KAA Gent – Club Brugge (2-0): thuisploeg domineert met lage backs

Antwerp en KV Oostende zochten de voorbije weken naar kleine barstjes in het pantser van autoritair leider Club Brugge. Aartsrivaal KAA Gent, 21 op 21 in eigen huis, ging dezelfde weg op en probeerde de bezoekers op een agressieve manier in het defensief te dwingen. Een hoogstaande partij werd het zeker niet, een verdiende winnaar kreeg ze wel.

tactiek

Startopstellingen van KAA Gent (4-3-3) & Club Brugge (5-3-2)

Gent-coach Yves Vanderhaeghe miste met Mitrovic, Neto, Esiti en Simon een aantal belangrijke figuren. Veel wijzigde dat niet aan het spelconcept een 4-3-3 met volgende elf namen aan de aftrap: Kalinic, Foket, Gigot, Bronn, Asare, Verstraete, Andrijasevic, Kubo, Kalu, Yaremchuk en Sylla.

Ivan Leko hield op zijn beurt opnieuw Nakamba op de bank, Vossen kreeg verrassend genoeg de voorkeur op Diaby. Poulain en Decarli waren geblesseerd. Ook hier de vanzelfsprekende 3-5-2/5-3-2 met Gabulov, Vanlerberghe, Mechele, Denswil, Clasie, Vormer, Vanaken, Limbombe, Tomecak, Vossen en Wesley.

Club startte het best aan de match vooral dankzij een aarzelende Kalinic in Gents balbezit, lang duurde de druk echter niet. De thuisploeg nam over en het echte gezicht van de wedstrijd werd snel duidelijk.

Gent ontwijkt Brugse pressing
De belangrijkste keuze van Vanderhaeghe was die om Asare en Foket als ‘lage backs’ te gebruiken. Beiden kregen duidelijk de opdracht om in balbezit breed en laag te blijven om zo voldoende tijd te krijgen aan de bal waardoor het moeilijk werd voor Club om snel hoog druk te zetten. Meer nog, het leek ook een duidelijk onderdeel van het gameplan om in balbezit eerst rustig richting de linkerkant op te bouwen om daar de bezoekers in de pressing te lokken om dan heel snel van flank te wisselen en de aanval op te bouwen via de rechterkant.

Doelman Kalinic en de beide Gentse centrale verdedigers speelden de bal zo snel mogelijk in de richting van Asare. Die stond uiteraard altijd moederziel alleen vanwege het 5-3-2 spelsysteem van Club. Wanneer de linksback laag de bal krijgt, ontstaat er ook altijd wat twijfel wie er effectief moet druk zetten op de bal: in het geval van Club was dit meestal de rechterspits (die net druk had gezet op een centrale verdediger: Wesley of Vossen) of Vormer als rechtercentrale middenvelder (die van een eind verder moest komen om deze druk te ontwikkelen). Daardoor kreeg Asare (de meest technische van de Gentse backs) voldoende tijd en ruimte om iemand uit te kiezen om in te spelen. Aangezien de Gentse middenvelders uiteraard de bal niet mochten krijgen, was het bovendien de taak van de Brugse spitsen om relatief laag te spelen en de passlijnen naar Andrijasevic en Verstraete af te zetten. Dat impliceert uiteraard dat de centrale verdedigers op hun beurt opnieuw vrijkomen en alle tijd krijgen om de bal terug van speelkant te wisselen.

flankwissel

Gent leidt de opbouw eerst naar de linkerkant bij Asare. Vormer (zwart) komt drukzetten vanuit het middenveld maar is relatief lang onderweg vanwege de afstand. Ondertussen zorgen de Brugse spitsen (blauw) dat de Gentse middenvelders de bal niet kunnen krijgen. De centrale verdedigers zijn volledig vrij en kunnen zonder druk de bal van kant wisselen om een 1v1 of 2v1 op rechts te creëren bij Kalu en/of Foket (rood)

En daar, op die rechterkant, wilde Gent het aanvallend duidelijk proberen forceren. Enerzijds met de vinninge Kalu in 1v1 situaties tegen Limbombe (van nature geen verdediger). Of het probeerde indien mogelijk met de steun van de lopende Foket een 2v1 situatie uit te spelen. Wanneer het dan tot een voorzet zou komen, hadden de Buffalo’s bovendien Yaremchuk (op papier de linkeraanvaller) mee in de box, eigenlijk meer een tweede spits. Hierdoor kon Club Brugge én de gewenste pressing niet ontwikkelen én kon het de Gentenaars hun plan om aan te vallen over rechts eigenlijk niet verhinderen. Na een twintigtal minuten probeerde Club tijdens die talrijke flankwissels al meer druk te ontwikkelen door Limbombe hoger te posteren waardoor er inderdaad sneller druk kwam op Foket. Dit zorgde er echter voor dat Denswil een (echte) linksachter werd en vaak tegen Kalu uitkwam in 1 tegen 1 situaties.

En die was wel degelijk een dreiging in de 1v1 situaties (zijn dribbelrapport: 10/13. Werd ook 5x foutief afgestopt) maar zijn laatste pass in de diepte of zijn voorzet was te vaak beneden alle peil. Meer vanuit de combinatie kregen de Gentenaars rond het halfuur een kans via een afstandsschot van Yaremchuk: opbouw op links en de snelle flankwissel naar rechts, om dan via Kubo opnieuw bij ‘finisher’ Yaremchuk uit te komen. Het plan werkte deels maar heel grote kansen bleven uit.

