzen. Top-3 is het doel.

September 2017. KRC Genk kent een erg matige seizoensstart, Stuivenberg gooit zijn 4-3-3 overboord en introduceert in de match op Eupen een nieuw concept met een tweespitsensysteem. Geen tegenvallende flankaanvallers Benson en Buffel meer in de ploeg, wel een 3-5-2 formatie. Tijdens de rust schakelen de Limburgers over naar een 4-4-2 in ruit waaraan ook in de matchen tegen Moeskroen en Anderlecht werd vastgehouden. We bekeken de laatste drie wedstrijden van de Limburgers en zagen naast heel wat potentieel ook een aantal belangrijke pijnpunten.

3-5-2 Genktactiek

 

 

1. Progressieve balcirculatie

“Ik vind dat balbezit geen doel op zich mag worden, er moet altijd diepte in ons spel zitten”, dixit Stuivenberg in De Voetbaltrainer tijdens de zomerperiode.

Ondanks het vele balbezit tegen Eupen (62%) en Moeskroen (62%) is een snelle en progressieve (naar voren toe) balcirculatie nog een duidelijk werkpunt van de Genkenaars. In Anderlecht daarentegen had het amper 43% balbezit, daar had het dan weer problemen om de bal lang in de ploeg te houden en vanuit de balcirculatie of in de omschakeling tot grote kansen te komen.

Om te komen tot een vlotte opbouw van achteruit met snelle balcirculatie is een meerderheidssituatie achterin allereerst noodzakelijk. Ook Stuivenberg geeft dat aan: “Binnen onze aanvallende principes is het om 2v1 situaties te kunnen creëren en ze ook uit te spelen. Het gaat erom een tegenstander tot keuze te dwingen en die samen met een medespeler uit te spelen.” Overtalsituaties creëren dus, dat probeert Genk te doen.

Nadat het in de eerste helft in 3-5-2 tegen Eupen speelt en achterin man op man wordt vastgezet, schakelt het de tweede helft bijvoorbeeld om naar een 4-4-2 in ruit. Tegen de twee spitsen van Eupen laat het verdedigende middenvelder Berge centraal inzakken om een overtal te creëren in de achterste lijn.

Tegen Anderlecht had Genk automatisch een overtalsituatie achterin maar had het centrale duo Colley en Aidoo het enorm moeilijk met de onmiddellijke pressing die Anderlecht kwam zetten. Daardoor verloren beide centrale verdedigers heel vaak de bal wanneer ze vooruit iemand probeerden vrij te spelen tussen de linies.

opbouw

Berge creëert een 3v2 situatie door in te zakken, tegen de twee centrumspitsen van Eupen

Naast het beperkte voetballende vermogen centraal achterin, heeft Genk ook te vaak de neiging om balbezit te houden wanneer het eigenlijk makkelijk vooruit kan voetballen. Onderstaand twee voorbeelden waarin eerst Berge en nadien ook Malinovskiy eigenlijk perfect voor een tempoversnelling kan zorgen door in 1 tijd vooruit te spelen, beiden draaien echter terug achteruit en houden het tempo laag.

opbouw

Berge kan in 1 tijd vooruit spelen naar een ploegmaat tussen de linies maar keert terug

opbouw

Ook Malinovskiy kan direct vooruit spelen maar draait terug achteruit

 

2. Diepgang zonder bal

Eén van de nadelen van het systeem 4-4-2 in ruit is het ontbreken van kwalitatieve flankspelers die kunnen variëren in hun loopacties: zowel tussen de linies als in de diepte op het juiste moment. Door de centralisatie aan spelers liggen de flanken voor Genk dus vaak heel erg open wat een voordeel is voor de opkomende backs. Echter, deze infiltrerende flankverdedigers kunnen niet altijd tijdig vooraan zijn waardoor er bij de Genkies regelmatig een pertinent gebrek aan diepte ontstaat. Zeker ook omdat middenvelders Malinovskiy, Berge en Pozuelo de bal wel erg graag in de voet hebben. Ook spits Ingvartsen lijkt eerder een type om in de voet aan te spelen en zorgt onvoldoende voor diepte. Enkel Samatta en Schrijvers durven sporadisch eens de diepte in duiken wat onvoldoende is om voor snel gevaar te zorgen, zeker wanneer de backs niet tijdig vooraan terug te vinden zijn.

diepspelen

Alle centrale spelers van Genk komen naar de bal, op de flanken zijn de backs nog niet kunnen oprukken. Geen diepgang!

Op Anderlecht zorgde Samatta af en toe voor de uitzondering door meer op de linkerflank te blijven en daar vanuit de omschakeling de driemansdefensie van paars-wit pijn te proberen doen.

spits

Samatta zorgt voor diepgang op de linkerflank

3. Ondertalsituaties op de flank

Een ander logisch nadeel aan het 4-4-2 in ruit systeem betekent een magere bezetting op de flanken. Vooral voor de opkomende backs heeft dit serieuze gevolgen. Op rechts komen Clinton Mata maar al te vaak in de problemen: de back, tegen de zijlijn, krijgt logischerwijs erg snel druk en heeft in deze spelopvatting ook weinig aanspeelbaarheid om hem te ondersteunen. Ook hier ligt een belangrijke taak voor de, voorlopig misschien nog te statische, spitsen. Uiteraard moeten ook de vier centrale middenvelders voor voldoende ondersteuning en eventuele infiltraties op de flank zorgen.

