Liverpool FC – Sevilla FC (1-3): aanvallende backs kleuren finale

Van 2006 was het geleden dat Liverpool nog eens een serieuze prijs (FA Cup) pakte, de Europa League kon de volgende worden. Na de trainerswissel eerder dit seizoen leken The Reds onder Jurgen Klopp alleszins opnieuw herkenbaar voetbal te brengen gekenmerkt door veel dynamiek, een hoge intensiteit en passie. Tegenstander Sevilla kroonde zich de voorbije seizoenen echter tot Europa League specialist met 4 eindzeges op 9 jaar tijd en kon er mits winst 3 op een rij pakken.

opstelling sevilla

Basisploegen van Liverpool FC (rood) & Sevilla FC (wit) bij aanvang van de finale

De weg naar de finale was er voor Liverpool één vol spektakel en knappe overwinningen tegen onder andere Manchester United, Borussia Dortmund en Villareal. Jurgen Klopp koos voor dezelfde ploeg en formatie (4-3-3) als in de terugwedstrijd tegen Villareal. De elf: Mignolet, Clyne, Lovren, Toure, Moreno, Milner, Can, Firmino, Coutinho, Lallana en Sturridge.

Zijn Spaanse tegenhanger Unai Emery koos voor volgende namen, ook in een 4-3-3: Soria, Mariano, Rami, Carrico, Escudero, N’Zonzi, Krychowiak, Coke, Banega, Vitolo en Gameiro.

Liverpool neemt over na nerveuze start
Zoals bijna iedere finale kende ook deze een nerveuze openingsfase. Beide ploegen zetten snel druk, kregen weinig tijd aan de bal resulterend in verschillende slechte passes en aannames. Er werd stereotiep voor weinig risico gekozen wat zorgde voor snelle lange ballen richting de spitsen.

Na een aantal minuten kreeg het wedstrijdbeeld echter een duidelijkere rode draad. Liverpool nam daarbij het heft in handen op volgende manier:

In de opbouwfase
Liverpool probeerde op de eigen helft steeds een man-meersituatie te creëren in de achterste linie. Beide centrale verdedigers van The Reds werden vastgezet door Banega & Gameiro, waardoor Emre Can zijn verdedigers centraal te hulp schoot. Ook Milner was vaak terug te vinden als halve rechtsachter. Intussen schoven beide backs, Clyne en Moreno, hoog op om ook de flankaanvallers van Sevilla achteruit te lokken. Dit lukte regelmatig waardoor Liverpool iets meer tijd kreeg aan de bal.

opbouw liverpool

Opbouw Liverpool deel 1: op eigen helft. Positie van middenvelders Can & Milner (geel)

In de aanvalsfase
Omdat Sevilla zich lager terugtrok kreeg Liverpool de tijd om op te bouwen en z’n lopende spelers in positie te krijgen. Clyne en Moreno zorgden vanaf het kwartier voor constante dreiging met voortdurende infiltraties, terwijl Firmino, Coutinho en Lallana de Spanjaarden tussen de linies in verwarring probeerden te brengen.

Veel spelers tussen de linies (groen) en de oprukkende backs Moreno & Clyne (zwart)

Opbouw Liverpool deel 2: veel spelers tussen de linies (groen) en de oprukkende backs Moreno & Clyne (zwart)

Het leverde na goed een halfuur ook het eerste doelpunt op dat begint bij de opbouw (zie opbouw deel 1), waarna de spelers tussen de linies worden gevonden en Sturridge aangespeeld wordt. Zijn rechtstreekse tegenstander wordt meteen aan het twijfelen gebracht door de oprukkende linksback Moreno (zie opbouw deel 2) waardoor Sturridge zelf de 1-0 enig mooi kan binnentrappen.

Banega probeert Sevilla overeind te houden
Sevilla liet zich van zijn kant iets te makkelijk indrukken, vooral beide flankaanvallers trokken zich te laag terug waardoor Liverpool de tijd kreeg om aan aanvallen te bouwen en zo ook de lopende Clyne & Moreno in stelling te krijgen.