Lange ballen Club Brugge leveren niks op
De andere mogelijkheden die Gent creëerde, ontstonden er voornamelijk dankzij hun erg scherpe omschakelingen. Wanneer het de bal verloor, was het erg gretig om meteen vooruit druk te zetten op de balbezitter van blauw-zwart. Deze leden enorm veel balverlies, vooral Vormer scoorde hierin opvallend matig met een passzuiverheid van slechts 79%, waardoor Gent zeker in de eerste helft constant de bal had en in de omschakeling snel diep kon spelen, vooral via Sylla die de kansen miste.

Gent zette Club niet enkel in de omschakeling onder druk. Ook in meer georganiseerde situaties zoals de doeltrap, koos de thuisploeg voor hoge pressing waarbij het overal vaak man op man durfde te spelen. Wegens, de niet zo secure voeten van, Gabulov werd steeds voor een lange bal gekozen in de eerste of tweede fase richting de twee spitsen Wesley-Vossen. Dat duo stond eigenlijk erg vaak 2v2 tegen Gigot-Bronn omdat Asare en Foket de Brugse flanken Tomecak en Limbombe in eerste instantie in de gaten hielden. Toch slaagde Club er via deze weg nooit in paniek te zaaien, vooral vanwege de gebrekkige snelheid en balvastheid van Vossen. Hij verloor 8 kopduels & won er slechts 4 en slaagde er ook amper in de bal gewoon bij te houden waardoor Gent de bal steeds terug cadeau kreeg.

lange bal

Gent zet de Brugse opbouw vast en speelt overal man op man voorin. Onderaan staat ook Asare (geel) die anticipeert op een lange bal naar Tomecak. Gabulov moet lang spelen naar de spitsen.

 

 

lange bal

Achterin durft Gent vaak 2v2 spelen tegen Wesley-Vossen, Bronn-Gigot winnen toch het merendeel van de duels. Hier geeft Foket wel wat meer steun aan het centrale duo en blijft Verstraete voor de verdediging. Toch kan één deviatie in de diepte op een snelle man erg gevaarlijk worden.

Omdat Club Brugge te weinig balvast was én het geen hoge druk kon ontwikkelen, moest het vooral de feiten ondergaan. Wat er uiteraard ook voor zorgde dat de vloeiende aanvalsgolven met de uitstekende combinatie tussen centrumspel (van Vanaken, Vormer en de twee spitsen) en het gebruik van de twee aanvallende backs op de flanken er nooit echt kon uitkomen. Die laatstes moesten namelijk steeds enorme afstanden afleggen en eens ze dan toch in een gevaarlijke positie kwamen, was er steeds dubbele dekking door de flankverdediger en flankaanvaller van Gent. Gevolg: op één afstandsschot na, geen dreiging. 0-0 ruststand.

Plan B Leko
Verrassend genoeg was het begin van de tweede helft een kopie van de eerste periode. Geen duidelijk zichtbare wijzigingen waardoor het wedstrijdbeeld uiteraard niet veranderde: Gent had het meeste van de bal met af en toe een kleine kans in een match die vooral bol stond van foute keuzes en verdedigers die de aanvallers de baas waren. In zo’n matchen zijn spelhervattingen vaak van cruciaal belang, ook nu. De zoveelste corner van Kalu die eindeljik kwalitatief was, leverde meteen de 1-0 op voor Gent.

Kort daarvoor haalde Leko nog Wesley, en niet Vossen, naar de kant om met Diaby voor meer snelheid te zorgen. De balvastheid voorin was nu echter compleet verloren het duo Bronn-Gigot won achterin zo goed als alle duels met voor hen ook Verstraete die liefst 9x de bal recupereerde. Rond de 75e minuut gooide Leko de boel om door Vanlerberghe naar de kant te halen en met Dennis nog een spits in te brengen: een 4-4-2 in ruit met Dennis & Diaby voorin, en Vossen achter hen op 10. Snel diep spelen door het centrum leek de boodschap maar tijd om te renderen, kreeg de wissel niet. Binnen de minuut ging opnieuw Denswil in de fout: penalty en 2-0 voor de thuisploeg. Verder dan wat scrimmages en spelhervattingen kwam de leider niet meer. Een verdiende zege voor KAA Gent.

Opvallend was het duidelijke gameplan van Vanderhaeghe om de bal in de ploeg te houden en via de rechterflank aan te vallen. Tegelijk was het de ideale manier om de pressing van Club Brugge te ontwijken en zo niet te veel gevaarlijk balverlies te lijden voor eigen doel. Dat lukte met 53% balbezit voor Gent en 61 gewonnen duels tegenover slechts 43 van blauw-zwart. Club liet zich dus wel erg makkelijk naar de slachtbank leiden en moet terug op zoek naar zijn beste vorm voor de start van PO I.

Meer Belgisch voetbal

Advertentie

Club Brugge – Anderlecht (5-0): Club grijpt momenten in 1e helft

Liefst 10 punten scheidden Club Brugge en regerend kampioen Anderlecht na amper 18 speeldagen. Vijf voor twaalf gezien de huidige competitieformule, paars-wit kon zich geen nieuwe nederlaag permitteren op het veld van de aartsrivaal.

tactiek

Startopstelling Club Brugge (3-5-2) en Anderlecht (4-3-2-1)

Club-coach Ivan Leko had uiteraard geen reden om zijn veldbezetting te wijzigen. De 3-4-3 van de seizoensstart werkte hij bij tot een erg dynamische 3-5-2 waarin nu ook Vanaken zich als een vis in het water voelt. De elf namen bij de thuisploeg: Butelle, Mechele, Denswil, Poulain, Cools, Limbombe, Nakamba, Vanaken, Vormer, Wesley en Diaby.