Aangezien er weinig ondersteuning is op de flank, heeft Genk elders natuurlijk wél extra spelers op ‘overschot’. Dit zorgt op aanvallend gebied wel vaak voor een grote hoeveelheid infiltrerende mensen in de box wanneer één van de meegekomen backs de bal ontvangt op de buitenkant en, misschien noodgedwongen, tot een voorzet overgaat. Tegen Eupen zorgde dit wel voor twee goals van Ingvartsen steeds na een voorzet vanop de rechterflank. Tegen Moeskroen zorgde Uronen dan weer voor een aanvallend goede bijdrage met voorzetten in de zestienmeter waar bijna constant 3 of meerdere Genkspelers komen ingelopen.

voorzet

Vijf spelers van KRC Genk mee in de box bij een flankvoorzet

4. Dwingender worden in de hoge pressing

Albert Stuivenberg toont zich een duidelijk voorstander van hoog storen, de tegenstander zo snel mogelijk het voetballen beletten om bij voorkeur ook zelf snel tot een scoringskans te komen. Zowel in de matchen tegen Eupen, Moeskroen en Anderlecht trachtte Genk de tegenstander meteen op te jagen met wisselend succes. In de Oostkantons waren de Limburgers meerdere malen succesvol na hoog storen, Moeskroen en Anderlecht leken iets beter voorbereid om onder die druk uit te voetballen.

Samatta en Ingvartsen, beide spitsen, coördineren de pressing. Samatta staat op links meestal tussen de centrale verdediger en rechtsback om hen te dwingen ofwel lang te spelen ofwel de rechterflank van Genk te gebruiken. De linkercentrale verdediger wordt meer vrijgelaten door Ingvartsen die hem dan naar buiten toe duwt om de lange bal of de pass naar de linksback te verkrijgen. Wanneer de linksback de bal krijgt, gaat Schrijvers agressief pressen waarna de bal centraal veroverd moet worden. Een duidelijke keuze om de pressing aan de rechterkant uit te voeren vanwege de profielen van Samatta, Schrijvers en Malinovskiy. De één al meer loopwonder dan de ander.

hoge pressing

Genk oriënteert de pressing bewust naar de rechterkant waar Ingvartsen de bal naar buiten duwt en Schrijvers het laatste voorbereidende werk moet opknappen. Geel zijn de verdedigers, rood de middenvelders en blauw de twee spitsen

Tegen Moeskroen liep dit ook relatief goed in de beginfase maar de bezoekers waren goed voorbereid en konden toch een aantal keer door de druk heen voetballen, zelfs met een knappe openingsgoal als gevolg.

 

 

pressing

Schrijvers laat zich makkelijk voorbijlopen door Huyghebaert, die opent op de opstomende rechtsback Locigno. Deze heeft een boulevard aan ruimte dankzij de centrale oriëntering van het Genkse blok en vooral door de slimme loopactie van Rotariu die Uronen meetrekt naar het centrum. Van daaruit volgt een korte combinatie en de 0-1. Hoge pressing die mislukt op zijn kwetsbaarst. 

 

Het moet gezegd, vaak lukte deze pressing wel uitstekend met hoge balrecuperaties als gevolg!         

Tegen de 3-4-3 van Anderlecht werd de hoge pressing enigszins anders ingevuld. Daar kozen beide spitsen om de buitenste centrale verdedigers van Anderlecht uit te sluiten en tegelijk de pass naar de flankaanvaller tussen de linies te voorkomen.  Zo werd Kara aan de bal gelaten. Centraal op het middenveld dekten Schrijvers en Malinovskiy door op Kums en Trebel en dan was het Pozuelo die met een verticale loopactie het signaal gaf tot pressing. De Spanjaard is echter niet meteen de grootste loper en recuperator waardoor Kara vaak te veel tijd kreeg aan de bal.

pressing

Pozuelo zet druk op Kara. De twee spitsen houden Dendoncker en Deschacht in de gaten terwijl op het middenveld mandekking wordt gespeeld op Kums en Trebel

Toch kwam Genk vaak tot balrecuperatie: Berge was namelijk verantwoordelijk voor het constant achtervolgen van de aanvallende middenvelder van Anderlecht aan de kant van de bal (Hanni indien opbouw op links, Gerkens indien opbouw op rechts) waardoor de back van Genk kon doordekken op de flankmiddenvelder van paars-wit. Het zorgde voor erg direct spel, veel duels en potig voetbal wat gezien de voorsprong van Genk in hun voordeel was.

pressing

Berge zakt in op Hanni. Er ontstaat ruimte tussen de linies maar deze kan niet worden benut door de mandekking op Hanni, Kums en Trebel.

5. Verdedigen ruimte in de rug

Hoog druk zetten impliceert uiteraard het weggeven van ruimte in de rug. Ook dat vormt zeker een werkpunt voor de Limburgse defensie, des te meer voor rechtercentrale verdediger Aidoo. De Ghanese jeugdinternational ging namelijk al iedere wedstrijd minstens eenmaal in de fout door onvoldoende te anticiperen op mogelijke dieptepasses. Tegen Anderlecht werd dit niet afgestraft omdat doelman Vukovic hoog meespeelde, tegen Eupen was dit wel de aanleiding tot de 2-0 achterstand.

verdedigen

Aidoo heeft voldoende voorsprong om de diepe bal te verdedigen. Hij anticipeert onvoldoende en laat zich makkelijk in de rug nemen.

6. Rendement op spelhervattingen

And last but not least: spelhervattingen. Een erg gevaarlijk wapen in de strijd voor de punten, noem het gerust de waterstofbom van het voetbal. Mits een uitstekende focus op hoekschoppen en vrije trappen tegen, kan Genk punten scoren op dit onderdeel. Met Pozuelo en Malynovskiy beschikt het over twee spelers met een uitstekende traptechniek terwijl het met Aidoo, Colley en Ingvartsen over voldoende kopkracht beschikt. Echter, voorlopig staat de balans gescoorde goals vs goals tegen op matige 5-5 tussenstand. Op hoekschoppen tegen is de zoneverdediging vooral kwetsbaar gebleken in de eerste zone, dat probeerde Eupen ook constant uit te buiten. Het scoorde zo ook de 1-0 met Blondelle toen het een 4v3 creëerde in die zone.

corner

4vs3 situatie in het nadeel van Genk in de eerste zone op hoekschop

 

De laatste drie matchen van KRC Genk geven een goed beeld over hun seizoen tot zo ver. Het potentieel is aanwezig, de punten nog onvoldoende. De 5 op 9 tegen Eupen, Moeskroen en Anderlecht kon echter ook zomaar een 9 op 9 geweest zijn. Het vertrouwen van het Genkse bestuur in coach Stuivenberg getuigt van kennis en stabiliteit, een juiste keuze zonder twijfel.