Dit had bovendien ook gevolgen voor de formatie van de Andalusiërs wanneer ze de bal dan toch veroverden: iedereen leek wat in paniek door de Engelse druk en de penaltygevalletjes, de hele ploeg stond erg laag en dicht bij elkaar gepositioneerd waardoor uitvoetballen erg moeilijk werd. Met als gevolg dat de bal te vaak hoog richting Gameiro geknald werd. De Fransman slaagde er echter niet in de bal bij te houden met de kopbalsterke Toure en Lovren in zijn nek.

Tegelijk stelde Sevilla zich zo heel erg open voor een andere sterkte van Liverpool onder Klopp, de heel agressieve omschakeling naar balverlies. Als Liverpool de tijd krijgt om op te bouwen en dan de bal verliest, gaat het meteen hoog pressen met veel volk rond de bal. Als de tegenstander uit die druk lijkt te ontsnappen is een professionele overtreding (zoals Milner er 3 maakte op korte tijd in de eerste helft) de oplossing voor de Engelsen waardoor de tegenstander onmogelijk snel kan counteren. Maar omdat Sevilla zo laag en dicht bij elkaar stond was het makkelijk voor de Engelsen om te pressen en was diepgang vinden voor de Spanjaarden een bijna onmogelijke opdracht.

Sevilla probeerde wel onder de druk uit te voetballen door aanvallende middenvelder Banega vaak terug te laten zakken om de bal zo wat in de ploeg te houden. In die situaties koos verdedigende middenvelder N’Zonzi hoger positie om bij te sluiten op eventuele lange ballen. Het eerste halfuur kon Sevilla de bal daardoor nog degelijk bijhouden maar echt gevaar en diepte creëren zat er door de matige structuur in het elftal niet in.

Sevilla draait rollen om 15” na pauze
Meteen na rust kantelde de match echter volledig. Sevilla had genoeg van de defensieve stelling en koos voor hetzelfde wapen als Liverpool in de eerste 45’, namelijk aanvallende backs. Nog geen tien seconden na de rust bracht rechtsachter Mariano zijn team terug in de match met een knappe actie en voorzet die Gameiro kon binnentikken, 1-1 en alles te herdoen.

Intussen viel de Engelse pressing weg, mogelijks zat de mentale tik daar voor iets tussen, waardoor Sevilla langer de bal in de ploeg kon houden. En zo konden de mannen van Emery doen wat Liverpool deed in de eerste helft: de oprukkende backs Escudeiro en Mariano in stelling krijgen. Intussen speelden Vitolo, Coke en Banega goed tussen de linies vanwaar ze samen ook snel de 1-2 tegen de netten trapten. Met 78 baltoetsen was die laatste overigens alomtegenwoordig op het veld!

Liverpool naar plan B en plan C
Sevilla zette in tegenstelling tot in de eerste helft ook hoger druk waardoor Liverpool minder gevaar kon creëren. Zo een hoge balrecuperatie leidde overigens ook de ietwat gelukkige 1-3 in, tevens de genadeslag voor Liverpool.

Met nog twintig minuten te spelen bracht Klopp Allen in de plaats van Lallana en schakelde om naar een 4-4-2 in ruit met Sturridge en de ingevallen Origi voorin, terwijl Milner (rechts), Allen (links), Coutinho (voorin) en Can (achterin) de ruit bevolkten. Met Benteke werd er finaal ook nog een derde centrale aanvaller in gegooid maar het pleit was al beslecht.

De finale groeide uit tot een waar spektakelstuk met twee teams die zich zeker niet bewust terugtrokken en vooruit wilden voetballen. Liverpool was baas in de eerste helft dankzij een erg agressieve pressing in balverlies en lopende backs in balbezit. Sevilla deelde een immense tik uit door meteen na rust te scoren en de tweede helft werd eigenlijk een kopie van de eerste, alleen waren de Spanjaarden nu de baas. Een hogere efficiëntie zorgde er dan ook voor dat Sevilla zijn derde Europa League zege op een rij boekt.

Het valt te betwijfelen of de Champions League finale een even open wedstrijd wordt, laat er ons alvast voor duimen!