Hein Vanhaezebrouck moest het zonder de geschorste Teodorczyk en Deschacht doen. Najar is al lange tijd out, Onyekuru en Sels startten verrassend genoeg op de bank. Boeckx, Spajic, Kara, Obradovic, Appiah, Dendoncker, Kums, Trebel, Hanni, Gerkens en Beric vormden de basiself.

Anderlecht koos voor een strategie zonder echte flankaanvallers in een 4-3-2-1 opstelling. Daarin was Dendoncker de meest centrale middenvelder met (schuin) naast hem Trebel en Kums. Gerkens en Hanni speelden in een meer centrale rol, in steun van diepe spits Beric.

Deze keuze had zowel in balbezit als balverlies uiteraard een aantal duidelijke doelen, het ene werd al succesvoller uitgevoerd dan het andere.

 

Waakhond Trebel
Wanneer Club Brugge in balbezit kwam probeerde Anderlecht in de beginfase om hoog druk te zetten. In die hoge pressing vormde het echter meer een soort 4-4-2 opstelling in ruit om Club het voetballen te beletten. Centrale spits Beric zorgde voor druk op Mechele, wanneer die de bal doorspeelde naar Poulain op rechts zette Hanni druk. Gerkens nam in die situatie positie centraal op het middenveld waar hij Nakamba moest opvangen. Dit lukte in de openingsfase een aantal keer goed, Club had weinig opties voor de bal. Achteruit spelen was gezien de dramatische staat van het terrein pas de laatste optie, de meeste terugspeelballen moest Butelle dan ook gewoon gericht naar voor proberen trappen.

hoge pressing

Hanni (geel links) duwt door op Poulian, terwijl Gerkens (geel rechts) Nakamba opvangt. Beric (zwart) houdt Mechele in de gaten. Obradovic (rood) drukt door op Cools wanneer mogelijk


Lager in de blokvorming was de keuze voor 4-3-2-1 ongetwijfeld ook één om Clubkapitein Vormer te neutraliseren. De Nederlander zijn infiltraties op de rechterkant, in samenwerking met Cools & Diaby/Wesley, zorgden al voor een pak assists waardoor Vanhaezebrouck besliste om Trebel tot Vormers waakhond te benoemen. Dat lukte de eerste veertig minuten relatief goed met een erg scherpe Trebel die vooral in balverlies van grote waarde was en de infiltraties van Vormer goed opving. Tot hij Vormer in minuut 44 voor het eerst echt moest lossen: een professioneel trekfoutje bracht de assistkoning van de Pro League niet van de wijs, een knappe voorzet voor Diaby die binnenknikt. 1-0. Behalve deze beslissende fase slaagde Trebel wel relatief goed in zijn opzet: Vormer haalde slechts 28 baltoetsen, zijn collega-middenvelders hadden er een pak meer. Vanaken 71, Nakamba 60.

 

Intelligente Vanaken
Kums kreeg een iets, zij het beperktere, aanvallende rol. Hij speelde ietwat hoger op het veld. Indien voldoende laag moest hij Vanaken zijn infiltraties opvangen wat uiteraard niet de beste rol is van Kums. Eens de wedstrijd vorderde speelde hij dan ook iets hoger en ving hij vaker Limbombe breed op terwijl Dendoncker zich over Vanaken moest ontfermen. De eerste mogelijkheden voor de openingsgoal werden bijna stuk voor stuk over de linkerflank gecreëerd. Vanaken koos vaak erg intelligent positie in de halfspace of zelfs helemaal breed waardoor Dendoncker een relatief grote afstand moest afleggen om daar de dekking te verzorgen. Wanneer rechtsback Appiah zonder steun het duel aanging werd hij verschillende keren erg makkelijk uitgespeeld door Vanaken en de opstomende Limbombe.

Omdat de twee motoren van Club (Vanaken & Vormer) vooral aan banden moesten gelegd worden door het Anderlechtmiddenveld konden backs Obradovic en Appiah vaker vooruit gaan doordekken op Limbombe en Cools. Vooral op de linkerflank werd dit (vaak juist) uitgevoerd met de Obradovic die op het juiste moment ging vooruit verdedigen, hij werd uiteraard goed gesteund door Trebel die Vormer zo goed als mogelijk probeerde uit te schakelen. Op links benutte Vanaken echter elke centimeter ruimte die hij kreeg uitstekend in samenwerking met Limbombe of Wesley die zich aanbood met Kara in zijn rug. In de tweede helft vond Vanaken de ruimte vaak iets lager op het veld om van daaruit te domineren.

Wesley bood zich net als Diaby echter vaak uitstekend in de diepte aan, in de rug van de backs als die doordekten. Zie het maar als reactie op het defensieve plan van de bezoekers. Het luidde ook de 2-0 in met een diepe bal van Vanaken op Diaby, al bezorgde Boeckx daar vooral zijn eigen team een uppercut die het niet meer te boven zou komen. Diaby trapte voor Club ook de meeste (pogingen tot) voorzetten, 6 stuks.

diepe bal

Obradovic (rood) duwt door op Cools die de bal breed krijgt. Trebel (geel) heeft vooral oog voor zijn tegenstander Vormer en Diaby (blauw) maakt daarvan gebruik om gevaarlijk in de rug van Obradovic te duiken


Hoge pressing Club Brugge

Ondanks de 2-0 achterstand deed Anderlecht het nu ook niet zo slecht in de eerste helft. Op Vanaken, en één beslissende infiltratie van Vormer, na hield het blauw-zwart relatief goed in bedwang. Zelf bracht het aan de bal echter onvoldoende.