Genk heeft uiteraard nog een pak werkpunten, meer dan bovenstaande zes, maar heeft ook duidelijke troeven. De duelkracht centraal achterin, het voetballend vermogen en de overtalsituaties centraal op het middenveld, een tweespitsensysteem dat altijd moeilijk te bekampen is en heel veel volk voor doel bij flankvoorzetten. Het moge duidelijk zijn dat ook regisseur Pozuelo nog ver van zijn beste vorm is verwijderd wat het spel van de Limburgers op termijn alleen nog maar kan verbeteren. Woensdag een volgende test wanneer Genk leider Club Brugge ontvangt.

Meer Belgisch voetbal

Advertentie

Bouwwerken Leko

Vorig seizoen groeide voor Club Brugge relatief voorspelbaar uit tot een ontgoocheling kort na de langverwachte titel. Succescoach Michel Preud’homme nam afscheid, Ivan Leko werd de verrassende vervanger. Aan de Kroaat om het heilige vuur in Jan Breydel opnieuw aan te wakkeren. Lange Bal herbekeek de vier officiële wedstrijden van FCB tot zo ver en kwam met deze analyse.

“Welk systeem je ook speelt, het moet altijd de bedoeling zijn dat je de bal in die situaties brengt waarin je diepgang kan vinden. Daarom is het minder belangrijk hoeveel spitsen je op het veld hebt staan. Belangrijker is dat je één speler meer dan de tegenstander in de buurt van de bal hebt, zodat je in balbezit blijft en vervolgens in die ruimte kan aanvallen waar je dat wil. Zonder die extra speler vind je nooit oplossingen.”
Ivan Leko in Sport/Voetbalmagazine

Jaren terug kozen teams steevast om met twee centrale verdedigers te spelen. Eenvoudigweg omdat er bij de tegenstander een omschakeling was naar de intussen alom gekende 4-3-3 formatie en dat bovenstaande argumentatie zo werkelijkheid wordt: namelijk 2 centrale verdedigers tegen 1 spits van de tegenstander, zowel in de opbouwfase als in het verdedigende deel van de match is deze meerderheidssituatie dus erg handig.

De laatste jaren zijn er echter meer en meer teams die ervoor kiezen om met twee spitsen te spelen of toch zeker druk te zetten met twee spitsen (vaak een diepe man gesteund door aanvallende middenvelder), waardoor de meerderheidssituatie achterin automatisch verdwijnt. Tegelijk met deze ontwikkeling, kenden we de revival van de 3-mansdefensie als antwoord hierop.

tactiek Club Brugge

Meest gebruikte basiself van Leko

Ivan Leko bekijkt naar eigen zeggen 5, 6 wedstrijden uit verschillende competities op een vrije dag om bij te leren. Het lijkt dan ook relatief duidelijk dat hij inspiratie op deed voor zijn huidige 3-4-3 in binnen- en buitenland.  In eigen land loodste z’n collega Hein Vanhaezebrouck Gent naar een titel en een knappe CL-campagne met een aanvallende 3-4-3 in balbezit. In het buitenland raakte de Kroaat dan weer ongetwijfeld gecharmeerd door de defensieve organisatie van Chelsea in Contés 3-4-3, gecombineerd met de aanvallende speelstijl van Tottenham ook vaak uitgaand van een driemansdefensie.

 


Opbouw van achteruit

Wanneer mogelijk wil Club Brugge voor een korte, zorgvuldige opbouw van achteruit kiezen. Als het, zoals hierboven reeds aangehaald, speelt tegen een team dat drukzet met één of twee aanvallers heeft het automatisch een mannetje meer achterin. Met ook nog eens de keeper die moet deelnemen aan deze opbouw, wil blauw-zwart deze meerderheid uitspelen om de bal snel vooruit te kunnen spelen tussen de linies.

2. Opbouw back zoeken.png

De tegenstander zet druk met drie aanvallers (witte cirkel). De rechteraanvallen geeft druk op Denswil, hij krijgt voldoende tijd om de vrijlopende De Bock aan te spelen op de buitenkant.

Het gros van de tegenstanders van Club Brugge paste zich intussen reeds aan en probeert met drie aanvallers vanuit een 4-3-3 druk te zetten op de verdedigers van Club. Tegen de minder gerenommeerde tegenstanders als Lokeren wist blauw-zwart daar relatief makkelijk omheen te spelen. Meestal is het namelijk de spits die bij de meest centrale verdediger van Club staat en de flankaanvallers van de tegenstander die de andere verdedigers onder druk proberen zitten. Wanneer deze timing niet perfect zit, hebben de centrale verdedigers echter net de tijd om de bal aan te nemen en door te spelen naar de linkerflank of rechterflank die vaak voldoende ruimte hebben om de bal te krijgen.

 

Wanneer er geen hoge druk is, krijgen de troepen van Leko rustig de tijd om de bal rond te spelen. Omdat de centrale middenvelders Vormer en Nakamba in die situaties meestal weinig tijd krijgen, wachten de verdedigers het moment af om de bal verticaal tussen de linies in te spelen op de flankaanvallers die naar binnenkomen, meestal Refaelov of Dennis. Tegen Lokeren zorgde deze schitterende opbouw tevens voor het 2e  doelpunt. Een kopietje van het trainingsveld in de praktijk gebracht op Daknam.