Meer buitenlands voetbal?

Of toch liever Belgisch voetbal?

KAA Gent – Club Brugge (1-4): Izquierdo nekt Gent

KAA Gent won zijn laatste drie thuiswedstrijden tegen Club Brugge en ook vandaag was dat de enige optie om de titeldroom levend te houden. Voor de bezoekers was puntenverlies daarentegen geen ramp, een overwinning zou hen echter wel heel dicht bij een eerste kampioenschap in elf jaar tijd brengen. De clashes tussen Gent & Club Brugge waren in het recente verleden vaak een knap tactisch steekspel en ook vandaag loste de match de hoge verwachtingen in.

tactiek Gent Club Brugge

Startopstellingen van Gent (in 3-5-2) en Club Brugge (in 4-3-3)

Hein Vanhaezebrouck miste onder andere Asare, Matton en Dejaegere en koos daarom resoluut voor het verrassingseffect, hij draaide zijn driehoek voorin om en koos voor een 3-5-2 met torens Depoitre en Coulibaly als spitsen en met Milicevic in steun. Geen 3-4-3 dus deze keer. De volledige elf: Sels, Nielsen, Mitrovic, Gershon, Kums, R. Neto, Foket, Saief, Milicevic, Depoitre en Coulibaly.

Michel Preud’homme koos voor een 4-3-3 met Butelle, Meunier, Engels, Denswil, De Bock, Simons, Claudemir, Vormer, Vanaken, Izquierdo en Diaby.

Het doel van de Bruggelingen was identiek aan die in hun laatste, succesvolle, confrontaties op Jan Breydel: Gent niet laten voetballen door voorin snel druk te geven op de bal. Nu was het Vormer (en niet Vanaken zoals in de vorige matchen) die de taak kreeg om vanuit positie 10 hoog te gaan storen op Mitrovic, terwijl Diaby zich tijdens de Gentse opbouw bekommerde om Nielsen. Vanaken moest op zijn beurt pendelen tussen Gershon en Saief. Simons en Claudemir kregen de opdracht snel door te dekken op de Kums en R. Neto om zo alle korte passes onmogelijk te maken en Gent te dwingen tot de lange bal en tot de lijf-aan-lijfgevechten.

De torens van Gent
Hierop had Vanhaezebrouck echter duidelijk geanticipeerd met de vorige wedstrijden al in het achterhoofd. Hij koos er dan ook meteen voor om met twee stormrammen aan te treden die de bal konden bijhouden als zijn defensie te snel onder druk kwam in de opbouwfase. En dat werkte: Depoitre (tussen Denswil & De Bock) en Coulibaly (tussen Engels en Meunier) kozen voortdurend goed positie tussen de centrale verdediger en de flankverdediger van Club Brugge waar ze de ene lange bal na de andere te verwerken kregen.

De positiekeuze van Coulibaly en Depoitre was een slim plannetje om zo de kopbalsterke Engels en Denswil te verwarren of uit het centrum weg te trekken. Daarvan moest de intelligente Milicevic proberen profiteren om in de rug van de centrale verdedigers te duiken op eventueel gedevieerde ballen.

Tegelijk werden de backs, Meunier & De Bock, op die manier verplicht achterin te blijven waardoor ze niet mee konden helpen in de pressing vooruit, vooral Saief kreeg daardoor veel ruimte. De linksmidden stond samen met Gershon namelijk voortdurend in een 2v1 situatie tegen Vanaken, Meunier laten doordekken was geen optie aangezien Coulibaly dan volledig vrij was. Gent was logischerwijs meteen baas: Club had moeite met de lange ballen richting de spitsen en Saief kreeg een zee van ruimte en tijd. Vooral Mitrovic lanceerde in de openingsfase de ene diagonale lange bal na de andere richting het aanvalsduo voorin. Diens lange halen en de acties van de vrije Saief op links zorgden voor heel wat gevaar met oa twee uitstekende kansen voor Depoitre en Coulibaly.