Club Brugge zorgde uiteraard vanaf minuut 1 voor hoge druk (“Push push”, riep Leko constant) in een kolkend stadion dat een thuisreputatie te verdedigen had, Kara en Spajic verspeelden in de beginfase dan ook vaak de bal na onnodige technische fouten. Ook Boeckx kon in de opbouw geen kant uit want zowel zijn centrale verdedigers, Dendoncker en de backs werden man op man gedekt door Club. Een lange bal was de enige oplossing: balverlies het gevolg gezien de ongelijke strijd qua duelkracht voorin.

Anderlecht herstelde zich echter. Door de relatief lage positie van de drie centrale middenvelders hield het in de eerste helft dan ook vaak de bal in de ploeg, het had nu eenmaal een overtal op het middenveld al werd die man-meersituatie wel vaak te laag op het veld gecreëerd. Zeker als ook Hanni en Gerkens de bal tussen de linies of lager kwamen opvragen. Anderlecht probeerde ook geregeld met Kums iets breder een overtal te creëeren.

pressing

Anderlecht creëert overtal op het middenveld door Kums, Dendoncker en Trebel (geel) relatief laag te houden. Kums kan breed vrij komen door de hoge positie van Appiah (rood) en Nakamba twijfelt om door te dekken. Als hij dat doet, geeft hij ruimte aan Gerkens & Hanni om af te haken


Geen breedte in paars-witte aanval

Het zorgde wel voor balbezit bij de bezoekers maar de aanval stokte eens Anderlecht echt dreigend probeerde te worden. Een gebrek aan snelheid, kracht en een slecht gebruik van de breedte van het terrein in de aanval waren daar de belangrijkste oorzaken van. Het plan had wat weg van de manier waarop Liverpool de 4-3-2-1 invult al was de uitvoering bij paars-wit uiteraard een heel stuk minder. Vooral het beperkt atletisch vermogen (snelheid en duelkracht) van Hanni en Gerkens en technische onzuiverheden op een slecht veld staken stokken in de wielen. Toch mag gezien de situatie ook de vraag gesteld worden of Onyekuru niet gewoon in de basis thuishoorde. Op de snelgenomen vrije trap van Trebel en een tweetal counters na, creëerde Anderlecht eigenlijk geen kans. Al had de match er uiteraard anders uitgezien indien de efficiëntie hier hoger lag.

Club reageerde op het Anderlechtmiddenveld door met vooral Wesley vaak iets lager in te zakken op Dendoncker om zo het ondertal ongedaan te maken. Limbombe en Cools mochten hoger druk gaan zetten en hun positie verlaten omdat Anderlecht toch zonder echte buitenspelers speelde. De druk vooruit en de vele gewonnen duels achterin hielpen Club aan een onoverwinnelijkheidsgevoel dat het niet meer zou afstaan. De eerste ‘ontsnapping’ van Vormer bij Trebel zorgde voor de 1-0, de flater van Boeckx voor een opdoffer kort voor rust.

pressing

Wesley (zwart) herstelt het evenwicht door in te zakken op Dendoncker en hem niet te laten draaien. Diaby kan meteen doordrukken op Spajic. Vanaken en Vormer kunnen dichtbij Kums & Trebel blijven, terwijl Nakamba de controle houdt voor de verdediging

 

Overbodige tweede helft
Een mirakel leek in de tweede helft nodig om wat spanning in de match te krijgen maar dat kwam er niet. Vanhaezebrouck posteerde Hanni, en mindere mate Gerkens, wel breder om in balbezit dreigender te zijn. De weinige mogelijkheden die de bezoekers hadden in een 3v3 situatie benutte het echter onvoldoende. Foute keuzes aan de bal zorgden voor frustratie in het bezoekende kamp. Het duurde dan ook niet lang vooraleer de 3-0 tegen de touwen hing na een knappe loopactie en aanname van Diaby die foutief wordt afgestopt, penalty omgezet door Vormer.

Een overbodige laatste halfuur dus met een zegetocht en vaak langdurig balbezit voor de thuisploeg, een lijdensweg voor de bezoekers. De inbreng van Onyekuru en Bruno kwam te laat om voor verandering te zorgen. Vossen en een uitstekende Vanaken legden de forfaitcijfers vast, een pandoering voor Anderlecht dat op hoop leefde na de komst van Vanhaezebrouck.

Een gelijkopgaande match werd in 2’ voor rust beslist met evenveel goals. De misser van Hanni had de match uiteraard een andere wending kunnen geven. Club rechtvaardigde de voorsprong echter helemaal in een dominante tweede helft. Ivan Leko vond in de 3-5-2 dé formule om zijn aanvallers en middenvelders volledig tot hun recht te laten komen, dé sleutel want waarschijnlijk het meest kwalitatieve middenveld & aanval uit de Pro League. Vanhaezebrouck daarentegen bewijst op zijn beurt dat uitstekende coaches het verschil niet alleen kunnen maken. Een actieve wintermercato lijkt een must aan het Astridpark wil het de titelstrijd nieuw leven inblazen.

Meer Belgisch voetbal

Buitenlands voetbal

De VI werken van Stuivenberg

Met steile ambities startte KRC Genk aan het nieuwe seizoen, drie maand later oogt de realiteit minder fraai. De Limburgers kamperen in het midden van het peloton en het telt al 6 punten minder dan de beoogde top-3. Toch is er potentieel, een analyse van de laatste 3 wedstrijden van Genk onder Stuivenberg.