3. Goal na opbouw.png

Engels vindt Refaelov tussen de linies die meteen kan opendraaien en diepspelen op Dennis die scoort.

Tegenstanders die beter georganiseerd staan, agressiever en met meer explosiviteit voorin hoog druk zetten, bezorgen Club veel meer problemen. Vooral Basaksehir slaagde daar in eigen stadion erg goed in. De 3 Turkse aanvallers zorgen voor veel druk, Club slaagt er zo niet meer in een meerderheidssituatie te creëeren en speelt terug op de doelman. Horvath blonk de voorbije weken echter niet meteen uit in het uitvoetballen en trapte de ballen dan maar vaak ver weg. In die situaties ontbeert het Club Brugge momenteel ook nog aan een sterke, balvaste spits die in staat is om de bal bij te houden en z’n ploegmaats te laten aansluiten.

4. Lange bal.png

Basaksehir zet agressiever en sneller druk voorin met drie mensen. Ook Vormer is niet aanspeelbaar op het middenveld waardoor we voortdurend de lange bal zien terugkomen.

‘Voetbal is een spel van ruimtes. Hoe creëer je die, hoe verover je die, hoe kom je eruit om via een andere ruimte weer aan te vallen? Daar moeten trainers oplossingen voor aanreiken. Weten hoe je moet aanvallen, is zeer belangrijk. Dan praat je over het simultaan bewegen van drie à vier spelers, niet eentje. Omdat een speler die beweegt ruimte maakt voor anderen. Zo creëer je offensief spel.’
Ivan Leko in Sport/Voetbalmagazine

Aanvallen
De grote sterkte van het 3-4-3 systeem dat Leko beoogt is de samenwerking tussen de oprukkende flankspelers en de ‘inside wingers’ (= de flankaanvallers die meer vanuit het centrum en de halfspaces opereren). Dat er nog veel ruimte is voor verbetering, tonen ook de cijfers aan. Slechts 30% (3 van de 10) van de gemaakte goals tot zo ver kwamen voort uit het open veldspel (lees: combinaties, indvidiuele acties) en daar rekenen we dan ook de goal bij van Dennis tegen Eupen hoewel die misschien meer voort kwam uit een omschakeling.

De andere goals kwamen er na een snelle omschakeling (2 goals) of uit spelhervattingen (5 goals!). Efficiëntie is een grote kwaliteit maar het moge duidelijk zijn dat weinig kansen creëren en toch veel scoren eerder zeldzaam is. Als teams het een volledig seizoen volhouden (zoals Leicester City bijvoorbeeld in het kampioenenjaar) kan het succes opleveren maar men mag er zich zeker niet op blindstaren want ook een portie geluk gaat gemoeid bij efficiëntie. Werk aan de winkel dus.

Geen flankwissels
Een eerste grote manco in de voorlopige invulling van de speelwijze is het compleet gebrek aan snelle flankwissels. De grote kwaliteit van oa. Gent in het kampioenenjaar, Chelsea, en andere teams waren de snelle crosspasses van de centrale middenvelders richting de lopende flankspelers op de andere kant. In het geval van Club komen er dus amper bruikbare ballen van Vormer en Nakamba richting de lopende Palacios en De Bock/Touba.

Dit heeft enerzijds te maken met de beperkte aanspeelbaarheid en dito handelingssnelheid van beide centrale middenvelders. Nakamba toont zich in de eerste plaats een meester in de balrecuperatie en minder een meester aan de bal. Vormer moet zijn gekende infiltratievermogen in dit systeem vooral inruilen voor een rol als spelmaker, maar daar liggen de grootste kwaliteiten van de Brugse captain zeker niet. Of ook de mensen op de flank de ideale wapens zijn om aanvallend beslissend te zijn is een terechte vraag.

Ook de samenwerking op de flank treft hier echter schuld. Refaelov en Dennis kiezen te vaak positie in de as van het veld waardoor de backs van de tegenstanders niet tot een keuze worden gedwongen. Zij moeten namelijk het slachtoffer worden van hun eigen keuze: doordekken op Refaelov/Dennis of toch maar opvangen van lopende speler? Dit is nog niet het geval, ze kunnen rustig in positie blijven, anticiperen op de crosspass en deze makkelijk onderscheppen als die toch zou komen. Als de inside wingers vanuit de halfspace zouden spelen, zou de tegenstander echter meer voor deze keuze gesteld worden en zouden de crosspasses dus ook meer doel vinden. In onderstaand beeld zie je de centrale positie van Refaelov die de bal niet kan krijgen. Daardoor kan linksback Clichy al anticiperen op een eventuele wisselpass die hij dan zou kunnen onderscheppen.

5. Samenwerking flank.png

Refaelov staat te centraal waardoor die automatisch gedekt wordt door een centrale middenvelder. Dat zorgt ervoor dat linksback Clichy al kan anticiperen op een eventuele crosspass op Palacios aan de buitenkant.

Wachten op kracht/snelheid van Wesley/Diaby
De samenwerking tussen de drie aanvallers voorin is dan weer iets te wisselvallig. Het 3-4-3 systeem leent zich vooral tot intelligente en creatieve voetballers op de korte ruimte in combinatie met, zoals eerder aangegeven, lopende spelers op de buitenkant. Het is geen toeval dat er bij de aanvallers waarmee Gent succes boekte altijd 2 intelligente spelers bij waren (Depoitre en Milicevic), net zoals Chelsea (Pedro en Hazard) en Tottenham (Kane, Alli en Eriksen). Momenteel leken noch Refaelov en Dennis zich echter in dat keurslijf te willen laten steken. In het geval van die laatste misschien maar goed ook.