Twee goals op drie minuten
Club kon slechts met mondjesmaat tegenprikken, vooral via de infiltrerende Vormer, de kwieke Izquierdo en Vanaken wanneer die laatste eens de tijd kreeg om centraal tussen de linies te spelen. Izquierdo kreeg net als in de voorgaande matchen echter de taak om de lopende Foket op te vangen en fungeerde zo als linksmidden waardoor hij zelf voor weinig dreiging kon zorgen aan de overkant.

De 1-0 voor Gent viel dan ook niet in de lucht, een textbook goal bij uitstek: een lange bal van achteruit richting Depoitre in combinatie met de infiltrerende Kums die de bal voor doel brengt waarna Coulibaly doorkopt richting Depoitre die afwerkt. 1-0.

Een paar minuten later brengt Vanaken de bordjes terug in evenwicht na een knappe actie van Izquierdo die zich voor het eerst kon doorzetten op de linkerflank. Het veranderde weinig aan het spelbeeld met de Buffalo’s die dominant bleven en een aantal kansen bij elkaar voetbalden.

tactiek Club Brugge

                                       Club na de rust in 3-5-2

Ook Club in 3-5-2
Tijdens de rust kreeg Preud’homme de tijd om zijn pionnen te herschikken. De Luikenaar maakte de logische keuze om Simons een rij achteruit te trekken, tussen Engels & Denswil in. Beide centrale verdedigers kregen de, op papier, eenvoudige taak zich vast te bijten in het spitsenduo van Gent. Enkel de Nederlander vocht de luchtduels voortaan uit met Depoitre en Engels ging de strijd aan met Coulibaly.

Claudemir kreeg eveneens een defensievere opdracht om als stofzuiger voor de defensie Milicevic uit de match te houden. Op aanvallend gebied openden de wijzigingen ook perspectieven voor Club: Meunier en De Bock kregen meer ruimte om te infiltreren (terwijl ze verdedigend respectievelijk Saief en Foket opvingen), Vanaken kreeg eindelijk de nodige vrijheid op ‘zijn positie 10’, terwijl Izquierdo naast Diaby postvatte en zich niet meer hoefde te bekommeren om de lopende Foket. Eindelijk duidelijkheid voor de Brugse spelers.

Flitsende Izquierdo
Gent had opnieuw het initiatief en kreeg nu iets meer tijd in de opbouw. Diaby en Izquierdo stonden met 2 tegenover 3 Gentse verdedigers die daardoor vanzelfsprekend rustiger konden opbouwen. De Buffalo’s hadden het echter, net als in hun mindere periodes dit seizoen, echter heel moeilijk om met een verzorgd positiespel tot kansen te komen terwijl hun gevaarlijkste mensen (Saief, Foket, Depoitre en Coulibaly) in een veredelde mandekking vertoefden. De kracht en het loopvermogen werd geneutraliseerd door de nieuwe veldbezetting bij Club Brugge en Gent had te weinig creativiteit hierdoor te voetballen.

Club zakte intussen iets verder terug, had een compacter blok, en koos voor de omschakeling rekenend op de snelheid van Izquierdo en Diaby. De Colombiaan maakte met zijn verschroeiende versnellingen uiteindelijk het verschil met nog 1 knappe goal en 1 assist op amper vijf minuten tijd in sprintduels tegen Foket & Nielsen. 1-3 en boeken toe voor de thuisploeg.

Club op 1 overwinning van de titel
Gent was uitstekend voorbereid op de Brugse pressing en Vanhaezebrouck koos voor een weldoordacht game plan met Depoitre en Coulibaly voorin. Het plan werkte en een voorsprong aan de rust had terecht geweest maar die kregen de Gentenaars niet, intussen kon Preud’homme met een aantal eenvoudige tactische wijzigingen (Izquierdo voorin met nu nog slechts beperkte defensieve taken & achterin man op man op de spitsen) de match doen kantelen.