 

December 2016. Na een 1 op 12 wordt coach Peter Maes de laan uitgestuurd, een gebrek aan punten en te weinig aandacht voor de clubvisie van KRC Genk waarbij veel aandacht gaat naar de doorstroming van eigen jeugdspelers. De Nederlander Albert Stuivenberg, ex-assistent van Louis Van Gaal, volgt hem op. Genk begint aan een remonte maar mist op een haar na de bekerfinale en PO I. Mede door een knap Europees parcours dat strandt in de kwartfinale van de Europa League, kan Stuivenberg een mooi rapport voorleggen met 18 zeges, 8 draws en 5 nederlagen. Hij behoudt vanzelfsprekend het vertrouwen van het bestuur, meer nog: de kern wordt behouden, belangrijke spelers als Pozuelo mogen de club niet verlaten want met dit team moet er meegedaan worden voor de prijzen. Top-3 is het doel.

September 2017. KRC Genk kent een erg matige seizoensstart, Stuivenberg gooit zijn 4-3-3 overboord en introduceert in de match op Eupen een nieuw concept met een tweespitsensysteem. Geen tegenvallende flankaanvallers Benson en Buffel meer in de ploeg, wel een 3-5-2 formatie. Tijdens de rust schakelen de Limburgers over naar een 4-4-2 in ruit waaraan ook in de matchen tegen Moeskroen en Anderlecht werd vastgehouden. We bekeken de laatste drie wedstrijden van de Limburgers en zagen naast heel wat potentieel ook een aantal belangrijke pijnpunten.

3-5-2 Genktactiek

 

 

1. Progressieve balcirculatie

“Ik vind dat balbezit geen doel op zich mag worden, er moet altijd diepte in ons spel zitten”, dixit Stuivenberg in De Voetbaltrainer tijdens de zomerperiode.

Ondanks het vele balbezit tegen Eupen (62%) en Moeskroen (62%) is een snelle en progressieve (naar voren toe) balcirculatie nog een duidelijk werkpunt van de Genkenaars. In Anderlecht daarentegen had het amper 43% balbezit, daar had het dan weer problemen om de bal lang in de ploeg te houden en vanuit de balcirculatie of in de omschakeling tot grote kansen te komen.

Om te komen tot een vlotte opbouw van achteruit met snelle balcirculatie is een meerderheidssituatie achterin allereerst noodzakelijk. Ook Stuivenberg geeft dat aan: “Binnen onze aanvallende principes is het om 2v1 situaties te kunnen creëren en ze ook uit te spelen. Het gaat erom een tegenstander tot keuze te dwingen en die samen met een medespeler uit te spelen.” Overtalsituaties creëren dus, dat probeert Genk te doen.

Nadat het in de eerste helft in 3-5-2 tegen Eupen speelt en achterin man op man wordt vastgezet, schakelt het de tweede helft bijvoorbeeld om naar een 4-4-2 in ruit. Tegen de twee spitsen van Eupen laat het verdedigende middenvelder Berge centraal inzakken om een overtal te creëren in de achterste lijn.

Tegen Anderlecht had Genk automatisch een overtalsituatie achterin maar had het centrale duo Colley en Aidoo het enorm moeilijk met de onmiddellijke pressing die Anderlecht kwam zetten. Daardoor verloren beide centrale verdedigers heel vaak de bal wanneer ze vooruit iemand probeerden vrij te spelen tussen de linies.

opbouw

Berge creëert een 3v2 situatie door in te zakken, tegen de twee centrumspitsen van Eupen

Naast het beperkte voetballende vermogen centraal achterin, heeft Genk ook te vaak de neiging om balbezit te houden wanneer het eigenlijk makkelijk vooruit kan voetballen. Onderstaand twee voorbeelden waarin eerst Berge en nadien ook Malinovskiy eigenlijk perfect voor een tempoversnelling kan zorgen door in 1 tijd vooruit te spelen, beiden draaien echter terug achteruit en houden het tempo laag.

opbouw

Berge kan in 1 tijd vooruit spelen naar een ploegmaat tussen de linies maar keert terug

opbouw

Ook Malinovskiy kan direct vooruit spelen maar draait terug achteruit

 

2. Diepgang zonder bal

Eén van de nadelen van het systeem 4-4-2 in ruit is het ontbreken van kwalitatieve flankspelers die kunnen variëren in hun loopacties: zowel tussen de linies als in de diepte op het juiste moment. Door de centralisatie aan spelers liggen de flanken voor Genk dus vaak heel erg open wat een voordeel is voor de opkomende backs. Echter, deze infiltrerende flankverdedigers kunnen niet altijd tijdig vooraan zijn waardoor er bij de Genkies regelmatig een pertinent gebrek aan diepte ontstaat. Zeker ook omdat middenvelders Malinovskiy, Berge en Pozuelo de bal wel erg graag in de voet hebben. Ook spits Ingvartsen lijkt eerder een type om in de voet aan te spelen en zorgt onvoldoende voor diepte. Enkel Samatta en Schrijvers durven sporadisch eens de diepte in duiken wat onvoldoende is om voor snel gevaar te zorgen, zeker wanneer de backs niet tijdig vooraan terug te vinden zijn.

diepspelen

Alle centrale spelers van Genk komen naar de bal, op de flanken zijn de backs nog niet kunnen oprukken. Geen diepgang!