Belangrijk in de samenwerking voorin is een constante wisselwerking in een driehoek: tussen de spits, de inside winger en de lopende flankspeler. Wanneer bijvoorbeeld Vossen op rechts afhaakt, kan Refaelov centraal in de diepte duiken en Palacios in de hoek. Wanneer op links Vossen bv diep loopt, kan Dennis afhaken tussen de linies en de linkermiddenvelder meters maken langs de lijn. Perbet werd op dat vlak na één match al afgeschreven, Vossen toonde iets meer vooruitgang in het samenspel voorin. Met Refaelov, Vossen en Dennis is er echter te weinig snelheid en kracht in de ploeg. Op dat vlak lijkt de inbreng van Diaby of Wesley als centrale spits alvast een must om de Brugse aanvalsmachine op gang te krijgen. Al is het dan maar weer de vraag of de looplijnen van de coach nog voldoende worden opgevolgd.

6. Alledrie in de bal.png

Drie spelers komen allemaal in de bal op het moment dat Denswil wil inspelen. Daardoor moet Vormer voor diepte zorgen, maar die komt van heel diep geïnfiltreerd en kan onmogelijk op tijd gevaarlijk worden.

‘Aanvallen met 6 spelers, verdedigen met 10 spelers’

 

Verdedigen
Leko houdt van de manier van spelen van Tuchel, Pochettino,etc. en dat weerspiegelt zich in de eerste fase bij balverlies. Hij wil de Clubspelers zo hoog mogelijk druk laten zetten zodat de tegenstander de bal opnieuw verliest en blauw-zwart zo dicht mogelijk bij het doel van de rivaal een nieuwe aanval kan opzetten. Tegen Basaksehir ging dat in de beginfase goed op volgende manier: de inside wingers zetten druk op de centrale verdedigers, met daartussen de spits die ging doorjagen op de keeper als die de bal teruggespeeld kreeg. Daardoor werd door de Turken in de openingsfase vaak de lange bal gehanteerd, al werd die nog regelmatig bijgehouden door Adebayor voorin. Toch oogde de balans op dat vlak erg positief.

7. Hoge pressing.png

Beide inside wingers geven druk op de centrale verdedigers, waardoor Perbet kan doorjagen op de keeper. De Turken zijn verplicht om de lange bal te hanteren.

Het grote probleem voor Club ontstaat echter op het moment wanneer het er niet in slaagt de bal te veroveren na hoge pressing. Vanwege de formatie en de gekozen speelwijze, zakt Club daardoor in een lager blok in 5-4-1 met Dennis en Refaelov als flankmiddenvelders. De vijf verdedigers zorgen er in theorie voor dat de volledige breedte van het veld makkelijk verdedigd zou moeten kunnen worden, zeker door de steun van de vier middenvelders. De praktijk zegt echter iets anders.

Van zodra Club wat ingedrukt geraakt, heeft het momenteel eigenlijk maar één optie: allemaal samen laag inzakken en rustig afwachten om de bal te recupereren na een slechte pass van de tegenstander of balverlies na een mislukte dribbel. Als het dat doet, nogal passief en gegroepeerd afwacht, geeft het op dit moment weinig ruimte weg. Wat uiteraard goed is.

Wanneer Club daarentegen vanuit de 5-4-1 probeert om ook effectief agressief druk te gaan zetten, worden de ruimtes te groot, lopen spelers uit positie en anticiperen spelers niet op de situatie waardoor tegenstanders gevaarlijk worden. Dit gebeurt vooral in de as van het veld waar Vormer en/of Nakamba soms het moment volledig verkeerd kiezen om druk te zetten vooruit.

Veeleer gebeurt het echter dat deze wel het juiste moment kiezen om te pressen maar dat de centrale verdedigers niet aansluiten. Ook durft amper één van deze drie centrale mensen uitstappen terwijl dat net het voordeel is van de meerderheidssituatie achterin: anticiperen, pro-actief gaan handelen en problemen voorkomen vooraleer ze ontstaan. En net daarin is Club achteraan nog te onvolwassen. Ook de tegengoal, hieronder afgebeeld, is hiervan het gevolg.

8. Verdedigen.png

Linkeraanvaller Elia krijgt veel ruimte tussen de linies, Mechele stapt niet (of veel te laat) uit op de aanvaller. 

9. Verdedigen.png

Op het moment dat Club Brugge opnieuw compact staat, ontstaat het probleem van druk op de bal door het ontbreken van een echte 10. Daardoor moet Club opnieuw georganiseerd afwachten.

10. Verdedigen.png

Tot tweemaal toe komt een Turkse middenvelder in schietpositie zonder veel druk. De tweede speler die de bal krijgt kan zonder druk van een uitstappende centrale verdediger (hier Engels) op doel trappen en scoren.

Omschakelmomenten

 Wanneer Club erin slaagt de bal te veroveren op de helft van de tegenstander zijn ze wel op z’n gevaarlijkst. 20 à 30% van de goals kwam er al nadat Club de bal hoog recupereerde en snel omschakelde richting het doel van de tegenstander. Vooral Dennis is met zijn snelheid, techniek en loopacties enorm gevaarlijk. Meestal zijn Refaelov of Vormer in deze situaties het doorgeefluik om de Nigeriaan voor doel te zetten, zoals hier tegen Lokeren.

 

11. Goal na omschakeling.png

Balrecuperatie centraal op het middenveld en Vossen wordt ingespeeld. Die kan meteen Dennis lanceren die scoort.

Wanneer Club echter vanuit het lage 5-4-1 blok opereert, kent het moeilijkheden om er uit te komen op de counter. Vooral omdat het dan volledig afhankelijk is van de diepe spits en Vossen/Perbet zijn nu eenmaal niet de aanvallers met pure snelheid of de kracht om de bal bij te houden tegen de betere tegenstanders. 