Verrassend genoeg had Vanhaezebrouck geen tegenzet meer, hij schakelde na de 1-3 bijvoorbeeld niet opnieuw om naar een 3-4-3 met de inbreng van Wikheim. Club had vertrouwen, Gent kreeg een mentale opdoffer en de bezoekers namen de dominantie volledig over en voetbalden zich richting een zware 1-4 overwinning. Een enorme opsteker voor Club Brugge dat volgende week zijn eerste titel sinds 2005 kan vieren mits winst tegen aartsrivaal Anderlecht. Gent daarentegen moet vechten om de vierde plaats te vermijden.

Meer Belgisch voetbal

KRC Genk – KAA Gent (1-2): Genk laat initiatief aan bezoekers

De match tussen KRC Genk en KAA Gent kondigde zich voor beiden al aan als cruciaal want de eventuele verliezer mocht zijn titelambities zo goed als zeker opbergen. Met 9 op 12 en verfrissend voetbal had Genk zich vooraf al ontpopt tot een te duchten outsider, Gent vond op zijn beurt de laatste twee matchen eindelijk de vorm van 2015 terug. Het duel groeide alleszins uit tot een heel interessante wedstrijd, een analyse!

tactiek Genk Gent

Startopstellingen van KRC Genk en KAA Gent

Peter Maes hield vast aan zijn ploeg van de voorbije weken. Hij koos opnieuw voor een 4-3-3 met nu Kebano op 10 ten koste van Malinovsky. De elf namen: Bizot, Castagne, Dewaest, Kabasele, Uronen, Ndidi, Pozuelo, Kebano, Buffel, Bailey en Samatta.

KAA Gent toonde tegen Oostende en Anderlecht eindelijk opnieuw met vlagen het voetbal waarmee het verbaasde in de Champions League en Hein Vanhaezebrouck vulde zijn 3-4-3, bij afwezigheid van Boussoufa en Dejaegere, met volgende spelers in: Sels, Nielsen, Gershon, Asare, Kums, Neto, Foket, Saief, Milicevic, Matton en Depoitre.

KRC Genk kiest voor de counter
Al snel in de wedstrijd werden de bedoeling van Genk duidelijk: Gent laag opvangen, de bal proberen recupereren en meteen gevaar creëren in de diepte met Kebano, Buffel, Bailey en Samatta. De thuisploeg, die nochtans vol vertrouwen zit, koos er daarom voor om in balverlies laag terug te zakken en geen druk te geven op de opbouwende Gent-verdedigers. Hoge pressing bleek dit seizoen nochtans al meermaals het succesrecept om de kampioen te verslaan, maar Peter Maes verkoos dus niet die weg op te gaan.

Genk koos terug te zakken diep op de eigen speelhelft, eens Gent in balbezit kwam was het enkel Samatta die wat druk zette op de drie opbouwende verdedigers van de bezoekers. Kebano kreeg de taak om Kums onder druk te zetten, Pozuelo moest Neto in de gaten houden, terwijl Ndidi de hele ruimte achter die twee trachtte te verdedigen. Op de flanken koos Maes niet voor druk vooruit, integendeel, Buffel en Bailey moesten vooral mee achteruit verdedigen op de lopende flankmiddenvelders Saief en Foket.

Bij balrecuperatie probeerde de thuisploeg snel in te spelen op Kebano die duidelijk de taak had meegekregen om in de rug van Asare te duiken. Hij bleef in de buurt van Kums als Gent de bal had, wanneer Genk de bal zou veroveren, ging Kebano meteen hoger spelen om dan diep te lopen in de rug van Asare. Met de snelle Bailey, Samatta en Buffel wilde Genk de counters snel in kansen omzetten. Uiteindelijk lukte dit een drietal keer met de openingsgoal als beste voorbeeld: Kebano die diep wordt gestuurd in de rug van Asare en voorzet richting de infiltrerende Samatta, Buffel en Bailey die binnenkopt.