Op Anderlecht zorgde Samatta af en toe voor de uitzondering door meer op de linkerflank te blijven en daar vanuit de omschakeling de driemansdefensie van paars-wit pijn te proberen doen.

spits

Samatta zorgt voor diepgang op de linkerflank

3. Ondertalsituaties op de flank

Een ander logisch nadeel aan het 4-4-2 in ruit systeem betekent een magere bezetting op de flanken. Vooral voor de opkomende backs heeft dit serieuze gevolgen. Op rechts komen Clinton Mata maar al te vaak in de problemen: de back, tegen de zijlijn, krijgt logischerwijs erg snel druk en heeft in deze spelopvatting ook weinig aanspeelbaarheid om hem te ondersteunen. Ook hier ligt een belangrijke taak voor de, voorlopig misschien nog te statische, spitsen. Uiteraard moeten ook de vier centrale middenvelders voor voldoende ondersteuning en eventuele infiltraties op de flank zorgen.

Aangezien er weinig ondersteuning is op de flank, heeft Genk elders natuurlijk wél extra spelers op ‘overschot’. Dit zorgt op aanvallend gebied wel vaak voor een grote hoeveelheid infiltrerende mensen in de box wanneer één van de meegekomen backs de bal ontvangt op de buitenkant en, misschien noodgedwongen, tot een voorzet overgaat. Tegen Eupen zorgde dit wel voor twee goals van Ingvartsen steeds na een voorzet vanop de rechterflank. Tegen Moeskroen zorgde Uronen dan weer voor een aanvallend goede bijdrage met voorzetten in de zestienmeter waar bijna constant 3 of meerdere Genkspelers komen ingelopen.

voorzet

Vijf spelers van KRC Genk mee in de box bij een flankvoorzet

4. Dwingender worden in de hoge pressing

Albert Stuivenberg toont zich een duidelijk voorstander van hoog storen, de tegenstander zo snel mogelijk het voetballen beletten om bij voorkeur ook zelf snel tot een scoringskans te komen. Zowel in de matchen tegen Eupen, Moeskroen en Anderlecht trachtte Genk de tegenstander meteen op te jagen met wisselend succes. In de Oostkantons waren de Limburgers meerdere malen succesvol na hoog storen, Moeskroen en Anderlecht leken iets beter voorbereid om onder die druk uit te voetballen.

Samatta en Ingvartsen, beide spitsen, coördineren de pressing. Samatta staat op links meestal tussen de centrale verdediger en rechtsback om hen te dwingen ofwel lang te spelen ofwel de rechterflank van Genk te gebruiken. De linkercentrale verdediger wordt meer vrijgelaten door Ingvartsen die hem dan naar buiten toe duwt om de lange bal of de pass naar de linksback te verkrijgen. Wanneer de linksback de bal krijgt, gaat Schrijvers agressief pressen waarna de bal centraal veroverd moet worden. Een duidelijke keuze om de pressing aan de rechterkant uit te voeren vanwege de profielen van Samatta, Schrijvers en Malinovskiy. De één al meer loopwonder dan de ander.

hoge pressing

Genk oriënteert de pressing bewust naar de rechterkant waar Ingvartsen de bal naar buiten duwt en Schrijvers het laatste voorbereidende werk moet opknappen. Geel zijn de verdedigers, rood de middenvelders en blauw de twee spitsen

Tegen Moeskroen liep dit ook relatief goed in de beginfase maar de bezoekers waren goed voorbereid en konden toch een aantal keer door de druk heen voetballen, zelfs met een knappe openingsgoal als gevolg.

 

 

pressing

Schrijvers laat zich makkelijk voorbijlopen door Huyghebaert, die opent op de opstomende rechtsback Locigno. Deze heeft een boulevard aan ruimte dankzij de centrale oriëntering van het Genkse blok en vooral door de slimme loopactie van Rotariu die Uronen meetrekt naar het centrum. Van daaruit volgt een korte combinatie en de 0-1. Hoge pressing die mislukt op zijn kwetsbaarst. 

 

Het moet gezegd, vaak lukte deze pressing wel uitstekend met hoge balrecuperaties als gevolg!         

Tegen de 3-4-3 van Anderlecht werd de hoge pressing enigszins anders ingevuld. Daar kozen beide spitsen om de buitenste centrale verdedigers van Anderlecht uit te sluiten en tegelijk de pass naar de flankaanvaller tussen de linies te voorkomen.  Zo werd Kara aan de bal gelaten. Centraal op het middenveld dekten Schrijvers en Malinovskiy door op Kums en Trebel en dan was het Pozuelo die met een verticale loopactie het signaal gaf tot pressing. De Spanjaard is echter niet meteen de grootste loper en recuperator waardoor Kara vaak te veel tijd kreeg aan de bal.

pressing

Pozuelo zet druk op Kara. De twee spitsen houden Dendoncker en Deschacht in de gaten terwijl op het middenveld mandekking wordt gespeeld op Kums en Trebel

Toch kwam Genk vaak tot balrecuperatie: Berge was namelijk verantwoordelijk voor het constant achtervolgen van de aanvallende middenvelder van Anderlecht aan de kant van de bal (Hanni indien opbouw op links, Gerkens indien opbouw op rechts) waardoor de back van Genk kon doordekken op de flankmiddenvelder van paars-wit. Het zorgde voor erg direct spel, veel duels en potig voetbal wat gezien de voorsprong van Genk in hun voordeel was.

pressing

Berge zakt in op Hanni. Er ontstaat ruimte tussen de linies maar deze kan niet worden benut door de mandekking op Hanni, Kums en Trebel.