Besluit
Het mag duidelijk zijn dat Ivan Leko aan een gewaagde maar erg interessante vernieuwing is begonnen bij Club Brugge. Zijn doelstellingen zijn duidelijk: dominant voetbal met een snelle balcirculatie, lopende mensen op de buitenkant en hoge pressing in balverlies. Momenteel lijken z’n spelers echter nog niet de intelligentie te hebben om allemaal mee te zijn in het verhaal waardoor Club z’n wil enkel nog maar kon opdringen tegen de kleinere ploegen.

Tegen de topteams wordt blauw-zwart te vaak teruggedrongen en in die situaties lijkt het systeem, dat dominantie beoogt, vooral reactiviteit teweeg te brengen. Of het leidt tot pressing waardoor de tegenstander makkelijk heen kan voetballen wat tot onvrede leidt op de Brugse tribunes. Het is afwachten hoe de spelers Leko’s betoog de komende weken oppikken en welke transferactiviteiten er nog voor de deur staan. Het systeem en Leko’s verhaal lijken zeker z’n kans te moeten krijgen, wanneer er in september nog geen beterschap is, past hij ongetwijfeld zijn verhaal wat aan zoals bij STVV.

Vrijdag 20.30: SV Zulte Waregem – Club Brugge

Manchester City – FC Barcelona (3-1): masterclass voetbal

Amper twee weken na de zware 4-0 overwinning in Nou Camp, reisde FC Barcelona gisteren af naar Manchester City. Pep Guardiola vs Barcelona, het beloofde naar jaarlijkse gewoonte reclame voor het voetbal te worden. En zo geschiedde…

tactiek barcelona city

                      Opstellingen Manchester City & FC Barcelona

Pep Guardiola bracht Aguero opnieuw aan de aftrap en koos voor een 4-3-3 met volgende namen: Caballero, Kolarov, Stones, Otamendi, Zabaleta, Fernandinho, Gundogan, Silva, De Bruyne, Sterling en Aguero. Behalve de geschorste Bravo kon Pep met andere woorden op z’n gekende basiself rekenen.

Luis Enrique had iets meer zorgen: Jordi Alba, Pique, Iniesta en Mathieu vertoefden allemaal in de lappenmand. Barça trad ook aan in 4-3-3 met een aanvallende driehoek met deze elf: Ter Stegen, Digne, Umtiti, Mascherano, Roberto, Busquets, Rakitic, Gomes, Neymar, Messi en Suarez.

Ruimte bij Busquets
Net als twee weken terug koos City voor een aanpak met veel lef en bijhorende hoge pressing. Van zodra Barçadoelman Ter Stegen de bal in het spel wilde brengen, probeerden de Engelsen het hoog vast te zetten. Aanvallende middenvelder Silva kwam naast Aguero voetballen in balverlies en zij moesten de centrale verdedigers (Umtiti en Mascherano), doelman (Ter Stegen) en verdedigende middenvelders (Busquets) van de bezoekers het voetballen proberen beletten. Na tien minuten bleek dat al schier onmogelijk dankzij de technische superioriteit van de Catalanen en het uitstekende vrijlopen van Busquets. Barça was dan ook heer en meester van in de beginfase en eiste al het balbezit op.

Masterclass uitvoetballen

opbouw barcelona

Na 10′ schoof ook Gundogan door om mee druk te zetten op Busquets. Barcelona en doelman Ter Stegen (in balbezit) vonden echter oplossingen (= zwarte pijlen)

Guardiola kwam snel met een tegenzet die nog risicovoller was: nu schoof ook Gundogan door om Busquets nog minder ademruimte te geven. De ruimte bij het uitvoetballen lag nu dus niet meer bij Busquets die kort werd gedekt maar de troepen van Luis Enrique vonden ondanks de hoge pressing en beperkte tijd bij momenten met gemak de vrijkomende centrale middenvelder Rakitic of Gomes. Beiden werden ofwel gedekt door Fernandinho of een centrale verdediger, maar eens ze diep inzakten om de bal te halen (linkse zwarte pijl) zou het doordekken van Stones of Otamendi te gevaarlijk zijn waardoor ze daar dus vrij konden komen. Een tweede mogelijkheid was de middenvelder bereiken via een halflange pass op Digne die de bal snel centraal kon doorspelen. Als City dan toch overal zou doordekken, lag de ruimte bij de drie pijlsnelle aanvallers van Barça maar dat was slechts plan C en bleef in de kast.

Want na ongeveer 30’ spelen herkende Guardiola het zinloze van de onderneming en trok City iets gegroepeerder terug om vanuit een medium blok druk te zetten. Zo onder de indruk van de masterclass uitvoetballen was het van de bezoekers.

Slechte restverdediging bij City wat meteen wordt afgestraft, 0-1.

Slechte restverdediging bij City wat meteen wordt afgestraft, 0-1.

Intussen keken The Citizens ook al tegen een 0-1 achterstand aan nadat Barcelona een counter genadeloos afmaakte. City kreeg dan wel de vrije trap maar verwaarloosde de restverdediging wat Neymar en Messi meteen afstraften.

Roberto de weakest link
De bezoekers eisten dus het balbezit op en waren de gevaarlijkste ploeg. Kans na kans creëren zat er echter niet in maar de meeste dreiging ging wel uit van Barça. Vooral de samenwerking op de linkerkant zorgde voor problemen bij de thuisploeg. Zeker de situaties waarbij:
1) Neymar aan de binnenkant speelde en Digne ruimte kreeg voor de overlapping
2) Maar meer nog wanneer Neymar het veld erg breed hield (om ruimte te creëren voor de actie 1v1) en middenvelder Gomes centraal kon infiltreren in de rug van Zabaleta

Op rechts bleef het gevaar relatief beperkt. Enkel wanneer Messi centraal speelde (wat hij meer en meer deed na verloop van tijd) kwam er wat dreiging uit. Het besef bij de Catalanen dat hun opkomende rechtsback Roberto het zwakke broertje van de ploeg was, speelde echter te veel mee want ondanks de vele ruimte kreeg hij amper een bal wanneer hij infiltreerde.