Tijd en ruimte voor Gents positiespel

Genk Gent pressing

Gentse verdedigers (rood) krijgen tijd om op te bouwen richting middenvelders (groen). Centraal ook heel veel ruimte (blauw) voor afhakende Milicevic en Matton

Ondanks de vroege voorsprong kreeg Gent het initiatief in de schoot geworpen en was het de hele eerste helft baas. Omdat er amper druk vooruit werd gezet door Genk, konden de verdedigers rustig opbouwen. En vooral: zo konden de Gentse spelers voor de bal hun gewenste positiespel spelen en kregen ze de tijd om samen vrij te lopen. Het laatste anderhalf jaar ligt de sterkte van Gent voornamelijk in het herkennen van de ruimte en de samenwerking tussen de flankmiddenvelder en de ‘valse winger’ op die flank: op links gaat het dan vooral om de samenwerking Saief en Matton, op rechts die tussen Milicevic en Foket. Eén speler die steeds tussen de linies komt, de andere die op het juiste moment de diepte bespeelt in de rug van de Genkse verdediging om zo de backs en verdedigende middenvelders aan het twijfelen te brengen. Deze tactiek bracht het samen met een ander gevaar dat Gent vaak creëert de laatste weken wanneer de match meer op slot zit: de twee valse wingers die in één zone/flank komen om daar een man-meersituatie uit te spelen.

Bij de Gentse gelijkmaker kwamen alle bovenstaande factoren eigenlijk allemaal samen. De Gentse verdedigers kunnen rustig opbouwen en Asare krijgt de tijd om in te dribbelen op de helft van Genk. Intussen zijn Matton (tussen de linies) en Saief (breed en diep) in beweging waaruit een voorzet volgt. Matton krijgt de bal en combineert met Milicevic die zijn zone verlaat om een man-meersituatie te creëren waarna de voorzet volgt richting Depoitre die wegloopt van de kopbalsterke centrale verdedigers om het duel te winnen van Uronen en de 1-1 knap binnen te koppen.

Het Genkse middenveld had, door een gebrek aan druk op de bal voorin, ook problemen met de ruimte rond Ndidi. Pozuelo is het creatieve brein van de ploeg, schoof vaak mee in naar voor en moest in balverlies Neto in de gaten houden. Uiteraard zorgde dit voor heel wat ruimte in zijn rug waar vooral Milicevic en Matton geregeld gebruik van maakten. De rode kaart van Saief veranderde uiteindelijk het wedstrijdbeeld wel wat na de rust.

Vanhaezebrouck herschikt pionnen

Gent Genk

                Opstellingen na de rode kaart van Saief

Na de rode kaart gooide Gent het over een andere boeg, de 3-4-3 werd ingeruild voor een defensievere 4-4-1 met Milicevic en Matton op de flanken in steun van Neto en Kums. Nu was het Gent dat de logische keuze maakte om in balverlies iets lager in te zakken waardoor de thuisploeg het initiatief wat meer toegespeeld kreeg. Desondanks had Gent nog vaak de bal en probeerde het rustig uit te voetballen. Dit met de ‘nieuwe backs’ Asare en Foket die geregeld hoger mee opschoven, terwijl Milicevic en/of Matton die momenten meer naar binnen speelden in steun van Depoitre. Opnieuw kregen de bezoekers hiervoor de tijd van Genk dat amper ging jagen.

Genk slaagde er in balbezit intussen niet in om kansen bij elkaar te voetballen door een ondermaats positiespel voor de bal. Tijdens de rust vroegen de Genkse coaches hun team om het spel breed te houden, maar dat werd te letterlijk genomen door de spelersgroep waardoor de backs en de flankaanvallers vaak allebei breed tegen de lijn stonden, tegelijk verdween Kebano centraal uit de match en kwam Karelis steeds in de bal. Genk toonde onvoldoende diepte en verrassing in zijn spel om Gent uit verband te spelen. In de slotminuut haalde Bizot niet alleen Depoitre maar ook de Genkse Champions League ambities onderuit, 1-2 na een heel genietbare topper.