5. Verdedigen ruimte in de rug

Hoog druk zetten impliceert uiteraard het weggeven van ruimte in de rug. Ook dat vormt zeker een werkpunt voor de Limburgse defensie, des te meer voor rechtercentrale verdediger Aidoo. De Ghanese jeugdinternational ging namelijk al iedere wedstrijd minstens eenmaal in de fout door onvoldoende te anticiperen op mogelijke dieptepasses. Tegen Anderlecht werd dit niet afgestraft omdat doelman Vukovic hoog meespeelde, tegen Eupen was dit wel de aanleiding tot de 2-0 achterstand.

verdedigen

Aidoo heeft voldoende voorsprong om de diepe bal te verdedigen. Hij anticipeert onvoldoende en laat zich makkelijk in de rug nemen.

6. Rendement op spelhervattingen

And last but not least: spelhervattingen. Een erg gevaarlijk wapen in de strijd voor de punten, noem het gerust de waterstofbom van het voetbal. Mits een uitstekende focus op hoekschoppen en vrije trappen tegen, kan Genk punten scoren op dit onderdeel. Met Pozuelo en Malynovskiy beschikt het over twee spelers met een uitstekende traptechniek terwijl het met Aidoo, Colley en Ingvartsen over voldoende kopkracht beschikt. Echter, voorlopig staat de balans gescoorde goals vs goals tegen op matige 5-5 tussenstand. Op hoekschoppen tegen is de zoneverdediging vooral kwetsbaar gebleken in de eerste zone, dat probeerde Eupen ook constant uit te buiten. Het scoorde zo ook de 1-0 met Blondelle toen het een 4v3 creëerde in die zone.

corner

4vs3 situatie in het nadeel van Genk in de eerste zone op hoekschop

 

De laatste drie matchen van KRC Genk geven een goed beeld over hun seizoen tot zo ver. Het potentieel is aanwezig, de punten nog onvoldoende. De 5 op 9 tegen Eupen, Moeskroen en Anderlecht kon echter ook zomaar een 9 op 9 geweest zijn. Het vertrouwen van het Genkse bestuur in coach Stuivenberg getuigt van kennis en stabiliteit, een juiste keuze zonder twijfel.

Genk heeft uiteraard nog een pak werkpunten, meer dan bovenstaande zes, maar heeft ook duidelijke troeven. De duelkracht centraal achterin, het voetballend vermogen en de overtalsituaties centraal op het middenveld, een tweespitsensysteem dat altijd moeilijk te bekampen is en heel veel volk voor doel bij flankvoorzetten. Het moge duidelijk zijn dat ook regisseur Pozuelo nog ver van zijn beste vorm is verwijderd wat het spel van de Limburgers op termijn alleen nog maar kan verbeteren. Woensdag een volgende test wanneer Genk leider Club Brugge ontvangt.

Meer Belgisch voetbal

KAA Gent – Anderlecht (0-0): veel strijd, weinig finesse

Na de Europese uitschakeling en een dramatische competitiestart (1 op 12) werd voor het eerst echt aan de goddelijke status van Gent-coach Hein Vanhaezebrouck getornd. Anderlecht-coach Weiler kreeg na de countertitel van vorig seizoen een klein beetje respijt maar ook het gebrek aan punten bij de Brusselse topclub (4 op 12) zorgt voor druk rondom het Astridpark. Twee elftallen op zoek naar rehabilitatie.

tactiek Gent Anderlecht

Basisteams van KAA Gent & RSC Anderlecht

KAA Gent moest het doen zonder doelman Kalinic en middenvelder Neto die al een tijd buiten strijd is. Vanhaezebrouck greep terug naar z’n bekende 3-4-3, al loopt deze een pak minder sinds de driemansdefensie uitgroeide tot een hype. Zijn elf namen: Thoelen, Gigot, Mitrovic, Asare, Dejaegere, Esiti, Marcq, Machado, Milicevic, Simon, Sylla.

Anderlecht zag Tielemans deze zomer vertrekken en Weiler hield verrassend genoeg ook Dendoncker, midden in transferbeslommeringen, op de bank. Desondanks geen plaats in de basiself voor Trebel en Stanciu, Gerkens kreeg zijn kans. Het basisteam van de bezoekers: Sels, Appiah, Kara, Spajic, Obradovic, Kums, Gerkens, Hanni, Chipciu, Onyekuru en Teodorczyk.

Middenveldpressing Anderlecht

Anderlecht koos exact voor dezelfde aanpak om de Gentse 3-4-3 te bestrijden als een paar maanden terug in PO I, ook deze match analyseerden we eerder. Het koos voor een reactieve aanpak en pressing vanaf de middenlijn. Daarbij zette Teodorczyk druk op de meest centrale verdediger Mitrovic en werd hij geruggesteund door heel wat loopwerk van driehoek op het middenveld van paars-wit.

ruimte tussen linies

Gerkens had drukzetten op Asare maar Gent kan via Mitrovic wisselen van kant. Hanni moet hoog druk gaan zetten en ook Kums verlaat positie centraal. Heel veel ruimte tussen de linies waarvan Sylla profiteert, Spajic pakt een geel in het 1v1 duel

Concreet duwde Anderlecht de opbouw via de Poolse spits richting Asare of Gigot. Op dat moment kwam één van de twee aanvallende middenvelders, Hanni of Gerkens, in beweging om druk vooruit te zetten. De twee centrale middenvelders van Gent werden in die situatie meteen opgepikt door de andere aanvallende middenvelder en Kums die z’n positie voor de verdediging moest verlaten. In de beginfase maakte Gent echter het veld goed groot, zakten de drie centrale verdedigers ver in, waardoor de afstanden voor de bezoekers eigenlijk niet te belopen waren.