Kort voor rust was diezelfde Roberto namelijk de aanleiding nadat hij erg matig inspeelde tijdens de opbouw. City profiteerde optimaal met een uitstekende afwerking Aguero – Sterling – Gundogan. 1-1 aan de rust, een uitslag waar vooral de thuisploeg erg tevreden mee was.

Andere rol voor De Bruyne & Fernandinho
In de tweede helft herschikte Guardiola de pionnen. De tengere Silva kon de hoge pressing centraal niet altijd belopen en werd naar de linkerkant verbannen, De Bruyne kreeg de belangrijke centrale positie toegewezen in steun van Aguero. Nu kreeg ook de stevige Fernandinho, en niet langer Gundogan, de taak om door te dekken op Busquets; allemaal met als doel wat meer duelkracht te krijgen voorin. Het loonde bijna meteen wanneer diezelfde Fernandinho de bal verovert op Busquets en De Bruyne de lopende Sterling vindt, die maar net mist.

Niet veel later kreeg de Barçagoal uit de eerste helft echter een kopie. Nu Barcelona met de vrije trap die wordt weggewerkt en een vlijmscherpe counter van de thuisploeg. Niet meteen een goal maar wel een overtreding op Silva en de vrije trap van De Bruyne die de 2-1 inluidt.

Direct spel & counteren

4-4-2 plat

City in een medium blok waarbij het centrum wordt vastgezet. Barcelona gebruikt de boulevard op rechts onvoldoende

Na de 2-1 probeerden de Citizens de countertactiek nog meer toe te passen. Met De Bruyne naast Aguero vormde City een relatief laag blok in 4-4-2 en maakte het er een erezaak van het centrum af te sluiten. Dat lukte goed dankzij de beperkte ruimte tussen de linies: de bezoekers kregen vooral ruimte op de rechterkant maar de centrale rol van Messi bleek in dat geval net de achilleshiel te zijn. Want het was Roberto die een zee aan ruimte kreeg op rechts maar daar onvoldoende gebruik van maakte. Een gebrek aan kwaliteit maar ook van vertrouwen van z’n ploegmaats. Met Messi of Neymar breed op de rechterkant had Barcelona de thuisploeg echter nog een pak meer in de problemen kunnen brengen.

In balbezit wilde City vooral geen cadeaus meer weggeven in het uitvoetballen waardoor erg snel voor het directe spel naar voor werd gekozen. De eerste vier, vijf drukzettende spelers van Barça werden zo overgeslagen en daar hadden de verdedigers het dan weer knap lastig mee. Uiteindelijk counterde City zich nog naar een knappe 3-1, de kers op een wondermooie voetbaltaart.

Het sierde Guardiola dat hij na de match eerlijk toegaf 38 minuten achter de bal gehold te hebben, voetbal is nu eenmaal een spel waarbij je af en toe eens wat geluk moet hebben. En over het directe spel in de tweede helft zei hij het volgende: “topclubs zoals FC Barcelona ontwikkelen hun opbouwende speelstijl al 25 jaar, wij nog maar 4 maanden. We zijn dan ook nog niet klaar om op de mat brengen wat zij doen.” Realistische woorden waaraan we maar eens moeten terugdenken als we ons straks weer focussen op de Jupiler Pro League.

Volledige persconferentie Pep Guardiola

Meer buitenlands voetbal

Anderlecht – Club Brugge (1-0): veel druk in balverlies, weinig lef & kwaliteit aan de bal

Speeldag 3 kondigde zich aan als richtinggevend in de titelstrijd. Mits winst in het Constant Vandenstockstadion kon Club Brugge zowel Anderlecht als Gent op 7 punten (eigenlijk 8) plaatsen, wat met nog 7 matchen te gaan gerust comfortabel kon genoemd worden. Het draaide echter anders uit: Anderlecht pakte voor de derde keer dit seizoen de volle buit tegen Club en heropent zo de titeldebatten. Het verhaal van de wedstrijd.

Opstellingen Anderlecht - Club Brugg

Opstellingen Anderlecht – Club Brugge na vroege wissel Badji-Najar

Besnik Hasi had de laatste weken kopzorgen met tal van belangrijke spelers die geblesseerd waren, maar de coach van Anderlecht recupereerde heel wat namen voor de clash van vandaag. Dendoncker en Najar kwamen zelfs meteen aan de aftrap in een 4-3-3 (met de punt naar achter) met volgende invulling: Proto; Buttner, Nuytinck, Kara, Najar; Dendoncker, Tielemans, Defour; Praet, Acheampong, Okaka. Najar moest echter al snel opnieuw (na 15’) naar de kant met een blessure.

Club-coach Michel Preud’homme nam net als vorige week plaats in de tribune maar stuurde daarvoor wel volgende namen de wei in: Butelle, De Bock, Denswil, Poulain, Meunier; Simons, Vormer, Vanaken; Izquierdo, Gedoz en Diaby. Zij acteerden in de intussen gekende 4-3-3 met de punt naar voor met Vanaken op positie 10.

Kara als mikpunt
Beide teams beseften het belang van een mogelijke driepunter maar al te goed en toonden zich allebei heel agressief in de druk naar voren in de beginfase. Het leed tot een hoge intensiteit die gepaard ging met veel duels, gemekker en blessurebehandelingen in de eerste vijftien minuten. Nadien kwam er iets meer tempo in de wedstrijd en werd ook de hand van beide trainers duidelijker.