Speeldag 6 in PO I

vrijdag 29/4 om 20.30: Zulte Waregem – KV Oostende
zondag 1/5 om 14.30: Anderlecht – KAA Gent
zondag 1/5 om 18.00: Club Brugge – KRC Genk

Klassement

  1. Club Brugge 41 ptn
  2. KAA Gent     38 ptn
  3. Anderlecht  38 ptn
  4. KRC Genk   33 ptn
  5. Oostende    29 ptn
  6. Zulte Waregem 24 ptn

 Meer Belgisch voetbal

Samenvatting via Stadion.be

Anderlecht – Club Brugge (1-0): veel druk in balverlies, weinig lef & kwaliteit aan de bal

Speeldag 3 kondigde zich aan als richtinggevend in de titelstrijd. Mits winst in het Constant Vandenstockstadion kon Club Brugge zowel Anderlecht als Gent op 7 punten (eigenlijk 8) plaatsen, wat met nog 7 matchen te gaan gerust comfortabel kon genoemd worden. Het draaide echter anders uit: Anderlecht pakte voor de derde keer dit seizoen de volle buit tegen Club en heropent zo de titeldebatten. Het verhaal van de wedstrijd.

Opstellingen Anderlecht - Club Brugg

Opstellingen Anderlecht – Club Brugge na vroege wissel Badji-Najar

Besnik Hasi had de laatste weken kopzorgen met tal van belangrijke spelers die geblesseerd waren, maar de coach van Anderlecht recupereerde heel wat namen voor de clash van vandaag. Dendoncker en Najar kwamen zelfs meteen aan de aftrap in een 4-3-3 (met de punt naar achter) met volgende invulling: Proto; Buttner, Nuytinck, Kara, Najar; Dendoncker, Tielemans, Defour; Praet, Acheampong, Okaka. Najar moest echter al snel opnieuw (na 15’) naar de kant met een blessure.

Club-coach Michel Preud’homme nam net als vorige week plaats in de tribune maar stuurde daarvoor wel volgende namen de wei in: Butelle, De Bock, Denswil, Poulain, Meunier; Simons, Vormer, Vanaken; Izquierdo, Gedoz en Diaby. Zij acteerden in de intussen gekende 4-3-3 met de punt naar voor met Vanaken op positie 10.

Kara als mikpunt
Beide teams beseften het belang van een mogelijke driepunter maar al te goed en toonden zich allebei heel agressief in de druk naar voren in de beginfase. Het leed tot een hoge intensiteit die gepaard ging met veel duels, gemekker en blessurebehandelingen in de eerste vijftien minuten. Nadien kwam er iets meer tempo in de wedstrijd en werd ook de hand van beide trainers duidelijker.

Net als tegen KAA Gent probeerde Club Brugge met een hoge pressing de opbouw van Anderlecht snel te verstoren. Wanneer Proto in balbezit kwam, koos Diaby positie dicht bij Nuytinck (in theorie de best uitvoetballende verdediger van Anderlecht) waardoor de doelman verplicht werd richting Kara te spelen. Vanakens startpositie lag echter tussen Dendoncker en Kara waardoor de Limburger snel voor druk kon zorgen op de centrale verdediger van Anderlecht die uitvoetballend weinig techniek maar vooral paniek tentoonspreidt. Het zorgde al vlug voor twee gevaarlijke brandjes achterin die nog tijdig konden geblust worden door paars-wit.

Omdat Vanaken doorstapte vanuit het middenveld lag daar echter wel ruimte voor de thuisploeg. Vormer verliet namelijk zijn rechterzone volledig om door te lopen en druk te zetten op Dendoncker, Simons koos op zijn beurt positie dicht bij Defour. Het impliceerde natuurlijk dat Tielemans enorm veel vrijheid kreeg maar hij kon in de eerste helft amper bereikt worden. Als zijn ploegmaats de bal achterin niet zelf al verloren, kozen ze al te vaak voor de lange bal van Proto richting Okaka. De Italiaanse krachtpatser toonde zich echter balvast tegen het centrale duo van Club waardoor Anderlecht relatief makkelijk kon opschuiven. Puur voetballend kwam het echter amper tot een kans.