Te weinig snelle flankwissels bij Gent

Vanwege die grote afstanden had Gent de eerste helft constant de bal en konden ze via Mitrovic of de middenvelders voortdurend de bal van flank wisselden. De snelheid in de balcirculatie lag bij de thuisploeg echter vaak te laag waardoor het weinig openingen kon creëeren. Ook de crosspasses van Neto worden al een tijd gemist, zowel Esiti als Marcq trapten de flankwissels veel te weinig op de lopende Machado en Dejaegere op de flanken wat uiteraard de sterkte moet vormen binnen de Gentse 3-4-3.

Het moet ook gezegd worden dat deze twee Gentse flanken werden geschaduwd door de flankaanvallers van Anderlecht. Weiler koos dus opnieuw om druk vooruit te proberen zetten maar maakte daarbij geen gebruik van Onyekuru en Chipciu. Beiden werden belast met -wel heel- defensieve taken om constant laag terug te zakken. Mede daardoor waren Dejaegere en Machado weinig gevaarlijk. Die laatste vervulde overigens een stuk de rol die Foket in het verleden op rechts invulde, in balbezit nam hij de hele linkerflank voor z’n rekening in een 3-4-3. In balverlies zakte hij terug tot in de 4-3-3 van waaruit Gent drukzet.

Anderlecht compleet ongevaarlijk

Deze positionele structuur zette Anderlecht wel voor twee grote problemen:
Verdedigend zorgde het er eerst en vooral voor dat er centraal opnieuw een zee aan ruimte was voor onder andere de afhakende Sylla. Deze werd meermaals vrijgespeeld in de voet door Gigot en Asare met een hijgende Spajic in de nek. Een centrale verdediger die in grote ruimtes moet verdedigen, is vaak een gevaar en dat bleek ook snel. Binnen het halfuur kon Spajic er al uitgaan met twee gele kaarten in diverse situaties met Sylla en Milicevic die tussen de linies speelde.

Het tweede probleem van Anderlecht was het gebrek aan gevaar in de omschakeling naar balbezit en laat die counters nu net de grote sterkte zijn van paars-wit, zoals het vorig seizoen ook al bewees. Omdat Onyekuru en Chipciu heel diep moesten verdedigen, waren ze zeker in het begin amper gevaarlijk vanwege de te grote afstand om te overbruggen. Als Kums, Hanni, Gerkensen de bal al eens veroverden maakten ze vaak de foute keuze bij het inspelen, meestal bij gebrek aan snelle aanspeelopties op de buitenkanten. Wanneer er al eens gevaar kon komen, maakten de Gentse spelers op het juiste moment ook de professionele overtreding.

lange bal tactiek

Geen poging tot korte opbouw bij Anderlecht. De vrijstaande Appiah werd amper benut, lange bal richting Teodorczyk en Chipciu.

De korte opbouw is bij Anderlecht al een aantal jaar gebannen en ook vandaag waren er weinig woorden aan vuil te maken. Gent zette met Sylla en Moses druk op het Anderlecht centrale duo Kara-Spajic wat voor veel vrijheid bij Appiah zorgde. Deze werd echter nooit benut, Sels speelde keer op keer de lange bal richting Teodorczyk.

Inbreng Trebel

Het zorgde voor een dominant Gent in de eerste helft dat wel moeilijk tot kansen kwam, enkel op spelhervattingen was het een aantal keer erg dreigend via Milicevic. Een ‘topper’ die op slot zit opengooien, kan ook met een rode kaart moet Vanhaezebrouck gedacht hebben. In de tweede helft wisselden Dejaegere en Milicevic regelmatig van positie: Dejaegere bewoog meer tussen de linies, ongetwijfeld met de bedoeling om in de zone van Spajic tot een tweede gele kaart te komen. Milicevic vulde op zijn beurt de rechterflank in met iets meer voorzetten al leverde dat weinig gevaar op. Ook Dejaegere, die erg goed en snel kan wegdraaien op de korte ruimte, werd eigenlijk nooit gevonden in een 1v1 situatie met Spajic.

Enkel de inbreng van Trebel veranderde uiteindelijk iets aan het wedstrijdbeeld. Anderlecht ging iets agressiever drukzetten en veroverde vaker de bal waardoor het kon counteren. Dat deed het ook driemaal erg gevaarlijk met Onyekuru, Hanni en Bruno in de hoofdrol.

De bizarre tactische keuzes bij Anderlecht zorgden opnieuw voor een gesloten match waarin de duels primeerden. Zelf neutraliseerde Weiler voor een groot stuk het gevaar van zijn eigen team door de positionele structuur. Gent op zijn beurt wilde wel voetballen maar kon onvoldoende tempo maken en mist vooral centraal op het middenveld voetballend vermogen en snelheid van uitvoering. Het maakte ook onvoldoende gebruik van de vele ruimte tussen de linies bij de bezoekers.

Ondanks de puntendeling lijkt Gent de morele winnaar vandaag. Het boette aan individuele kwaliteit in de afgelopen jaren maar het tactische concept blijft overeind en moet de Buffalo’s richting PO I helpen. Anderlecht daarentegen heeft kwaliteit in overvloed maar de spelers lijken gevangen te zitten in het weinig dominante concept waarvoor wordt gekozen. Benieuwd hoe lang dit nog wordt gepikt door spelers, fans en bestuur.