Net als tegen KAA Gent probeerde Club Brugge met een hoge pressing de opbouw van Anderlecht snel te verstoren. Wanneer Proto in balbezit kwam, koos Diaby positie dicht bij Nuytinck (in theorie de best uitvoetballende verdediger van Anderlecht) waardoor de doelman verplicht werd richting Kara te spelen. Vanakens startpositie lag echter tussen Dendoncker en Kara waardoor de Limburger snel voor druk kon zorgen op de centrale verdediger van Anderlecht die uitvoetballend weinig techniek maar vooral paniek tentoonspreidt. Het zorgde al vlug voor twee gevaarlijke brandjes achterin die nog tijdig konden geblust worden door paars-wit.

Omdat Vanaken doorstapte vanuit het middenveld lag daar echter wel ruimte voor de thuisploeg. Vormer verliet namelijk zijn rechterzone volledig om door te lopen en druk te zetten op Dendoncker, Simons koos op zijn beurt positie dicht bij Defour. Het impliceerde natuurlijk dat Tielemans enorm veel vrijheid kreeg maar hij kon in de eerste helft amper bereikt worden. Als zijn ploegmaats de bal achterin niet zelf al verloren, kozen ze al te vaak voor de lange bal van Proto richting Okaka. De Italiaanse krachtpatser toonde zich echter balvast tegen het centrale duo van Club waardoor Anderlecht relatief makkelijk kon opschuiven. Puur voetballend kwam het echter amper tot een kans.

Veel druk in balverlies, weinig lef in balbezit
Anderlecht probeerde op een gelijkaardige manier de tegenstander het voetballen te beletten. Bij de thuisploeg was het in de eerste plaats Okaka die drukzette op een centrale verdediger en dan al snel geruggesteund werd door een middenvelder die ook druk ging zetten op de andere centrale man van Club Brugge. Een redelijk identieke manier van pressen als Club dus, al werd bij Anderlecht de druk minder gericht op één speler (zoals bij Club op Kara) waardoor het ofwel Tielemans ofwel Defour was die moest pressen en de krachten iets gelijkmatiger werden verdeeld. Anderlecht koos ook iets meer het juiste moment uit (zo’n tien meter voor de middenlijn) en liet Club dus automatisch iets meer ruimte en tijd om op te bouwen dan omgekeerd wat minder krachten kostte in de strijd.

De eerste helft was uiteindelijk heel intens met twee teams die hoog druk zetten en zelf moeite hadden om, eens in balbezit, met die hoge druk om te gaan. Een gebrek aan technisch vermogen, lef en goed positiespel toonden toen al aan dat dit een echte PO I match was: veel spanning maar weinig kwaliteit aan de bal. Een klasseflits of de bal ‘die eens goed valt’, zou waarschijnlijk mee beslissen over de uitkomst in de match. Van veel uitgespeelde kansen was de eerste 45’ geen sprake, Club verzamelde nog de betere mogelijkheden in de eerste periode.

Tielemans op zoek naar ruimte tussen de linies
Tijdens de rust kregen de Clubspelers consignes om sneller de diepte te zoeken: te weinig diepgang was het oordeel. Deels waar maar zoiets enorm benadrukken, geeft bij voetballers meestal het tegenovergestelde: uitsluitend nog lange ballen of dieptepasses in niemandsland zonder veel overleg. Ook bij de bezoekers was dit na de pauze opmerkelijk, zelfs zonder druk koos het te vaak de foute optie om te snel diep spelen waardoor Anderlecht meer de bal kreeg en kon groeien in de match. Uiteraard is het ook moeilijk om hoge pressing een hele wedstrijd vol te houden als je de bal steeds opnieuw ver weg trapt in de handen van de tegenstander. Je moet dan steeds opnieuw 30 meter opschuiven om druk te gaan zetten en dat zorgt voor het weggeven van ruimte…

Paars-wit groeide in de match en daar had ook Tielemans een belangrijk aandeel in: hij was beweeglijker dan in de eerste periode en probeerde zich voortdurend te positioneren in de vrije ruimte tussen het Brugse middenveld en verdediging. Zijn goal was daar het beste voorbeeld van: de ruimte tussen de Brugse linies werd opnieuw veel te groot bij het begin van de actie (de afstand tussen de verdedigende lijn van Club was zo’n 15 meter achter verdedigende middenvelder Simons), waardoor Tielemans de 1-2 tussen de linies kon aangaan met Djuricic, om dan diep te lopen en rustig af te werken. Ook het zwakke defensieve positiespel van Meunier effende natuurlijk het pad voor de snelle winning goal.

tegengoal

Tekening van 1-0 Tielemans. Brugse verdediging & middenveld heel ver uit elkaar waardoor Tielemans volledig vrijkomt. Intussen spurt Meunier terug naar zijn positie die overgenomen werd door Vormer. Tielemans krijgt de tijd om 1-2tje op te zetten met Djuricic en te scoren.

 

Twee spitsen
Meteen na de 1-0 probeerde Club de bakens nog te verzetten door Diaby naar de kant te halen en Pereira in het veld te brengen. Met later ook Vossen tussen de lijnen greep Club terug naar het 4-4-2 concept van in het begin van het seizoen met twee diepe spitsen. Er werd echter over de hele lijn te snel lang gekozen, foute keuzes gemaakt in de passing, duels tegen Kara niet gewonnen waardoor Anderlecht uiteindelijk relatief makkelijk overeind bleef. Het was zeker geen hoogstaande Clasico, wel eentje die de titelstrijd in PO I nog een stuk intenser zal maken.

 


Programma speeldag 4 in PO I

Dinsdag: 19/4 om 20.30              KV Oostende – Zulte Waregem
Woensdag: 20/4 om 20.30         KRC Genk – Club Brugge
Donderdag:  21/4 om 20.30        KAA Gent – Anderlecht

 

Meer Belgisch voetbal