Veel druk in balverlies, weinig lef in balbezit
Anderlecht probeerde op een gelijkaardige manier de tegenstander het voetballen te beletten. Bij de thuisploeg was het in de eerste plaats Okaka die drukzette op een centrale verdediger en dan al snel geruggesteund werd door een middenvelder die ook druk ging zetten op de andere centrale man van Club Brugge. Een redelijk identieke manier van pressen als Club dus, al werd bij Anderlecht de druk minder gericht op één speler (zoals bij Club op Kara) waardoor het ofwel Tielemans ofwel Defour was die moest pressen en de krachten iets gelijkmatiger werden verdeeld. Anderlecht koos ook iets meer het juiste moment uit (zo’n tien meter voor de middenlijn) en liet Club dus automatisch iets meer ruimte en tijd om op te bouwen dan omgekeerd wat minder krachten kostte in de strijd.

De eerste helft was uiteindelijk heel intens met twee teams die hoog druk zetten en zelf moeite hadden om, eens in balbezit, met die hoge druk om te gaan. Een gebrek aan technisch vermogen, lef en goed positiespel toonden toen al aan dat dit een echte PO I match was: veel spanning maar weinig kwaliteit aan de bal. Een klasseflits of de bal ‘die eens goed valt’, zou waarschijnlijk mee beslissen over de uitkomst in de match. Van veel uitgespeelde kansen was de eerste 45’ geen sprake, Club verzamelde nog de betere mogelijkheden in de eerste periode.

Tielemans op zoek naar ruimte tussen de linies
Tijdens de rust kregen de Clubspelers consignes om sneller de diepte te zoeken: te weinig diepgang was het oordeel. Deels waar maar zoiets enorm benadrukken, geeft bij voetballers meestal het tegenovergestelde: uitsluitend nog lange ballen of dieptepasses in niemandsland zonder veel overleg. Ook bij de bezoekers was dit na de pauze opmerkelijk, zelfs zonder druk koos het te vaak de foute optie om te snel diep spelen waardoor Anderlecht meer de bal kreeg en kon groeien in de match. Uiteraard is het ook moeilijk om hoge pressing een hele wedstrijd vol te houden als je de bal steeds opnieuw ver weg trapt in de handen van de tegenstander. Je moet dan steeds opnieuw 30 meter opschuiven om druk te gaan zetten en dat zorgt voor het weggeven van ruimte…

Paars-wit groeide in de match en daar had ook Tielemans een belangrijk aandeel in: hij was beweeglijker dan in de eerste periode en probeerde zich voortdurend te positioneren in de vrije ruimte tussen het Brugse middenveld en verdediging. Zijn goal was daar het beste voorbeeld van: de ruimte tussen de Brugse linies werd opnieuw veel te groot bij het begin van de actie (de afstand tussen de verdedigende lijn van Club was zo’n 15 meter achter verdedigende middenvelder Simons), waardoor Tielemans de 1-2 tussen de linies kon aangaan met Djuricic, om dan diep te lopen en rustig af te werken. Ook het zwakke defensieve positiespel van Meunier effende natuurlijk het pad voor de snelle winning goal.

tegengoal

Tekening van 1-0 Tielemans. Brugse verdediging & middenveld heel ver uit elkaar waardoor Tielemans volledig vrijkomt. Intussen spurt Meunier terug naar zijn positie die overgenomen werd door Vormer. Tielemans krijgt de tijd om 1-2tje op te zetten met Djuricic en te scoren.

 

Twee spitsen
Meteen na de 1-0 probeerde Club de bakens nog te verzetten door Diaby naar de kant te halen en Pereira in het veld te brengen. Met later ook Vossen tussen de lijnen greep Club terug naar het 4-4-2 concept van in het begin van het seizoen met twee diepe spitsen. Er werd echter over de hele lijn te snel lang gekozen, foute keuzes gemaakt in de passing, duels tegen Kara niet gewonnen waardoor Anderlecht uiteindelijk relatief makkelijk overeind bleef. Het was zeker geen hoogstaande Clasico, wel eentje die de titelstrijd in PO I nog een stuk intenser zal maken.

 


Programma speeldag 4 in PO I

Dinsdag: 19/4 om 20.30              KV Oostende – Zulte Waregem
Woensdag: 20/4 om 20.30         KRC Genk – Club Brugge
Donderdag:  21/4 om 20.30        KAA Gent – Anderlecht

 

Meer Belgisch voetbal